De aandeelhoudersvergadering is hét geschikte moment voor de aandeelhouders en de politici om hun stem te laten horen en zich duidelijk uit spreken tegen de buitensporige bonussen, klinkt het bij de vakbonden.

De Belgische overheid heeft minstens 20 procent van de aandelen en heeft dus wettelijk het recht om op de AV een een resolutie te stemmen om een "drastische" vermindering te eisen van de toegekende bonussen, menen de vakbonden. Het kan volgens de vakbonden niet dat in tijden van dreigend jobverlies torenhoge bonussen worden uitgekeerd. 

"Totaal uit balans"

"De hele bonussencultuur bij Dexia is totaal uit balans", zegt Elke Maes, secretaris bij de christelijke vakbond LBC-NVK. "Het kan niet zijn dat alleen het topmanagement beloond wordt en dat de rest niets krijgt. Ook het personeel moet een graantje kunnen meepikken van het lichte herstel. De werknemers wachten nu al jaren op de harmonisatie van hun statuten. Ze krijgen telkens de reactie dat er geen geld is, maar er is wel geld om het topmanagement te belonen en dat vinden we niet correct. Iedereen moet kunnen profiteren, dus ook de werknemers en de klanten."

"Wettelijk maar niet rechtvaardig"

"Een bonus van 800.000 euro is misschien wel wettelijk maar alles behalve rechtvaardig of fatsoenlijk," zegt Miranda Ulens van de socialistische vakbond BBTK. "We hebben een brief geschreven aan de belangrijkste aandeelhouders met de vraag om een resolutie in te dienen om de torenhoge bonus aan Mariani te verminderen of gewoon niet uit te keren."

Miranda Ulens: "Ook al zeggen sommige politici dat de bonus wettelijk, er is ook nog iets als fatsoen. Dexia onderging een herstructurering en er zijn heel wat jobs geschrapt en zelfs de ontvangen staatssteun is nog niet terugbetaald. Maar er is wel geld om bovenop een vast loon van 1 miljoen euro nog eens 800.000 bonus uit te keren. Elke burger in dit land betaalt belastingen en heeft dus meebetaald aan de staatssteun. Als alles volgens de wet verlopen is, dan is er misschien iets verkeerd met de wet."

Volgens de vakbonden moeten de politici hun verantwoordelijkheid opnemen en de buitensporige bonussen aanpakken. Daar wringt het schoentje. Een aantal steden hebben al hun ongenoegen geuit tegen de bonussen. Zo heeft de stad Gent uit protest een deel van haar geld uit Dexia en KBC gehaald. Groen! en SP.A veroordelen de bonussen. Bruno Tuybens (SP.A) zegt dat de bonussen "pervers en onaanvaardbaar" zijn, maar zijn partijgenoot Lieten ondertekende samen met haar collega-ministers Bourgeois en Peeters wel mee de verklaring van de Vlaamse regering waarin staat dat de bonussen best wel aanvaardbaar zijn. 

Nieuws, Wereld, Economie, Politiek, België, Tmd, Dexia -

Na de Dexia-commissie: gelach, verwondering en ontgoocheling

‘Topmanagers tot zelfkritiek aanzetten’, het is echt waar een aanbeveling van de Dexia-commissie. Net als de nieuwe Belfius Bank zo snel mogelijk verkopen, wat tot nu toe volledig aan de aandacht is ontsnapt. Verder is het veelal vruchteloos zoeken naar verantwoordelijken voor het Dexia-debacle, een echt veilig financieel systeem of hoe te ontsnappen aan mogelijk wel 54 miljard euro extra schuld.

dinsdag 27 maart 2012 21:23
Spread the love

In de herfst van 2008 vernietigde de financiële crisis in ons land eerst de grootste bank Fortis, en de week daarna kapseisde het wankele Dexia. Wat Belgen altijd voor onmogelijk waanden, namelijk dat bankkantoren op een dag niet meer open zouden gaan, kon dus ook echt gebeuren. Beide banken moesten worden gered met een massa overheidsgeld, net als later onze derde zogenaamde systeembank KBC.

