Bosbranden in Australië.
Bosbranden in Australië. Foto: screenshot climate.nasa.gov
Analyse - Ludo De Witte

“Goed nieuws van het klimaatfront, maar we denderen wel naar de afgrond”

Auteur Ludo De Witte actualiseert met de meest recente wetenschappelijke gegevens zijn boek uit 2017 'Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op'. Zijn boodschap is nog krachtiger en urgenter dan drie jaar geleden. Zolang we blijven rommelen in de marge varen we verder naar de afgrond. "De planeet schreeuwt om een systemische transitie."

donderdag 20 februari 2020 20:36
Spread the love

Op 10 februari 2020 meldde het Internationaal Energie Agentschap (IEA) dat de CO₂-uitstoot van de wereldwijde energievoorziening in 2019 niet toenam. Het bericht gaf aanleiding tot gematigd optimisme in de pers.

VRT.NWS kopte, enigszins opgelucht: “CO₂-uitstoot energiesector bleef stabiel in 2019, ondanks verwachte stijging.” (11/2) De Standaard vroeg zich af of 2019 ‘het jaar van de CO₂-omslag’ wordt. (dS+, 11/2).

Nu dit land op het punt staat bij Europa een klimaatstrategie voor het jaar 2050 zonder een becijferde doelstelling in te dienen, terwijl de planeet in de greep is van bosbranden, verschroeiende droogtes, wegsmeltende gletsjers en almaar meer stormen, was het bericht van het IEA een lichtpuntje.

Er is sprake van een relatieve ontkoppeling van productie en broeikasgasuitstoot: die laatste stabiliseert, terwijl de mondiale economie met 2,9 procent groeide. ‘Het klimaatbeleid werkt”, concludeerde een tevreden Matthias Bienstman (Bond Beter Leefmilieu). Nader onderzoek leert evenwel iets anders – toch als we de klimaatverandering binnen redelijke perken willen houden.

Wat de wetenschap ons voorhoudt

Hoe een klimaatcatastrofe afwenden? De Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van de VN (IPCC), die de wereldgemeenschap van klimatologen verenigt, stelt dat we een redelijke kans hebben om de temperatuurstijging onder 1,5°C te houden als de mensheid vanaf 1 januari 2018 niet meer dan 420 miljard ton broeikasgassen uitstoot. Dat is ons ‘koolstofbudget’.

Eens dat budget op is en de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt met 1,5°C of meer, dreigt een scenario van Runaway Climate Change: een spiraal van elkaar uitlokkende en versterkende temperatuurstijgingen waartegen de wetenschap geen verhaal heeft.

Aangezien de mondiale uitstoot in 2018 42 miljard ton bedroeg en dat absolute record in 2019 werd geëvenaard, is het duidelijk dat op twee jaar tijd al éénvijfde van ons budget is opgesoupeerd. Het is overigens niet de eerste keer dat de CO₂-uitstoot plafonneert: ook in de jaren 2014-2016 was dat zo, om in 2017 en 2018 weer te stijgen. Anders gezegd: de trein met de mensheid erop dendert vrolijk voort naar de afgrond en tegen dit ritme bereiken we allicht binnen een tiental jaar het kritieke omslagpunt.

De toename van schone-energiewinning zorgde voor de plafonnering van de uitstoot in 2019. Maar die sector kan op zichzelf de catastrofe niet afwenden. Het IEA erkent dat ook: “Het momentum van schone-energietechnologie volstaat niet om de gevolgen van een groeiende economie en een groeiende bevolking teniet te doen. De toename van de emissie-uitstoot vermindert, maar zonder een piek voor het jaar 2040 [in zicht] schiet de wereld tekort bij het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen.” (World Energy Outlook 2019, Flagship Report, november 2019)

Het IEA raamt het aandeel van hernieuwbare energie in de mondiale elektriciteitsproductie tegen 2040 op 40 procent. Een grote stijging. Maar de groeidynamiek van het kapitalisme doet die winst teniet.

Een jaarlijkse mondiale economische groei van 3 procent – wat als ‘gezond’ wordt aangezien – betekent dat de productie de komende 25 jaar zal verdubbelen. Tegen 2040 zal het energieverbruik dan ook fors toenemen – met 48 procent, volgens de Energy Information Administration (EIA) van de VS. De toename van schone energie zal dus amper volstaan om de groeiende vraag op te vangen, wat betekent dat de vuile energiewinning op een hoog niveau zal blijven.

