John Pilger. Foto: SCU Media Students Creative Commons Attribution 2.0
Mediakritiek - John McEvoy, DeclassifiedUK

De Britse regering heeft in het geheim samengezworen om John Pilger in diskrediet te brengen

De legendarische buitenlandse correspondent John Pilger, die op 84-jarige leeftijd is gestorven, was het doelwit van een geheime Britse propaganda-unit. In een democratisch land met een vrije pers zou dit een groot schandaal geweest zijn. Sinds DeclassifiedUK dit heeft blootgelegd, zijn de documenten niet vermeld geweest in geen enkele van de mainstream media. Propaganda door weglaten is hoe zij brainwashen. En in het algemeen werkt dat.

dinsdag 12 maart 2024 10:50
Spread the love

 

Recent vrijgegeven documenten tonen hoe de Britse regering in het geheim de Australische journalist John Pilger volgde, en probeerde hem in diskrediet te brengen door mediacontacten aan te moedigen om hem aan te vallen in de pers. Pilger, die op 30 december in Londen stierf op 84-jarige leeftijd, was het meest gekend om zijn vele documentaires waarin hij het beleid van de Amerikaanse, Britse en Australische regering blootlegde.

Zijn film, Stealing a Nation, toonde hoe Groot-Brittannië de inheemse bevolking van de Chagos-eilanden verdreef om plaats te maken voor een Amerikaanse militaire basis, terwijl Death of a Nation blootlegde hoe de genocide in Oost-Timor “gebeurde met de medeplichtigheid van het Verenigd Koninkrijk, de VS en Australië”.

Geheim document

In 1975 opende de geheime propaganda-eenheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Information Research Department (IRD), een dossier over Pilger.

Dat jaar klaagde IRD-functionaris mevrouw J. O’Connor Howe, dat het televisieprogramma van Pilger dat in het Verenigd Koninkrijk werd uitgezonden, “A Nod and a Wink”, “de stakingen van Shrewsbury met volle sympathie had behandeld”, terwijl verschillende vakbondsleden ten onrechte werden veroordeeld en gevangengezet.

Howe voegde eraan toe: “Het is te hopen dat John Pilger en zijn soort geen invloed krijgen op hun leven.

‘Hatchet job’

Aan het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig bezocht Pilger Zuidoost-Azië om Year Zero: The Silent Death of Cambodia en Cambodia: Year One te filmen.

De documentaires gingen over de geheime bombardementen van Washington op Cambodja tijdens de oorlog in Vietnam en de gedeeltelijke verantwoordelijkheid van de VS en Groot-Brittannië voor de wreedheden onder het Pol Pot-regime.

Gedurende deze periode hield de Britse regering de activiteiten van Pilger in de gaten en smeedde het plannen om tegenmaatregelen tegen hem te nemen.

Het kantoor van toenmalig premier Margaret Thatcher vroeg de Britse ambassade in Bangkok privaat om “informatie over Pilger’s journalistieke achtergrond”.

Het vroeg specifiek “voorbeelden van eender welk materiaal van Pilger over Vietnam/Cambodja in de periode 1968-78, en voorbeelden van zijn werk waarin het Brits binnenland beleid wordt bekritiseerd.

In september 1980 merkte Thomas J. Duggin, een ambtenaar van de Britse ambassade in Bangkok, op dat Pilger’s werk over Cambodja “een dupliek [reactie] verdient voordat zijn film wordt vertoond – een onderwerp dat misschien de aandacht van Peter Joy verdient”.

Peter Joy was geen gewone diplomaat. Hij was het hoofd van de uiterst geheime Special Editorial Unit (SEU) van de IRD, die wereldwijd “zwarte propaganda”-operaties plande en uitvoerde tegen degenen die geacht werden de belangen van Groot-Brittannië te bedreigen.

In deze inspanning werkte de SEU nauw samen met MI6 om rapporten van valse bronnen en fictieve organisaties te produceren, en plantte zij strategisch waardevolle informatie in de pers.

Wat Duggin schijnbaar suggereerde, met andere woorden, was dat het ministerie van Buitenlandse Zaken heimelijk een “hatchet job” plande tegen Pilger voorafgaand aan de release van zijn film.

Aanklacht

Het Ministerie van Buitenlandse zaken stelde vervolgens een aanklacht samen tegen Pilger, en zocht een journalist die bereid zou zijn om een “hatchet job” tegen hem uit te voeren.

Zo een artikel zou kunnen voortbouwen op de “commentaren van twee ambassades in Bangkok [van het VK en van de VS] om de indrukken tegen te gaan die gecreëerd waren door Pilger’s verslaggeving.

De ambassade kreeg ook informatie te pakken van “één van Pilger’s medewerkers” die hen privaat vertelde “over zijn motieven en activiteiten” in de regio. Het is niet duidelijk wie dat was.

Uiteindelijk werd het plan van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om Pilger’s verslaggeving over Cambodja tegen te gaan getorpedeerd door “de weigering van één journalist” om de hatchet job uit te voeren.

Het blijft wel onduidelijk waarom het Ministerie van Buitenlandse Zaken ergens anders wel slaagde in het opzet om aanvallende stukken tegen Pilger te pushen.

Veel van de documenten in Pilgers dossier zijn verwijderd, en sommige moeten geheim blijven tot 2041.

‘Ik kan enkel in lachen uitbarsten’.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken sprak vaak in ziedende bewoordingen over Pilger. Zijn werk over Zuidoost-Azië leest als een “cynische stem van het Kremlin”, betoogde een ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken, terwijl een ander klaagde dat het “eruitziet als een PR-klus namens Hanoi en Moskou”.

Voor zijn overlijden reageerde Pilger op deze onthullingen: “Sommige documenten over mij gaan terug tot de jaren tachtig – en dat was toen ik verslag deed uit Zuidoost-Azië, Cambodja, Vietnam.

“Mijn verslaggeving, die echt exclusief was, vertelde mensen iets dat ze niet wisten, het legde veel bloot, het ontmaskerde de tirannen, maar het legde ook bloot wie de tirannen in het geheim steunde – het is nogal gênant.”

“Ik werd in één van deze documenten beschreven als pro-Kremlin. Ik bedoel, als ik dit lees, zeg ik vele jaren later, kan ik alleen maar in lachen uitbarsten… Maar we mogen er nooit licht over doen”.

John Pilger vertelde deze auteur privaat dat hij op de hoogte was van een campagne van het Ministerie van Buitenlandse zaken tegen hem, gelinkt aan de VS, maar had weinig documenten die dat bevestigden.

“De verhalen van mij die hen voor het hoofd stootten, gingen over hun betrokkenheid bij de Rode Khmer en de oorlog van Soeharto tegen Oost-Timor”, zei hij.

 

John McEvoy is een onafhankelijke journalist die geschreven heeft voor International History Review, The Canary, Tribune Manazine, Jocobi en BrazilWireTribune Magazine, Jacobin en Brazil Wire.

Deze tekst verscheen op Declassified.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!