Gestolen Iraakse jeugd door oorlog en bezetting
Nieuws, Wereld, Politiek, Irak, Kinderrechten, Genève, Jeugdprostitutie, Trauma, Bezettingsmacht, Hoge Raad voor de Mensenrechten, Psychologische stoornissen -

Irak: gestolen land, gestolen jeugd. 19de zitting Hoge Raad voor de Mensenrechten

GENEVE - Een anti-oorlogsstem brengen in de VN: het is noodzakelijk én nuttig. De mening van het maatschappelijk middenveld moet worden gehoord. Tijdens de 19de zitting van de Hoge Raad voor de Mensenrechten in Genève, van 27 februari tot 23 maart 2012, kwam het BRussells Tribunal actief tussen om onder meer de uitzichtloze toestand van de Iraakse kinderen onder de aandacht te brengen.

woensdag 21 maart 2012 11:50
Spread the love

19de zitting van de Hoge Raad voor de Mensenrechten in Genève

Een anti-oorlogsstem brengen in de Verenigde Naties: het is noodzakelijk én nuttig. Regeringsleiders vertolken immers doorgaans niet de mening van het maatschappelijk middenveld dat vrede wil. De stem van die 99 procent moet worden gehoord.

Tijdens de 19de zitting van de Hoge Raad voor de Mensenrechten tussen 27 februari en 23 maart 2012 in Genève, kwam het BRussells Tribunal actief tussen tijdens een aantal sessies en organiseerde in samenwerking met andere NGO’s een aantal nevensessies.

Op 1 maart, tijdens het High Level Segment, mocht schrijfster en activiste Haifa Zangana, lid van het uitvoerend comité, het woord voeren namens alle bij de Mensenrechtenraad geaccrediteerde NGO’s met ECOSOC status, over Accountability and Impunity en over R2P (Responsibility to protect).

Op 8 maart bracht Bie Kentane, tijdens de speciale sessie over kinderen, het lot van de Iraakse kinderen ter sprake bij de speciale vertegenwoordiger van de algemeen secretaris van de VN voor de uitroeiing van alle vormen van geweld tegen kinderen.

NGO’s kunnen rapporten indienen over de situatie van de mensenrechten in de wereld. Van de 154 goedgekeurde rapporten schreef Het BRussells Tribunal er 11, gesteund door meer dan 200 NGO’s wereldwijd, waaronder ook Intal en Vrede; 10 rapporten over de catastrofale situatie in Irak en één over het gebrek aan bewegingsvrijheid in Palestina. Al deze rapporten werden goedgekeurd als officiële documenten van de Algemene Vergadering en gepubliceerd op de VN-website (zie de links onderaan).

De kinderen van Irak: een verloren generatie

De ellende van oorlog en bezetting zal nog heel lang blijven nazinderen, in de eerste plaats bij de meest kwetsbare groepen in de verwoeste Iraakse samenleving.

Hieronder nemen we de situatie van de kinderen in Irak onder de loep. Dit verslag is gebaseerd op de presentatie die Bie Kentane gaf op 8 maart (zaal XXIII van het Palais des Nations in Genève).

” … Leg ze naast elkaar, de lichamen van de kinderen, de duizenden kinderen – de peuters, de kleuters, de schoolkinderen – wiens lichamen werden uiteengereten, levend verbrand of doorzeefd met kogels tijdens de Amerikaanse invasie en bezetting van Irak.”

“Leg ze naast elkaar in het woestijnzand, loop langs hen heen, kilometer na kilometer, al die verwrongen lichamen, die stukken verscheurd vlees en uitpuilende ingewanden, die witte gezichten, die starende ogen die voor altijd gefixeerd zijn op het niets. Dat is de realiteit van wat er gebeurd is in Irak. Er is geen andere werkelijkheid … “
Chris Floyd, 17 december 2011

Gedurende twee decennia zijn Iraakse kinderen, samen met de rest van de bevolking, slachtoffer van ernstige mensenrechtenschendingen. Decennia van oorlog, buitenlandse bezetting en internationale sancties hebben Irak veranderd in een van de slechtste plaatsen voor kinderen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika met ongeveer 3,5 miljoen mensen in armoede, 1,5 miljoen kinderen onder de vijf jaar ondervoed en 100 zuigelingen die elke dag sterven (UNICEF).