De tweede financiële crisis van 2011 leidde tot de ontmanteling van Dexia en een factuur voor de Belgen die kan oplopen tot maar liefst 54 miljard euro. In de Kamer komt het tot een bijzondere commissie die ermee wordt belast de omstandigheden te onderzoeken die hebben geleid tot de ontmanteling van de NV Dexia.

Niet dat er geen ernstige zaken staan in het verslag van de Dexia-commissie, maar in het licht van de financiële systeemcrisis die onze economie en samenleving permanent gijzelt, werkt zeker het hoofdstuk over goed bestuur stevig op de lachspieren.

“Bankiers aanmoedigen en eventueel sancties toepassen”

Dat men na zoveel herhaald wanbeheer en bewezen onwil en/of onkunde om betrouwbare banken te kunnen zijn, durft schrijven dat men “banken en hun topmanagement zal aanzetten tot zelfkritiek en aanmoedigen zich meer in te zetten voor goed bestuur” is al te gek voor woorden.

Verderop staat zelfs te lezen – bij de aanbeveling voor een minimum aantal onafhankelijke bestuurders – dat er “eventueel sancties worden toegepast”. Het staat er echt… “eventueel”. En, oh ja, de code van deugdelijk bestuur moet worden aangepast.

Hoe ernstig is het om daarvan te durven uitgaan? Dat mensen die zowat het equivalent van een atoombom hebben gegooid in onze welvaartsmachinerie wel oren zullen hebben naar deugdelijk bestuur, en om ze anders “eventueel” te straffen? Wie denkt men te kunnen wijsmaken dat zoiets zou kunnen werken?

Verkopen maar Belfius, zo vlug mogelijk

Er is ook die aanbeveling die tot nu toe geen aandacht heeft gekregen, maar niettemin heel duidelijk is: de commissie vindt dat “de overheid haar participaties zo snel mogelijk moet afbouwen” want “aandeelhouder zijn behoort niet tot de kerntaken van een overheid”. Versta, verkoop net als in het geval van Fortis goed drie jaar geleden ook maar de nieuwe overheidsbank Belfius, liefst zo snel mogelijk.

Een mens vraagt zich soms af hoe lang hier over (niet) is nagedacht… terwijl parlementariërs toch net zijn vrijgesteld door de samenleving om ernstig en diepgaand na te denken over hoe het algemeen belang best te verzekeren. Ze roepen daar ‘zelfs’ een speciale commissie voor samen.

Deze kwestie is uiterst belangrijk. Als grootbanken een permanente publieke functie hebben, en daarom niet failliet zouden mogen gaan – hoe slecht en zelfs frauduleus heel wat grootbankiers tewerk zijn gegaan – dan gebiedt de logica dat overheden die functie moeten uitoefenen en garanderen. Want een veilig geldstelsel is voor onze samenleving even belangrijk als fysieke veiligheid, eerlijke rechtspraak of prima wegen en andere infrastructuur.

In deze commissie zaten christendemocraten en sociaaldemocraten, naast liberalen, aan de meerderheidskant. Net zij kunnen zich best herinneren hoe goed overheidsbanken ooit hebben gefunctioneerd in dit land, onnoemelijk veel beter dan hun opvolgers Fortis en Dexia, en zonder dat ze ooit gered moesten worden.

Akkoord, deze politici zijn tegelijkertijd goed geplaatst om te weten hoe erg ze elke overheidsbank (zullen) toetakelen met politisering… maar dan nog, zelfs de meest gepolitiseerde overheidsbank kan onmogelijk slechter functioneren dan de gokbanken Fortis of Dexia hebben gepresteerd.

Het wekt dus minstens verbazing dat men zonder enige overtuigende argumentatie besluit dat een overheidsbank niet tot de opdracht van een staat behoort. Het wordt ironisch voor wie zich herinnert dat Fortis is verkocht aan een Franse bank waarin de Franse staat de grootste aandeelhouder is. Het wordt tergend voor wie beseft dat ze geen ernstig alternatief naar voren schuiven terwijl ons financieel systeem zo lek is als een zeef.

En hoe dan wel?

Daarmee zitten we bij het grootste pijnpunt en knelpunt van dit verslag. Hoe denkt de commissie dan wel te kunnen zorgen voor betrouwbare banken en een veilig banksysteem?

