1973 is een kantelmoment in het stakingsgebeuren. Tot dan werden alleen top down door de vakbonden georganiseerde – erkende – stakingen getolereerd. Wie zich daar niet aan hield, kon door de werkgever ontslagen worden. De film schetst een beeld van een atypische – wilde – staking geleid door groepen links van de socialistische partij (KP, AMADA en RAL). Na de dokstaking neemt de basis steeds vaker het initiatief. Ontslagen volgen.
Op 21 december 1981 neemt het Hof van Cassatie een bocht. Staken mag, ongeacht wie de werkneerlegging organiseert: exit verschil tussen erkende en wilde stakingen. Door de ratificatie van het Europees Sociaal Handvest in 1991 moet België zelfs het recht op collectieve actie respecteren. Men mag méér dan alleen het werk neerleggen.
De werkgevers zetten een tegenoffensief in. Vanaf het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw wordt kwistig gebruik gemaakt van eenzijdige verzoekschriften om stakingsposten te ontmantelen. Daarnaast dienden vooral de liberale partijen talloze wetsvoorstellen in om het stakingsrecht te fnuiken. Deze konden nooit gerealiseerd worden tot in 2014 de rechtse regering Michel I aan de macht komt. Spoorwegpersoneel en penitentiaire beambten mogen het werk maar neerleggen onder strikte voorwaarden.
Langs Vlaamse zijde volgt een regeling voor het personeel van de Lijn. Wie is de volgende? Het Grondwettelijk Hof staat er bij en kijkt er naar. Zelfs de strafrechter wordt gemobiliseerd om militanten te vervolgen. Deze en andere reactionaire tendensen zullen op de debatavond aan bod komen.
Meer info
- Volledige programma
- Reserveer je stoel: andre@masereelfonds.be
- Leestip over de meest recente ontwikkeling rond het stakingsrecht. Wetsontwerp Van Quickenborne wil alle soorten betogers, vakbondsleden en activisten criminaliseren