De Iraakse bevolking is samengesteld uit een breed palet van jonge mensen waarvan 43 procent onder de leeftijd van 15. Maar juist deze brede basis van kinderen en jongeren in Irak weerspiegelt ook hun kwetsbaarheid binnen de context van een onveilige corrupte staat, weinig economische mogelijkheden en een slechte dienstverlening. Slechte kwaliteit van het onderwijs, geweld, oorlog en ontheemding hebben een sterke impact op het welbevinden van de kinderen, hun geestelijke gezondheid en ontwikkeling.

Directe slachtoffers van oorlogsgeweld

De meest realistische inschatting van dodelijke slachtoffers in Irak komt van JustForeignPolicy.Org Die stelt dat tussen de invasie in 2003 tot eind 2011 1.455.590 dodelijke slachtoffers vielen.

Uit een analyse uitgevoerd voor de onderzoeksgroep Iraq Body Count is gebleken dat 39 procent van de doden in luchtaanvallen door de VS-geleide coalitie, kind was. Bij de slachtoffers, veroorzaakt door mortieren – gebruikt door Amerikaanse en Iraakse regeringstroepen en opstandelingen – was 42 procent kind.

Van de 4.040 burgerslachtoffers gedood door de VS-geleide coalitietroepen, voor wie de leeftijdsgegevens beschikbaar zijn, waren 1.201 (29 procent) kinderen. Dagelijks eisen autobommen, explosies bij gebouwen en andere terreuraanslagen talrijke slachtoffers onder de kinderen. De moord op de kinderen in Haditha in 2005 is een goed voorbeeld van deze ‘collateral damage’:

“Op 24 januari werd Frank Wuterich vrijgesproken van het bloedbad aangericht in Haditha. Families, kinderen en vrouwen die niets te maken hadden met de dood van zijn collega, omgekomen door een bermbom, betaalden zijn wraak met de prijs van hun leven. De jongste overledene was één jaar, de oudste was 76 jaar oud: Abdul Hamid Hassan Ali, geamputeerd en in een rolstoel. Andere kinderen waren 3, 4, 5, 8, 10 en 14 jaar jong.
En wat te denken van de 13-jarige Safa, die deed alsof ze dood was onder de lichamen van haar familie. Van Hiba, enige overlevende van haar huis, en haar nu zes jaar oude dochter? Routine slachtpartijen …” (Felicity Arbuthnot, 2012)

Ook nu nog blijven kinderen en jongeren kwetsbaar voor aanvallen en raids van de politie- en strijdkrachten van het sektarische regime en de aanwezige buitenlandse huurlingen.

Indirecte impact van de oorlog

Maar nog veel meer kinderen zijn indirect slachtoffer, sterven aan ziektes, ondervoeding of honger als gevolg van wijdverbreide armoede, economische stagnatie, gebrek aan kansen, aantasting van het milieu en het ontbreken van basisvoorzieningen. Dat zijn ‘stille’ schendingen van de rechten van het kind.

De Rode Halve Maan waarschuwt dat de cijfers over ondervoede kinderen gestegen zijn van 19 procent voor de door de VS-geleide invasie in 2003, naar 28 procent nu. Slechts een op de drie Iraakse kinderen jonger dan vijf jaar heeft toegang tot veilig drinkwater en een op de vier is chronisch ondervoed.

Vervuiling en gebrek aan sanitaire voorzieningen, waaronder een tekort aan zuiver drinkwater, veroorzaakte het overlijden voor 70 procent van de bevolking en de dood van een op de acht Iraakse kinderen voor hun vijfde verjaardag.

Nieuwe generaties van conventionele en verboden wapens werden gebruikt tijdens de invasie van Irak in 2003. Andere illegale wapens zijn clusterbommen en-munitie, Napalm, witte fosfor en wapens met verarmd uranium.