De voorstellen van goed bestuur ontlokken, zoals we al zagen, enkel een bulderlach.

Het toezicht misschien? De commissie verwacht nogal wat van de toezichthouders, terecht overigens. Maar, ter herinnering, dat zijn dus dezelfden die indertijd al die systeembanken zwaar door het rode licht zagen rijden maar er niet eens aan dachten dat ze eigenlijk moesten ingrijpen. Er kleeft toch minstens een grote zweem van naïviteit aan de veronderstelling dat de toezichthouders het in de toekomst behoorlijk zullen doen. Als het parlement zich niet wapent om hier ernstig over te waken in de komende maanden en jaren, is die naïviteit bewezen.

In een geïnternationaliseerde bankwereld is het normaal dat men ook vanwege de  Europese Unie toezicht verwacht. De aanbevelingen bevatten zelfs de zin dat “volwaardige supervisie door Europa (of de Benelux) de enige oplossing is”. Dat zal wel ja… hier is vooral veel scepticisme gewettigd want zo ideaal is de wereld vandaag en zeker ook morgen nog lang niet. Het is maar de vraag of en wanneer Europa daadkrachtig met echte oplossingen komt. En wie tegenwoordig met Nederland afspraken wil maken, wacht een heel moeizame en zelfs quasi onmogelijke oefening. De toestand is te ernstig om alleen daar op in te zetten.

Opsplitsen, altijd goed?

Dan het onderscheid tussen depositobanken en zakenbanken, een deus ex machina die ook hier opduikt natuurlijk. Maar men moet toch eens uitleggen hoe strikt men dat onderscheid dan wel wil maken. Want hoe kan een bank spaargelden gebruiken voor de ondersteuning van de reële economie, zowel van gezinnen alsook van kleine, middelgrote en grote bedrijven, als men volledig moet wegblijven van zaken doen?

Er is trouwens iets intrigerend aan de obsessie om universele banken (die zowel spaarbank als zakenbank zijn) te willen opsplitsen. Want het bankenlandschap van Canada, zo is meermaals opgemerkt, telt net universele banken en geen van alle kwam door de financiële crisis in de problemen. Iets anders is dus essentieel, namelijk wat banken met het ingezamelde geld uitspoken.

Wat we wel weten, en drommels goed weten vanaf de crisis van 2008, is dat een veilig banksysteem geen grote banken verdraagt. In dat verband bestond er geen meer onverantwoorde optie dan onze grootste bank Fortis net verkopen aan BNP Paribas – het kan blijkbaar altijd toch idioter dan men voor mogelijk houdt – om zo nog een veel grotere ‘systeembank’ te maken, intussen de grootste ter wereld. Op de fundamentele vraag hoe nu aan kleinere banken te geraken, blijft het verslag het antwoord schuldig.

En wie treft nu schuld?

Uitermate pover is het verslag voor wie nu eens wil weten: wie is verantwoordelijk voor alle stommiteiten bij Dexia? En wie voor het touw van 54 miljard euro potentiële schuld dat rond de Belgische nek hangt? En zal iemand zich moeten verantwoorden?

Na de teloorgang van Dexia in de tweede financiële crisis inventariseerden we een aantal vragen waar overheid en samenleving best een antwoord op zouden zoeken, vinden en uitvoeren. Het is een nuttige oefening om in het rapport van de Dexia commissie te speuren naar de antwoorden op die vragen. Klik hier, als u dit zelf wil doen. Zelf hebben we weinig of geen valabele antwoorden gevonden op volgende vragen.

Fabeltjes in bestuurdersland

Kunnen bestuurders bij zulk fiasco zo maar beweren dat hen niets te verwijten valt zoals de voorzitter van de Gemeentelijke Holding heeft beweerd? Blijkbaar wel. Die holding krijgt in het verslag net als Group Arco geen gelukwensen voor de geleverde ‘prestaties’ die Dexia het leven moeilijker maakten, maar blijkbaar komen ze ervan af met die bemerking.

