Op 25 maart werd een definitief akkoord bereikt tussen de trojka en Cyprus om het land in crisis er weer bovenop te krijgen. Cyprus krijgt 10 miljard euro te leen van de trojka, maar moet als tegenprestatie 5,8 miljard euro ophoesten om het begrotingstekort te verminderen en de lening op termijn terug te betalen.
In eerste instantie was er sprake van dat de spaarders op Cyprus een belasting op hun spaargeld zouden gaan betalen: 6,75 procent voor spaartegoeden onder de 100.000 euro, 10 procent voor bedragen daarboven. Het Cypriotische parlement luisterde echter naar het volk en stemde tegen deze maatregel.
Later werd dan besloten dat enkel spaarders met een bedrag van 100.000 euro of meer op de bank moeten gaan inleveren. Daarnaast zou er een herstructurering van de grootste Cypriotische banken plaatsvinden: de volksbank, Laiki, werd opgeheven en Bank of Cyprus werd opgedeeld in een ‘goede’ en ‘slechte’ bank.
Maar daar blijft het niet bij. De hoogste prijs die nog betaald moet worden, zal zich pas in de komende jaren ontvouwen. Want het spaargeld van de kleine Cypriotische man mag dan nu zijn ontzien, maar hij zal de eisen die verbonden zijn aan de lening van de trojka nog flink gaan voelen: bezuinigingen, belastingverhogingen en privatiseringen staan er in het vooruitzicht.
Austeriteitsmenu
Op 3 april werd de eerste versie van het zogenoemde Memorandum of Understanding (MoU) tussen de trojka en Cyprus opgetekend. In dat MoU is vastgelegd wat de komende jaren het austeriteitsmenu van Cyprus gaat zijn. Als de definitieve versie van de MoU in de komende weken goedgekeurd wordt door de eurolanden, zal Cyprus in mei het eerste deel van de lening ontvangen. Het IMF zal in totaal 1 miljard, 10 procent, bijdragen aan de lening voor Cyprus.
Volgens Christine Lagarde, hoofd van het IMF, is het plan zoals opgenomen in het MoU gebaseerd op twee pilaren. De eerste is gericht op het herstellen van het financieel systeem. De herstructurering van de banken en het verminderen van het formaat van het banksysteem in relatie tot de economie als geheel zijn hier onderdeel van. De tweede pilaar omvat aanpassingen in het fiscaal beleid, kort door de bocht, belastingverhogingen.
De totale waarde van de in de komende jaren door te voeren bezuinigingen en verhogingen van belastinginkomsten is 351 miljoen euro, of 2,1 procent van het BBP van Cyprus. Die komen nog bovenop de besparingen die nu al in de pijplijn zitten, ter waarde van 5 procent van het BBP.
Dit is wat de Cyprioten de komende jaren te wachten staat:
De vennootschapsbelasting wordt verhoogd van 10 naar 12,5 procent, de belasting op beleggingsopbrengsten wordt verhoogd van 15 naar 30 procent. Ook de accijnzen op alcohol, tabak en benzine zien een toename, net als de BTW.
Tegen 2018 moeten er 4.500 ambtenaren ontslagen zijn en 170.000 Cyprioten zullen tijdelijke verzekeringskosten van 1,5 procent op hun maandsalaris betalen, om toegang tot gezondheidszorg te krijgen.
Pensioenen en uitkeringen zullen worden gekort om meer geld in het overheidslaatje te brengen, een Cyprioot moet twee jaar langer doorwerken om op pensioen te mogen en het sociale zekerheidssysteem gaat op de schop. Daarnaast kunnen banken in de toekomst makkelijker huizen in beslag nemen en wordt er bezuinigd op de gezondheidszorg.
Cyprus ontkomt bovendien ook niet aan privatiseringen: het verkopen van telecom- en electriciteitsdiensten zou minstens 1,4 miljard euro moeten opbrengen in de komende vijf jaar.
De Cypriotische vakbond voor bankwerknemers, ETYK, riep in reactie op de plannen op tot een twee uur durende werkstop op 4 april omdat dankzij het MoU de pensioenen van de werknemers in gevaar komen. Tijdens de werkstop zullen ze in een mars naar het Cypriotische parlement lopen.
Krimp
Voordat het MoU tussen de trojka en Cyprus was opgesteld, waren de voorspellingen dat de Cypriotische economie dit jaar zou krimpen met 3,5 procent, en dat de werkloosheid tot 14 procent zal oplopen. Dankzij de maatregelen uit het MoU is de verwachting dat de economie op Cyprus dit jaar met meer dan het dubbele, namelijk 8 procent, zal krimpen, en dat de werkloosheid nog meer zal toenemen.
In 2014 krimpt de Cypriotische economie dan nog eens met 3 procent, in 2015 en 2016 zou er weer economische groei moeten zijn.
Ontwikkelingen na jaren streng bezuinigingsbeleid in mede-crisisland Griekenland – werkloosheid van 26 procent, jeugdwerkloosheid van 62 procent en torenhoge armoede – doen echter aan deze optimistische voorspelling twijfelen.