Irak: hoogst aantal amputaties door clustermunitie en landmijnen

Landmijnen en resten van oorlogsmunitie hebben een verwoestend effect op de Iraakse kinderen. Ongeveer 25 procent van alle slachtoffers betreft kinderen onder de leeftijd van 14 jaar (2011).

“15 miljoen kinderen in Irak hebben het recht om op te groeien in een veilige omgeving die hun leven en welzijn beschermt. Zonder dringende maatregelen, om Irak te zuiveren van alle landmijnen, zullen de duizenden kinderen die momenteel in gebieden wonen besmet met mijnen en onontplofte munitie, het risico lopen te worden verminkt of gedood”. (Unicef-vertegenwoordiger in Irak, Sikander Khan).

Het aantal slachtoffers van cluster submunitie steeg tussen 1991 en 2007 van 5.500 tot 80.000. De laatste tien jaar hebben de Iraakse provincies Al Muthanna en Basra trouwens Angola voorbijgestoken wat betreft het hoogste percentage kinderen met amputaties. Een droevig record.

500.000 weeskinderen

Het aantal weeskinderen is tijdens de oorlog en bezetting in Irak drastisch toegenomen. Er zijn momenteel vijf miljoen Iraakse weeskinderen. Ongeveer 500.000 van deze weeskinderen leven op straat zonder familie of aangepaste instellingen om voor hen te zorgen. Ongeveer 1 op de 6 van de Iraakse kinderen onder de leeftijd van 18 jaar is een wees. Ze zijn kwetsbaar voor allerhande misbruik door criminelen, milities en mensenhandelaars.

Mustafa Fadhil, tien jaar, zit te wachten om de boodschappen te dragen van voorbijgangers. Hij zoekt inkomsten om zijn familie te helpen na de dood van zijn vader, slachtoffer van het geweld in Irak. Van tijd tot tijd waant Mustafa zich terug in de klas, een droom die verdwijnt wanneer een klant, op zoek naar een ‘drager’, hem roept. “Ik ging van school en begon te werken toen mijn vader werd gedood bij een mortieraanval op ons huis twee jaar geleden. Sindsdien ben ik verantwoordelijk voor mijn gezin”. Mustafa begroef zijn dromen en volgt de harde realiteit van het dagelijks leven. “Ik stopte met nadenken over mijn toekomst en wat ik zou doen wanneer ik ouder word.”

83 procent vluchtelingen is kind

Gemiddeld 75 tot 80 procent van de ontheemden in deze crisis betreft vrouwen en kinderen. De Iraakse Rode Halve Maan schat dat meer dan 83 procent van de vluchtelingen in Irak vrouwen en kinderen zijn, waarvan de meerderheid van de kinderen onder de leeftijd van 12 jaar.

Volgens UNHCR (de VN-vluchtelingenorganisatie) hebben Iraakse vluchtelingen in Syrië zwaar te lijden onder trauma’s als gevolg van het geweld, intenser dan om het even welk conflict elders. Uit onderzoek blijkt dat 89,5 procent last heeft van depressie, 81,6 procent aan angststoornissen lijdt en 67,6 procent Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) heeft.

“Sinds hij getuige geweest is van een moord door een militie, blijft Gabriel constant tekeningen maken van een auto met een dode persoon erin. Hij praat vaak over de dood en is ervan overtuigd dat mensen sterven als ze opgroeien. Hij is geen sociaal kind op school, hij huilt veel en voelt zich vaak onzeker. Zijn leraar zegt dat hij meermaals wegdroomt. Hij lijdt aan een ernstige vorm van PTSS.  Wat Gabriel heeft meegemaakt, is van invloed op zijn persoonlijkheid en ontwikkeling, het blijft in zijn geheugen gegrift” (World Vision).

UNHCR-enquêtes in 2009 stelden dat 20 procent van de interne vluchtelingen (IDP’s) en 5 procent van de teruggekeerde vluchtelingen vermiste kinderen meldt.

