Pieter, hoe ben je dit verhaal op het spoor gekomen?
“Wij hebben een traditie van films te maken rond het thema van arbeid. Eind juni hoorden we over een grote zaak van mensenhandel op de werf van Borealis in de haven van Antwerpen. Het bleek dat er onvoldoende voor die mensen werd gedaan. Wij houden kantoor in het centrum van Antwerpen, en hun betoging kwam zowat voorbij onze deur. We zijn gaan kijken. We dachten er een korte reportage over te maken, maar zijn dan met een paar mensen aan de praat geraakt, die ook het woordvoerderschap hebben opgenomen tijdens de protesten. Het werd al snel duidelijk dat we onze agenda moesten leegmaken en dit thema groot aanpakken. We wilden vermijden dat het thema even snel uit de aandacht zou verdwijnen als het erin was gekomen.”
“Als documentairemaker probeer je meer te doen dan louter journalistiek verslag uitbrengen. We wilden het verhaal vertellen vanuit het standpunt van de arbeiders. Wat zij ervaren, en waarom ze het belangrijk vonden om in opstand te komen, aandacht te eisen voor hun zaak. We hebben gefilmd hoe ze hun beslissingen als groep nemen. Het is een verhaal over moderne slavernij, uitbuiting en racisme, maar ook over een uniek moment van verzet.”
“Dat verhaal wordt verder onderbouwd door de twee advocaten die we geïnterviewd hebben, en ook door David Van Turnhout van Gazet van Antwerpen, de eerste journalist die over deze zaak schreef.”
“Rond die tijd hoorde je ook veel over de mistoestanden in de bouw van de WK-stadions in Qatar. Luc Cortebeek was als baas van de Internationale Vakbeweging ILO naar Qatar geweest. Toen hij over de toestand bij Borealis hoorde besefte hij dat de situaties heel gelijkaardig zijn. Vandaar onze titel Qatar aan de Schelde.”
Wat voor mensen heb je leren kennen?
“Het zijn goed opgeleide mensen die wereldwijd reizen, en gewend zijn om goed verloond te worden voor degelijk werk. Lassers, pijpfitters, mensen waar er tekort aan is. Er is hen voor verschillende jaren werk beloofd, bij Boraelis en nadien op andere werven. Zo’n mensen laten niet voor hun plezier hun gezin achter, maar wel omdat ze vooruit willen komen.”
Het vergt moed om in opstand te komen
“Het vergt moed om in opstand te komen. Het gaat eigenlijk over een aantal groepen die in verschillende huizen samenwoonden. Die hebben elkaar gevonden, hebben aangifte gedaan bij de politie en zijn bijna dagelijks gaan betogen.”
“David Van Turnhout vraagt zich af: ‘wat zou er gebeurd zijn als deze mensen niet op straat waren gekomen?’. De Global Slavery Index schat dat er in België alleen al 23.000 mensen in een dergelijke situatie zitten. Denk aan de bouwvakkers die enkele jaren geleden op de werf van de school in Antwerpen werkten toen het gebouw instortte. Zo’n mensen komen en gaan zonder dat wij het weten, ze krijgen niet waar ze recht op hebben, vertrekken met schulden en trauma.”
Wat zou er moeten veranderen om toestanden zoals die bij Borealis te voorkomen?
“Het probleem zit hem in het systeem van onderaanneming. De opdrachtgever zou verantwoordelijk moeten zijn voor de arbeiders die door de onderaannemer tewerk worden gesteld. In België is er nu een systeem dat dat regelt, maar het werkt helemaal niet. Je bent als opdrachtgever verantwoordelijk voor de uitbetaling van de lonen, maar pas vanaf het moment dat de zaak uitkomt, en niet met terugwerkende kracht. Nu goed, als een zaak uitkomt valt de werf natuurlijk stil. Dan wordt er niets uitbetaald en is die verantwoordelijkheid van de opdrachtgever een lege doos. Dat moet dus anders”
De release van deze film gebeurt in samenwerking met de vakbonden en met een heleboel grote en kleine middenveldorganisaties, waaronder DeWereldMorgen. Waarom kies je daarvoor?
“Als je zo’n film maakt wil je ook dat die impact heeft. Veranderingen in de samenleving gebeuren dankzij collectieve acties zoals de vakbonden die voeren, samen met organisaties die daar dicht bij staan zoals KifKif en DeWereldMorgen. Als je wil dat het debat doorgaat op de plekken die ertoe doen, dan is steun van die organisaties erg belangrijk. Ze tonen daarmee dat ze dit een belangrijk onderwerp vinden.”
“We hebben overlegd met verschillende Vlaamse televisiezenders om de film op antenne te krijgen. Maar ze vonden geen plaats in hun zendschema. De film wordt wel internationaal verdeeld door een bekend bureau in Londen.”