Opinie -

Commerciële homes halen slag thuis: animatoren afgeschaft

Waarom worden animatoren in bejaardenhomes niet meer betoelaagd? Omdat het een luxe is, omdat daarvoor geen publieke gelden dienen vrijgemaakt, omdat de bejaarde zelf moet instaan voor de kosten van zijn animatie... Er zijn meer redenen te bedenken, zeker nadat het Arbitragehof een merkwaardig vonnis heeft geveld en de Vlaamse regering haar intenties bekendmaakte.

zondag 17 augustus 2014 12:22
Spread the love

De 14,6% commerciële rusthuizen hebben geen recht op een vergoeding voor het betoelagen van animatoren. De schaarse publieke gelden mogen volgens het Arbitragehof niet dienen ‘ter persoonlijke verrijking’ van aandeelhouders van deze commerciële homes.

Dus dient de animatorenbetoelaging te worden afgeschaft in de 85,4% publieke rusthuizen en vzw’s. Iedereen gelijk voor de commerciële ondernemingswet, de enige die voor ‘waardencreatie’ zorgt volgens de nieuwe Vlaamse regering?

Geen verrijking van aandeelhouders
met publieke gelden

Animatoren in bejaardenhomes waren sinds jaar en dag een doorn in het oog van de
commerciële bejaardenhomes. Met deze ondernemingsregering slaagt de commerciële
sector, die goed is voor 14,6% van de bedden (31/12/2013), er in de
animatorenregeling voor iedereen gelijk te stellen en dus af te schaffen. Dus
niet door af te zien van hun eigen winstoogmerk en zo ook wettelijk recht te
krijgen op animatoren, maar door de ‘publieke financiering’ van animatoren voor vzw’s en publieke homes te annuleren. Niet iedereen gelijk voor de wet dus, maar
iedereen gelijk voor de markt. Want het is het Arbitragehof, de hoogste
juridische instantie voor conformiteit van alle wetgevingen, die de klacht van
de commerciële bejaardenhomes heeft verworpen om ook animatoren betoelaagd te
krijgen. 

In het merkwaardig vonnis van het Arbitragehof van 4 maart 2008 van onder meer rechter Bossuyt wordt het standpunt van de Vlaamse
regering bevestigd dat commerciële instellingen, omwille van hun winstoogmerk,
geen recht hebben op overheidsbetoelaging voor animatoren

“Subsidiering
strekt niet louter tot financiering van het particulier initiatief maar tot
verwezenlijking van de maatschappelijke doelstelling die aan dat initiatief ten
grondslag ligt… Het komt de decreetgever toe om, rekening houdend met
dwingende budgettaire beperkingen te beslissen, of, en onder welke voorwaarden
hij bepaalde initiatieven of instellingen met overheidsgelden wil
subsidiëren… De keuze om slechts die instellingen te subsidiëren en niet de
inrichtingen uitgebaat door besloten vennootschappen met beperkte
aansprakelijkheid is verantwoord door het feit dat de eersten worden beheerd
zonder winstoogmerk en niet zijn gericht op de verrijking van de leden van een
rechtspersoon. Het is niet kennelijk onredelijk dat een subsidiërende overheid
voor het verlenen van haar financiële steun opteert voor de uitbaters van
inrichtingen waarvan de rechtsvorm de waarborg biedt dat hun activiteiten op
het algemeen belang gericht zijn en dat zij geen persoonlijke verrijking
nastreven
.”

Zo staat het niet mis te begrijpen in het arrest van 4 maart 2008.

De commerciële bejaardenhomes die met hun klacht wegens ongelijke behandelingen
een blauwtje hebben opgelopen, hebben niet nagelaten iedereen achterna
te lopen om deze ‘ongelijkheid’ aan te klagen en te annuleren. Daar zijn ze nu
met deze Vlaamse regering in geslaagd. Liever iedereen niets, dan dat hun
winstoogmerk hen van deze animatorenregeling uitsluit.

Dit uiterst belangrijke vonnis laat in feite toe alle publieke investeringen
die het belang van de gemeenschap dienen te onttrekken aan ondernemingen met
winstoogmerk, bv dienstencheques, Riziv-betoelaging, rustoorden enz. In feite
wordt de LBC-NVK-slogan Geen winst in de zorg door het Arbitragehof bevestigd
en dit vonnis zou een veel bredere toepassing moeten krijgen dan nu het geval is.

Meer nog dan de ‘financiële’ besparing is het de principiële uitsluiting van
het winstoogmerk in de inschakeling van animatoren die de regering blijkbaar wil
breken. Iedereen gelijk voor de markt, al moet de burger hiervoor de
rekening betalen. Enkel wanneer het winstoogmerk is gediend en de burger
dienstverlening aan marktprijzen betaalt, kunnen er zaken gedaan worden met deze
regering. En als de burger voor z’n financiële ‘verantwoordelijkheid’ gesteld
wordt, dan is er voor hen geen sprake van belastingen, maar van marktconformiteit
en minder overheidsuitgaven. Wat zal er nog allemaal volgen?

Minstens 685 animatoren in het gedrang in
Vlaanderen

Waarin bestaat de ‘budgettaire winst’ die de overheid maakt? Deze
kan afgeleid worden uit de regelgeving op de animatoren in de woonzorgcentra.
Voortgaande op een gemiddelde norm van 0,33 VTE per 30 ‘bedden’ (0,50 VTE tot
119 bedden en 0,25 VTE vanaf 120 bedden), voor de 34.786 VZW-bedden en de 24.786
publieke bedden komt dit neer op 685 VTE-animatoren voor het Vlaams gewest.