Seksuele exploitatie van meisjes

Een Iraakse NGO (OWW) schat dat van de ongeveer 4.000 vrouwen, die in de eerste zeven jaar na de oorlog verdwenen, een vijfde jonger dan 18 jaar was.

Onschuldige meisjes, die van hun kindertijd zouden moeten kunnen genieten onder de bescherming van hun ouders, worden opgesloten wegens prostitutie. Een beproeving waarbij zij zich behandeld weten als moderne slaven. OWW meldt dat er onder de prostituees tot 65 procent minderjarige meisjes zijn.

Geweld gebruikt tegen jonge prostituees is voornamelijk gericht op de zwangere meisjes. Veel rapporten vermelden dat hun zwangerschap werd afgebroken door schoppen en slaan. Meisjes die een abortus kregen, worden gedwongen om meteen weer aan de slag te gaan. Sommigen van de meisjes zijn het slachtoffer van foltering en groepsverkrachting. Kinderen van prostituees worden verkocht of verkracht door pedofiele klanten. 

Hoe jonger het meisje, hoe lucratiever de winst. De grootste vraag is naar meisjes onder de 16 jaar. Mensenhandelaars verkopen meisjes van 11 en 12 voor maar liefst 30.000 dollar, terwijl oudere ‘gebruikte’ meisjes en vrouwen kunnen worden gekocht voor slechts 2.000 dollar.

De smokkelaars worden geholpen door geavanceerde criminele netwerken die in staat zijn om documenten te vervalsen en corrupte ambtenaren te betalen om de gebruikelijke belemmeringen weg te nemen. In sommige gevallen vragen meisjes om in de gesloten centra te mogen blijven, zelfs nadat hun gevangenisstraf is voltooid, bang dat hun families hen zullen doden.

Een rapport uitgebracht door de in Londen gevestigde NGO SCEME wijst op de benarde situatie van de meisjes van 10 of 12 die uit het naoorlogse Irak gesmokkeld worden naar landen als Syrië, Jordanië, Libanon, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië. Andere slachtoffers van mensenhandel komen terecht in nachtclubs of bordelen, vaak in Bagdad. Sommige van die bordelen werden opgezet om te voldoen aan de vraag van het ‘personeel’ van de Verenigde Staten.

“Een meisje, geïdentificeerd als Shada, werd achtergelaten door haar vader aan de Syrische grens. Ze werd verhandeld naar Damascus, waar ze verkracht werd door vijf mannen en daarna verkocht aan een vrouw die haar dwong om te werken als prostituee in nachtclubs”.

Vele meisjes worden in de seksindustrie geduwd en zitten dan gevangen, niet in staat om te vertrekken vanwege de bedreigingen van hun familie en een gebrek aan een toekomst in een fundamentalistische samenleving die de neiging heeft om hen te zien als ‘schuldigen’ in plaats van ‘slachtoffers’.

“In het begin is het een nachtmerrie”, zei ze. “Dan beseffen ze dat er geen keus is, ze kunnen niet weglopen.” Een vrouw vertelde hoe ze ontdekt werd toen ze probeerde te vluchten. “Het gaat om de prijs van hun leven, de prijs van hun families”, zei ze.

Het verstrekken van onderdak, gezondheidszorg of psychologische steun aan deze gestigmatiseerde slachtoffers van seksuele uitbuiting is bijna onbestaande in de hele regio.

Bij het opwerpen van deze kwestie bij de Britse en Amerikaanse autoriteiten, wiens aanwezigheid in Irak een factor is die bijdraagt tot het probleem, ondervond men veel weerstand.  Ook de overheid heeft weinig gedaan om de handel in meisjes en vrouwen te bestrijden: er zijn geen vervolgingen geweest van criminelen die zich bezighouden met mensenhandel, geen uitgebreid programma of plan om het probleem op te lossen en een te verwaarlozen steun voor de slachtoffers.

Spectaculaire toename van drugverslaving

Voor 2003 was drugverslaving onder kinderen nagenoeg onbestaande in Irak. UNICEF-rapporten hebben gewaarschuwd dat drugverslaving steeds meer een fenomeen wordt onder de Iraakse kinderen. Er is een toename met 30 procent van verslaving bij kinderen sinds 2005 en bijna een stijging met 10 procent in het afgelopen jaar.