De analisten van de Amerikaanse grootbank JPMorgan Chase & Co rekenen voor dat er daarom geen af te schrijven olie- en gasvelden (‘stranded assets’) zijn. Integendeel: bij ongewijzigd beleid zijn er voor de periode 2019-2070 te weinig gekende olie- en gasvoorraden om aan de vraag te voldoen. (Michael Roberts, ‘The Climate and the fat tail risk’, 11/2). Het verklaart waarom Big Oil miljarden dollar in prospectie en exploitatie van olie- en gasvelden blijft investeren.

Het échte probleem

Elektriciteitsproductie en warmte-opwekking, die stilaan verduurzaamd worden, zijn slechts een van de oorzaken van de klimaatverandering. Wereldwijd zorgt met fossiele brandstof gegenereerde elektriciteit en warmte voor ongeveer 35 procent van de broeikasgasuitstoot; ongeveer 65 procent van de uitstoot komt van elders.

De industrie is verantwoordelijk voor 21 procent van de broeikasgasuitstoot, de bouwsector voor 6,4 procent, transport voor 14 procent, landbouw en evoluties in het landgebruik (vooral ontbossing) voor 24 procent. Niet alleen de energiesector, maar de gehele economie is koolstofverslaafd.

Steenkool is essentieel voor de aanmaak van staal, cement en aluminium. Aardolie is essentieel voor petrochemische producten zoals plexiglas, nylon, kevlar en plastics. Olie zit in verpakkingsmaterialen, kledij, auto-onderdelen, vliegtuigen, meubels, auto’s, verven, brilglazen en nog veel meer.

Petroleum is essentieel voor de vliegtuigsector, het wegtransport en de scheepvaart. De agro-industrie steunt op fossiele energie in elke fase van de productie, verpakking en distributie. Kortom, de correlatie tussen productie en steenkool-, petroleum en gasgebruik en -verbruik is vrijwel totaal.

Grafiek: IPCC, Working Group III

Zelden wordt hierop ingezoomd, want het legt de vijandige relatie tussen de planeet en de aan olie, gas en steenkool verslaafde economie bloot. Nogmaals: bij ongewijzigd beleid verdubbelt de economische output tegen 2045. En alles wijst erop dat die allesverterende groei-economie niet op grenzen begint te stoten, maar integendeel nieuwe, immense ontginningsterreinen aanboort.

Wetenschappers stellen dat ‘de Grote Versnelling’ (‘the Great Acceleration’), die vanaf de jaren 1950 op gang kwam en voor een nieuw historisch en geologisch tijdvak zorgt, genaamd het Antropoceen, vandaag pas echt aan een ‘take-off’ begint. De Noord- en Zuidpool, maar vooral de oceanen, die 71 procent van de planeet bestrijken, komen nu pas in het vizier van de alles vermarktende markteconomie. Het Stockholm Resilience Centre brengt die exponentieel groeiende exploitatie in grafieken in kaart.

Wat het ontketende kapitalisme betekent voor de draagkracht van de aarde, behoeft geen uitleg. Om nog maar te zwijgen over de impact op het leven op aarde: oceanen produceren de helft van de zuurstof die we inademen; absorberen enorme hoeveelheden koolstofdioxide; leveren proteïnes voor 4 miljard mensen; zorgen voor biogeochemische cycli die het metabolisme van de aarde voeden. (Ian Angus, ‘Blue Acceleration: Capitalism’s Growing Assault on the Oceans’, 14/2/2010)

Grafiek: Internationaal Energie Agentschap (IEA)

De klimaatverandering is slechts één aspect van een existentiële catastrofe die op ons afkomt: de destructie van de gehele biosfeer. Vijftien van de 24 ecosystemen die essentieel zijn voor de overleving van de menselijke soort worden afgebroken of niet-duurzaam aangewend.

Schone lucht en de biodiversiteit, maar ook vers water, visbestanden, koraalriffen, wouden, wetlands, drylands, bestuiving en nog zeven andere ecosystemen lopen groot gevaar. (UN Millennium Ecosystem Assessment Team, ‘Ecosystems and Human Well-Being’)

Het is zonneklaar: technologische innovaties blijven gerommel in de marge zolang er geen rem op de materiële productie wordt gezet. Onderstaande grafiek van het IEA over de koolstofuitstoot in de afgelopen 40 jaar maakt dat nogmaals duidelijk.

De uitstoot verminderde alleen in de jaren na de tweede olieschok (eind jaren 1970); na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en zijn satellietstaten; en na de financieel-economische crisis van 2008. Kortom: dat gebeurde alleen in periodes waarin de materiële productie stagneerde of daalde.

Een systemische transitie

Wetenschappers hebben dit begrepen. In een zeldzaam diepgaand dossier, gebaseerd op wetenschappelijke studies van CLIMACT (Louvain- la-Neuve) en het VITO (Mol), lijstten twee journalisten 2,5 jaar geleden op wat er moet gebeuren, opdat België de klimaatdoelstellingen zou halen.