De ‘ondernemers’ van de 10.615 commerciële bedden zijn er dus in geslaagd gans dit
arbeidspotentieel op losse schroeven te zetten en de 30 miljoen euro die er
budgettair aan vasthangt ten laste van de gebruikers te leggen. In dit budget
zijn ook de ‘geïntegreerde DAC’ begrepen, dwz DAC-personeel die in 2003 zijn
geregulariseerd en geharmoniseerd als animatoren volgens het VIA-akkoord van
2000. Hiervoor komt de initiële financiering van de federale staat en dit moet
dus sowieso uitgesloten worden van een ‘Vlaamse’ besparing. Tarsi Windey,
zorgnet en de vakbonden houden dit best in het oog.

”Zonder onderneming geen
waardencreatie”

Het nieuwe adagium van de Vlaamse regering is dus de ondernemer, zie
een grondige analyse van Thomas Decreus op DWM.
Op blz 27 van het regeerakkoord is het volgende te lezen: “Zonder ondernemerschap is er geen
waardecreatie en zijn er geen jobs. We zullen een ondernemende cultuur
stimuleren met meer waardering voor de economische en maatschappelijke impact
van KMO’s.”

Laat er geen misverstand over bestaan, het gaat hier om private
ondernemingen met winstoogmerk, ook in de zorg. Het is het winstoogmerk dat de
motor is van de waardecreatie, en niet de werknemer, de publieke
dienstverlening. Intussen zal de burger op z’n geld moeten passen, zoals de
boer op z’n ganzen. De ‘animatoren’-crash is er een voorbeeld van. Volgens Zorgnet
zou dit al aanleiding kunnen zijn voor een opstand van het personeel, LBC-NVK
voorop indien er ontslagen zouden komen. En volgens de goede traditie aanvaardt
het personeel geen afwenging van kosten op de kap van bejaarden als het om personele omkadering gaat. Dat belooft. Zij zullen dus als eersten naast de bejaarden staan
wanneer die in verzet komen.

Wordt het geen tijd voor een PVDO, een Partij
van de Ouderen?

1 job in de privé kost 4 jobs in de
publieke dienstverlening

Maar
waarom moet deze Vlaamse regering nu per se besparen? Omdat het zo niet verder
kan? Voor wie dan? De loonkosten zijn te hoog en de private (commerciële) tewerkstelling
dient gestimuleerd. En daarom moet het ‘overheidsbeslag’ verminderen want
waarvan gaat men dat anders betalen.

Wat zal
de Vlaamse regering dus doen met de 30 miljoen besparing door de betoelaging
van animatoren te schrappen? Jobs creëren in de privé? Aan welke prijs? Een job
in de privé kost minstens 200.000 euro aan de overheid per VTE, in de laatste
rapporten van Vlaamse ondersteuning aan ondernemingen spreekt men zelfs van
500.000 euro per VTE. Zo ver gaan we hier niet, maar we richten ons op het door
iedereen geaccepteerde veelvoud van 4 in de profit, tav de non-profitsecor: voor
een gemiddelde jobkost van 50.000 euro in de non-profit staat een gemiddelde
jobkost van 200.000 euro bij jobcreatie in de private commerciële sector.

Begrijpe
wie wil: de afbraak van publieke loontrekkende tewerkstelling in Vlaanderen heeft
een verliesfactor van 4 tot 1 als het doel is jobs in de commerciële
ondernemingen te creëren. Bij de processie van Echternach gaat het alles bijeen
nog vooruit: 2 stappen achteruit, 3 vooruit. Bij het voorziene regeringsbeleid,
of het nu federaal of Vlaams is, staan 4 jobs achteruit in de publieke dienstverlening tegenover 1 job vooruit in
de private commerciële sector.

Het is een sleutel die toelaat de echte evolutie en de gevolgen van het Vlaamse
regeringsbeleid te meten. Maar zoals dikwijls wordt de soep niet zo heet
gegeten als ze opgediend wordt, en zit de publieke dienstverlening, ondanks
alle besparingen de laatste jaren, nog altijd in de lift: 42,8% van de
loontrekkende tewerkstelling in het Vlaams gewest is publieke dienstverlening
op 31/12/2013 tegenover 42,5% in 2012.

Wie neemt het nog op voor de gehandicapten in instellingen?

De markt moet dus overal kunnen spelen, in alle
domeinen, ook in welzijn en gezondheid en de gehandicaptenzorg. Onafhankelijk
leven
en de gehandicapten die zij achtten te vertegenwoordigen staan hierbij
applaudisserend aan de kant. Na de animatoren, zullen ook de ‘privileges’ van
de gehandicapten in instellingen eraan moeten geloven en de markt zal ook hier
voor iedereen toeslaan, dus weg met het gewaarborgd inkomen van de
gehandicapten in instellingen, weg met de sociaal-culturele toelage. Waar
blijven KVG, VFG, Marc van Gestel en het Gehandicapten Liberation Front?

Besluit

Laat de Vlaamse regering
zich beter richten naar een door haarzelf bekomen arrest van het Arbitragehof.
Geen enkele overheidstussenkomst mag leiden tot een ondersteuning van
winstgevende ondernemingen en tot verrijking van de aandeelhouders gezien het
om schaarse middelen gaat. Het Arbeidshof meent dan ook dat “De keuze om
slechts die instellingen te subsidiëren en niet de inrichtingen uitgebaat door
besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid verantwoord is door het
feit dat de eersten worden beheerd zonder winstoogmerk en niet zijn gericht op
de verrijking van de leden van een rechtspersoon.”

En het deficit van de afbouw van publieke tewerkstelling in termen van
tewerkstellingssaldo mag niemand ongevoelig laten, één job in de privé voor elke
afbouw van vier jobs in de publieke dienstverlening.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!