“In veel gevallen gaan kinderen aan de drugs om de pijn en het lijden veroorzaakt door de oorlog te verzachten. De dealers bieden werk en verlichting, wat in ‘dankbaarheid’ aangenomen wordt door kwetsbare kinderen” (Ameer, een psycholoog die werkt met verslaafde kinderen).

Maar het probleem gaat veel verder dan verslaving. Veel kinderen zitten gevangen in een bloeiende drugshandel in het nieuwe Irak. Gangs richten zich op kinderen die een geliefde hebben verloren of die op straat leven.

“Het probleem is nog verergerd omdat de overheid nalaat de chaotische situatie waarin kinderen leven aan te pakken”, zegt Ameer. Hij merkt op dat de enige hulp die kinderen krijgen afkomstig is van onafhankelijke hulporganisaties en vrijwilligers die meestal geconfronteerd worden met een moeilijke, soms gevaarlijke missie. “Veiligheidsproblemen maken het zwaar voor vrijwilligers om kinderen hulp te bieden, gewapende drugsdealers kunnen op elk moment wraak nemen tegen hen wanneer ze kinderen van de straat halen.”

Epidemie van psychische problemen 

Totale instorting van de economie in Irak, het sektarische geweld, Amerikaanse troepen en aanvallen op burgers, het doden van familieleden, hebben de kinderen in Irak een onschuldige, zorgeloze kindertijd ontnomen. Ze krijgen te maken met  armoede en een compleet gebrek aan veiligheid.

Iraakse kinderen worden gedwongen inkomsten te genereren omdat hun families lijden onder honger en armoede. Ze hebben de school verlaten en krijgen te maken met volwassenproblemen zoals werkloosheid, handenarbeid, enz.

Dagelijkse blootstelling aan geweld heeft hun psychologische ontwikkeling en gedrag beïnvloed. 46,8 procent van de bestudeerde gevallen meldt kinderen met ernstige gezondheidsproblemen zoals psychische stoornissen.

Veel ouders of verzorgers zijn niet in staat om voldoende steun te bieden aan hun kinderen aangezien ook zij lijden onder de verschrikkingen die zij meemaakten. Talloze kinderen lijden aan chronisch bedplassen, slapeloosheid of hebben regelmatig nachtmerries. 

Anderen zijn bang om gescheiden te worden van hun familie, lijden regelmatig aan paniekaanvallen of hebben moeite om zich te concentreren. Ze praten over hun ervaringen, over ontvoeringen en geweld, het zien van familieleden die voor hun ogen gedood werden of het zien van gemartelde lijken die in de straten werden achtergelaten. Sommige kinderen lijden aan eetstoornissen en groeistoornissen. Geen van deze kinderen kreeg gespecialiseerde zorg.

Uit een studie van de Iraakse Vereniging van Psychiaters, uitgevoerd in samenwerking met de WHO, blijkt dat 70 procent van de kinderen in Noord-Bagdad lijdt aan traumagerelateerde symptomen.

Een aantal studies over de prevalentie van psychische stoornissen van de kinderen in Bagdad, Mosul en Dohuk constateerde dat 47 procent van de kinderen van de lagere school een grote traumatische gebeurtenis meemaakte in de afgelopen 2 jaar, 14 procent had last van post-traumatische stress-stoornis (PTSS); 30 procent van de jongeren had symptomen van PTSS en er was eveneens een hogere mate van PTSS bij de oudere adolescenten. 92 procent van deze adolescenten kreeg geen aangepaste behandeling.

Ibn Rushd is het enige psychiatrische ziekenhuis in een hoofdstad van 6 miljoen mensen. Er is een acuut gebrek aan psychologische hulpverlening. De meeste medische professionals zijn immers gevlucht of vermoord.