Grafiek: Internationaal Energie Agentschap (IEA)

De titel van het artikel spreekt boekdelen: ‘Waarom u wakker moet liggen van ons klimaatbeleid’ (De Standaard, 14 oktober 2017). De uitstoot van broeikasgassen daalde tussen 1990 en 2017 met 1 procent per jaar, terwijl die met onmiddellijke ingang tot 2050 met 8 procent per jaar zou moeten dalen.

Dat vereist – onder meer – dat in 2025 de laatste nieuwe gasketel wordt geplaatst; dat in 2030 geen verbrandingsmotor meer wordt verkocht; dat het aantal koeien (1,5 miljoen), kippen (20 miljoen) en varkens (6 miljoen) in ons land wordt gehalveerd; dat de ‘petro’ uit de petrochemie wordt gehaald; dat de staal-, glas- en cementproductie koolstofarm wordt. Koolstofarm!

Daarmee moet men niet morgen maar vandaag beginnen, want investeringscycli duren 20 tot 30 jaar. U leest het goed: een daling met 8 procent, en niet met 1-2 procent, zoals vandaag het geval is, als resultaat van de normale jacht op efficiëntiewinsten van het grootbedrijf.

Dit is de échte inconvenient truth: koolstoftaksen, zonnepanelen, windmolens, repaircafés en andere ecokapitalistische oplossingen zullen een catastrofe niet afwenden. De planeet schreeuwt om een systemische transitie. Om een inkrimping van vervuilende en schadelijke bedrijven en sectoren, en een parallelle uitbouw van koolstofarme sectoren en diensten.

Degrowth én growth

Dergelijke structurele ingrepen kunnen we niet aan de chaotische marktwerking overlaten. Een ingrijpende vermindering van de broeikasgasuitstoot met 8 tot 10 procent per jaar, om de opwarming van de aarde alsnog onder controle te krijgen én om achtergestelde landen in het Zuiden ruimte voor ontwikkeling te geven, is in de geschiedenis van het kapitalisme slechts één keer voorgekomen: na de crash van 1929, ten tijde van the Great Depression.

Toen nam de uitstoot gedurende opeenvolgende jaren met meer dan 10 procent af. Verminderingen met meer dan 1 procent per jaar komen slechts voor in tijden van economische recessie of grote maatschappelijke crisissen.

Zo’n omwenteling moet draagkracht hebben en dus sociaal rechtvaardig zijn. Het vereist democratische planning, door een sterke overheid die daartoe de instrumenten in handen krijgt. Een overheid die durft in te gaan tegen de machtige lobbygroepen van het grootbedrijf.

Elk land kan voor zo’n ecosocialistische transitie het voortouw nemen, maar uiteindelijk is een internationale aanpak nodig. Omdat broeikasgassen geen grenzen respecteren, maar ook omdat de laatkapitalistische landen een koolstofschuld hebben. Want zij zijn de hoofdverantwoordelijken voor de in de loop der eeuwen uitgestoten broeikasgassen.

Bedenk even dit: als de volledige mensheid de huidige American and European way of life zou overnemen, hebben we 4 tot 5 aardes nodig om de tak van de levensboom waarop we zitten niet af te zagen. Dat toont aan dat het laatkapitalisme draait op de onderontwikkeling en uitbuiting van het Zuiden.

In het Zuiden heeft ongeveer 1 miljard mensen geen toegang tot elektriciteit of proper drinkwater. Eenzelfde aantal is chronisch ondervoed. Hun noden lenigen vereist zware investeringen, in hospitalen, spoorwegen, scholen, elektriciteitscentrales …

Het Zuiden helpen zich te ontwikkelen zonder de broeikasgasuitstoot door het dak te jagen, is onontbeerlijk om de klimaatverandering onder controle te houden. Onze koolstofschuld ten aanzien van het Zuiden aflossen is een zaak van elementaire rechtvaardigheid, maar ook een vereiste om een ecocide te kunnen afwenden.

 

Ludo De Witte schreef o.m. ‘De moord op Lumumba’ (1999) en ‘Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op. Het kapitalisme versus de aarde’ (geheel herziene derde druk, februari 2020). Lees hier een recensie van de eerste druk van zijn boek in 2017:  Ludo De Witte schreef een sterk pleidooi voor ‘ecosocialisme’. Twee interviews met Ludo De Witte over Congo: Belgen in Congo: “Huurlingen, geheim agenten en diplomaten” en “Congo 1964: het gaat om oorlogsmisdaden” 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!