Digitale kloof versus digitale inclusie
De toenemende digitalisering in onze samenleving biedt heel wat kansen. Toch betekent dit ook dat een grote groep mensen het risico loopt om gemarginaliseerd te worden. We kunnen niet voorbij deze digitale kloof kijken.
De digitale kloof werd in eerste instantie beschouwd als een discrepantie tussen mensen die materiële toegang hebben tot ICT[1]en mensen die geen materiële toegang hebben of mensen die ICT gebruiken en mensen die geen ICT gebruiken. Later heeft onderzoek aangetoond dat dit veel complexer is. Het gaat hier over ‘de digitale kloof van de tweede graad’, wat staat voor de ongelijkheden en mechanismen van uitsluiting door verschillen in vaardigheden. (Mariën, 2011)
Ouderen die niet volgen of niet kunnen volgen, dreigen heel wat zaken te verliezen. Zo dient een afspraak maken bij de dokter steeds meer digitaal te gebeuren, trachten banken mensen te stimuleren tot online bankieren en worden mensen verplicht om hun tegemoetkoming of premie digitaal aan te vragen. Dergelijke technologische ontwikkelingen vergroten de kwetsbaarheid van ouderen.
Daarom is het des te belangrijker om in te zetten op digitale inclusie[2]. ICT is, de dag van vandaag, uit bijna geen enkele sector weg te denken, wat maakt dat ouderen op heel wat velden van hun maatschappelijke leven het risico lopen op digitale uitsluiting. Echter blijft de hulp, om de juiste weg te vinden, vaak uit.
Corona als stroomversneller
Technologie is in tijden van deze crisis onmisbaar. We zetten meer en meer in op het gebruik van QR-codes, bestellen online eten bij ons favoriete restaurant, betalen digitaal het ticket van de bus of trein, enzovoort. Met andere woorden zit de digitalisering in heel wat facetten van ons leven verweven en kunnen we stellen dat corona de motor voor digitalisering is. Want in tijden zoals deze zijn zowel bedrijven, dienstverleners als de overheid overgeschakeld naar digitale vormen van communicatie en dienstverlening. Bovendien brengt deze coronacrisis aan het licht hoe actueel en essentieel digitale inclusie is.
Als digitaal vaardige burger voelt deze crisis minder zwaar aan. Ik heb nog steeds sociale contacten zonder dat deze fysiek plaatsvinden, wat wil zeggen dat het niet beschikken over een smartphone of de vaardigheden om het te bedienen de ‘social distancing’ zwaar zou maken. Daarom ben ik de dag van vandaag de technologie erg dankbaar.
“De helft van de senioren is niet in staat berichten te versturen of te videochatten.” – L. Demarez – mediaprofessor UGent, 2020
Echter zie ik in mijn directe omgeving personen die mijn vreugde omtrent de digitalisering niet delen. Naast het feit dat berichten versturen en videochatten voor mijn grootouders moeizaam verloopt, dienen zij op heel wat andere gebieden eveneens obstakels te overwinnen. In dit digitale tijdperk hebben zij een persoon naast zich nodig die hen digitale behendigheid aanleert, want desondanks hun zelfredzaamheid schieten heel wat vaardigheden tekort. Dit zorgt voor frustratie en ontgoocheling, omdat ze hierdoor bepaalde verrichtingen niet zelfstandig kunnen uitvoeren. Zo schakelen zij regelmatig de hulp in van kinderen of kleinkinderen bij het digitaal uitvoeren van bankzaken doordat fysieke bankkantoren stilaan verdwijnen. Er is dus weldegelijk werk aan de winkel.
Het kan anders
Hoe we ook draaien of keren, digitalisering is momenteel niet weg te denken. Het kan verschillende vormen aannemen en heeft diverse gevolgen voor heel wat ouderen. Als de coronacrisis de samenleving iets geleerd heeft, is het wel dat het niet voor iedereen evident is om deel uit te maken van een maatschappij waar digitale deskundigheid steeds meer en meer vereist wordt. Met die kennis dienen we aan de slag te gaan.
Wat kan onze samenleving nu betekenen voor ouderen die uit de ‘digitale boot’ vallen? Wat dient er te gebeuren?
Ten eerste vind ik het belangrijk om te blijven investeren in niet-digitale hulp-of dienstverlening. Heel wat ouderen geven een voorkeur aan het persoonlijk afhandelen van zaken, omdat zij geloven dat persoonlijk contact waardevoller en efficiënter is. Ten tweede is er nood aan een passende training en ondersteuning bij het gebruik van digitale hulpmiddelen (bv. online bankieren). Bovendien dient men de gebruiksvriendelijkheid ervan te verbeteren, want zoals reeds vermeld, geeft ook mijn directe omgeving aan dit complex te vinden. Tenslotte ga ik akkoord met het advies van de Vlaamse Ouderenraad (2020) dewelke stelt dat men een ondersteuningsnetwerk moet garanderen en een betaalbare, klantvriendelijke hulpverlening moet aanbieden voor ouderen met digitale problemen.
Dergelijke oplossingen spelen naar mijn mening een belangrijke rol bij het dichten van de hiaten. Het mogen deelnemen aan de samenleving moet een recht zijn. Het is de plicht van de overheid om hiervoor te zorgen.
Notes:
[1] Informatie- en communicatietechnologie
[2] Digitale inclusie is het sociaal insluiten van mensen door hen digitaal in te sluiten. (Mariën, 2011)
Bronnen:
De Wulf, L. (2020, april 1). De corona-uitbraak als motor voor digitalisering: “Dit is het moment voor bedrijven om zich opnieuw uit te vinden”. Opgehaald van VRTnws: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/03/30/de-coronacrisis-als-motor-voor-digitalisering/
Mariën, I., & Vleugels, C. (2011). Van digitale kloof naar digitale inclusie: naar een duurzame ondersteuning van e-inclusie initiatieven in Vlaanderen. Opgehaald van https://docplayer.nl/3635036-Van-digitale-kloof-naar-digitale-inclusie-naar-een-duurzame-ondersteuning-van-e-inclusie-initiatieven-in-vlaanderen.html
Nieuw advies: Pak digitale uitsluiting van ouderen aan. (2020). Opgehaald van Vlaamse ouderenraad: https://www.vlaamse-ouderenraad.be/wat-denken-we/levenslang-leren-digitale-inclusie/nieuw-advies-pak-digitale-uitsluiting-van-ouderen