Kinderen opgesloten in gevangenissen

Sinds de invasie werden kinderen van 10 jaar en ouder, tegen alle rechtsregels in, opgesloten in gevangenissen door de bezettingsmacht en het Iraakse regime. Velen onder hen werden gemarteld, zaten in cellen tussen de volwassenen en werden gebruikt als lokaas om (valse) getuigenissen af te dwingen bij de ouders. Zij die de gevangenis konden verlaten, werden aan hun lot overgelaten met de trauma’s over wat ze in de gevangenissen hadden gehoord en meegemaakt.

Besluit

Van alle statistieken die de verwoestingen van Irak door de illegale oorlog beschrijven, zijn de cijfers over het lot van de Iraakse kinderen de meest verontrustende en hartverscheurende. Deze kinderen bepalen de toekomst van Irak. Hun welzijn, of het gebrek daaraan, zal invloed hebben op de levens van alle Irakezen, ongeacht hun sekte, religie of etniciteit.

Sinds de invasie in 2003 kwamen de Anglo-Amerikaanse bezettingsmacht en de Iraakse regering niet toe aan hun meest fundamentele verplichtingen jegens de kinderen van Irak, zijnde de uitgangspunten van de Convention on the Rights of the Child om het leven van kinderen en hun lichamelijke, geestelijke, morele en spirituele ontwikkeling te beschermen in een veilige omgeving.

De bezettingsmacht draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de schendingen van deze bepalingen en verdragen met betrekking tot kinderen. Ze moeten volledig aansprakelijk worden gesteld voor de schade die zij hebben toegebracht aan de Iraakse kinderen. Ze hebben bewust het sociale weefsel van het land veranderd, gebruik gemaakt van etnische zuiveringen om de eenheid van het land te breken, waterzuiveringsinstallaties verwoest, gezondheids-en onderwijsvoorzieningen zonder onderscheid gebombardeerd.

De Iraakse instellingen en mechanismen, die moeten zorgen voor de fysieke, sociale en juridische bescherming van vrouwen, kinderen en jongeren, zijn disfunctioneel en onbetrouwbaar. Als gevolg daarvan worden de meest kwetsbare groepen blootgesteld aan uitbuiting en misbruik en uitgesloten van educatie en gezondheidszorg waar ze recht op hebben.

De internationale gemeenschap en de internationale mensenrechtenorganisaties dragen eveneens een grote verantwoordelijkheid voor deze alarmerende situatie, omdat ze er niet in slagen adequaat om te gaan met de ernstige schendingen toegebracht aan de meest kwetsbare inwoners van de Iraakse samenleving en niet in staat zijn de echte schuldigen aan te wijzen.

Dirk Adriaensens

Dirk Adriaensens is de coördinator van SOS Iraq en lid van het BRussells Tribunal. Tussen 1992 en 2003 leidde hij verschillende delegaties naar Irak om er de effecten van de sancties te observeren. Hij is ook coördinator van de Global Campaign Against the Assassination of Iraqi Academics.

Link naar de 19de sessie van de Human Rights Council – 27 februari tot 23 maart 2012 in Genève
http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/HRC/RegularSessions/Session19/Pages/19RegularSession.aspx

Links naar de rapporten:

*Human rights situation in Iraq according to UNAMI 2011 report
http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/136

*The plight of Iraqi Academics
A/HRC/19/NGO/137 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/137

*The destruction of Iraq’s education system
A/HRC/19/NGO/138 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/138

*The situation of Iraqi children
A/HRC/19/NGO/142 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/142

*Children of Iraq and armed conflicts
A/HRC/19/NGO/143 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/143

*Detention and rule of law in Iraq
A/HRC/19/NGO/144 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/144

*Violation of women rights in Iraq
A/HRC/19/NGO/145 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/145

*Enforced or involuntary disappearances in Iraq
http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/146

*Iraqi children health situation
A/HRC/19/NGO/147 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/147

*Death penalty and extrajudicial, summary or arbitrary executions in Iraq
A/HRC/19/NGO/149 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/149

* The breach of the West Bank Palestinians’ right to travel by the Israeli authorities
A/HRC/19/NGO/140 : http://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/19/NGO/140

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!