Zowel de Gemeentelijke Holding als Groep Arco blijven tal van antwoorden schuldig.
Als men dan echt met de ‘grote jongens’ wil spelen, hoe konden ze dan zo naïef zijn en niet echt op hun knikkers letten? Als men echt fundamentele vragen had over onaanvaardbare risico’s in de Verenigde Staten en over de geldstromen van België naar Frankrijk, en geen valabele antwoorden, hoe kon men dan het vertrouwen blijven schenken aan het management?

Waarom afstappen van de zo succesvol gebleken formule om met het vroegere Gemeentekrediet en Bacob een veilige, betrouwbare haven te zijn voor het vele Belgische spaargeld en met dat geld de reële economie en de echte welvaartsproductie vooruit te helpen?

Hoe zit dat nu eigenlijk met de geldstromen naar Frankrijk? Was men werkelijk zo naïef om niet te bedenken dat zoiets het wel heel moeilijk maakt om de afsplitsing van de Belgische bank aan de onderhandelingstafel te bewerkstelligen?
En waarom is men zo gastvrij geweest om de risico’s die aan Franse zijde zijn opgebouwd, zo talrijk te verwelkomen aan Belgische kant?

Al die vragen liggen ook op het bord van het management, van het oude en het nieuwe? Zeker voor hen ook de vraag: waarom zo lang vasthouden aan een wankel en zelfs hoogst instabiel bancair model? Waarom nog na de crisis van 2008 weigeren om versneld zijn risicovolle portefeuille af te bouwen?

En welke rol speelden de Belgische en Franse staat? De eerste al te afwezig, de andere al te aanwezig? Wie draagt in België de verantwoordelijkheid voor het misbruik dat men heeft laten maken van Belgische tegoeden? Wie voor de totaal onevenwichtige verdeling van de risico’s na het debacle, maar liefst 60 procent voor België terwijl die vooral veroorzaakt zijn aan de Franse kant? Naar aanbevelingen over hoe we gaan vermijden ons blauw te betalen aan de Belgische garantie van 54 miljard euro voor Dexia holding is het trouwens vruchteloos zoeken.

Wie zal zich echt moeten verantwoorden?

Niet enkel voor alle betrokken bestuurders, managers en politici, maar ook voor toezichthouders en administraties: hoe is het mogelijk dat zij dit lieten gebeuren, dat de cruciale publieke functie van een goed spaar- en kredietwezen dat de banken Gemeentekrediet en Bacob mee verzekerden tot bijna ieders tevredenheid, zoveel geweld kon worden aangedaan door de nieuwe spookbank Dexia? Wie van hen zal zich moeten verantwoorden? Voor de eerste maal dat ze het lieten gebeuren… en voor de monsterachtige ‘sequel’ amper drie jaar later?

Komen alle betrokkenen er straks van af met een simpele vermelding, hoogstens reprimande, in dit verslag? En gaan ze dus eigenlijk vrij uit want blijkbaar draagt er niemand echt verantwoordelijkheid voor het jarenlang laten verworden van ooit betrouwbare banken tot een internationale goktent? Evenmin voor het nalaten van een potentiële miljardenschuld die vandaag een regelrechte bedreiging uitmaakt voor de welvaart van alle burgers in dit land? Moet de samenleving met zoveel (on)zin voor verantwoordelijkheid echt vrede mee nemen?

Nee, de commissie heeft het niet begrepen… of niet willen begrijpen

Het is geen oordeel over alle afzonderlijke politici in deze commissie. Meer dan één heeft er meer en beter werk van willen maken. Maar op basis van het verslag dat ze samen afleverden is maar één conclusie te trekken. ‘Als commissie’ hebben ze niet begrepen – of niet willen begrijpen – hoe cruciaal de strijd van samenleving en politiek is om de macht van de grootbanken terug te dringen; om hen te dwingen het spaar- en kredietwezen – en niets anders – opnieuw in dienst te stellen van de reële economie die echt welvaart creëert; om deze banken opnieuw in handen van de samenleving te krijgen en hen zo te beletten dat ze nog maar eens de economie en de samenleving in de vernieling rijden, en wij een onbetaalbare prijs betalen voor hun puinhopen.

take down
the paywall
steun ons nu!