Canada is voor velen in de wereld het voorbeeld van een land dat nog principes heeft in zijn buitenlands beleid, dat niet voor bruut geweld en uitbuiting kiest maar voor mensenrechten, dit in tegenstelling tot de stoute VS-buur.
Canada heeft een goed systeem van openbare gezondheid, openbare scholen zijn degelijk, er zijn meerdere partijen en een proportioneel kiesstelsel. Kortom, Canada is de vriendelijke, beleefde Amerikaan. Er zijn zeker aspecten aan de Canadese maatschappij die lovenswaardig zijn. Maar niet alles is er rozengeur en maneschijn.
De mythe kan op bepaalde vlakken niet meer verschillend zijn van de realiteit. Het buitenlands beleid is nog schijnheiliger en opportunistischer dan dat van de zuiderbuur. Het is plat mercantiel zonder enig oog voor mensenrechten of het leefmilieu.
Dat voormalige nazi’s er zo lang vrij konden leven en geëerd worden tot vandaag is geen afwijking van de norm, het is de norm. Maar eerst wat voorgeschiedenis.
Canada, zijn inheemse volkeren
Canada is het tweede grootste land ter wereld, na Rusland, dat nog tweemaal groter is. Het is net iets groter dan China en dan de VS. Op die immense oppervlakte wonen slechts 38 miljoen mensen. Meer dan 90 procent daarvan woont in een smalle strook op slechts 160 kilometer van de VS en één op drie Canadezen leeft in één provincie, het centraal gelegen Ontario.
De rest van het land is in feite leeg op wat zeer afgelegen dorpjes na. Open mijnbouw, olie- en gasextractie en bosbouw zijn in dat hinterland de enige activiteiten. Van de stad Saint-Johns aan de Atlantische Oceaan naar Vancouver aan de Stille Oceaan is het 7 uur 45 minuten vliegen. Ter vergelijking: van Brussel naar Toronto heb je 8 uur nodig.
Laat ik beginnen met de eerste mythe. Canada zou veel menselijker omgegaan zijn met de autochtone volkeren van hun land, waar ze er in grote lijnen twee van hebben, de vele stammen die over de grenzen met de VS leefden (en die we verkeerdelijk nog steeds ‘indianen’ noemen) en de niet ermee verwante Inuit (die we eveneens foutief Eskimo’s noemen, een scheldwoord van de meer zuidelijke volkeren dat ‘stinkende adem’ betekent).
Canada is nog steeds niet in het reine met de manier waarop die volkeren er werden afgeslacht, meerdere volkeren werden volledig uitgeroeid. Tot begin jaren 1970 werden nog kinderen weggehaald bij hun ouders en in internaten gestopt waar ze net genoeg onderwijs kregen om werk te krijgen als klusjesmannen en huishoudhulpjes.
Bovendien werden tot in de jaren 1960 tienduizenden meisjes en jonge moeders kort na hun bevalling zonder hun medeweten, laat staan instemming, gesteriliseerd. Massagraven van kinderen die aan geneesbare besmettelijke ziekten stierven – door gebrek aan degelijke medische behandeling – worden nog steeds ontdekt en geïnventariseerd. Bijna 50 procent van alle ontvoerde kinderen stierven voor ze volwassen werden.
In 1910 verklaarde de Canadese minister van volksgezondheid (!) dat het feit dat inheemse kinderen aan een veel hoger percentage stierven in de internaten dan in hun dorpen geen reden was om er mee te stoppen, want deze instellingen waren een essentieel onderdeel van ‘de eindoplossing van de Indiaanse kwestie’.
U leest dat goed, de Canadese Endlösung dateert van 1910. Zo had de provincie Alberta een wet op verplichte sterilisatie van inheemse vrouwen die pas in 1972 werd afgeschaft. Kortom, Canada was een land van witte supremacisten.
Maar geen slavernij?
Canada heeft geen grote vooroorlogse Afrikaans-Canadese gemeenschap. Veel slaven waren er niet. Toen Canada nog een Britse en Franse kolonie was leefden er ongeveer 4000 slaven. Daar was ook geen nood voor, er waren geen plantages.
Slavernij werd er afgeschaft door de Britse Kroon. In de praktijk is het land reeds onafhankelijk sinds 1867, maar puur formeel is het land pas sinds 1982 onafhankelijk.
Toch blijven de koningin, en binnenkort op de nieuwe munten, koning Charles, op de Canadese dollar figureren. Hij is nog steeds officieel het staatshoofd van Canada. De essentie is echter dat Canada net als de VS, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël een nederzettingenkolonie is op land dat werd gestolen van de oorspronkelijke bevolking.
Voor de Burgeroorlog in de VS en erna zijn ongeveer 30.000 slaven naar Canada gevlucht. De huidige Afrikaans-Canadese gemeenschappen zijn naoorlogse immigranten, hoofdzakelijk uit Haïti, Jamaica, Kameroen en Congo-Kinshasa (voormalig Belgisch Congo).
Ongeveer 4 procent van de Canadese bevolking heeft Afrikaanse roots. Anti-zwart racisme is zeker niet zo erg als in de VS maar problemen met discriminatie zijn er zoals in alle Europese landen. Canada heeft daarenboven een bijzonder onfrisse geschiedenis van anti-Chinees racisme.
Excuses zonder inhoud
Eerste minister Justin Trudeau is de eerste Canadese regeringsleider die excuses heeft uitgesproken voor de mishandeling van de autochtone volkeren, maar aan de discriminatie, de armoede en het moordende alcoholisme door gebrek aan enig toekomstperspectief is nog steeds geen einde gekomen.
Bovendien heeft Trudeau geen ogenblik geaarzeld om het verzet tegen de aanleg van olie- en gaspijplijnen, en tegen de olie- en gasextractie door fracking, te criminaliseren met zware straffen. Canadese inheemse volkeren baseren zich op verdragen die de rechten van hun territoria bepalen en die door de grote bedrijven permanent geschonden worden, zonder dat ze daarvoor worden vervolgd.
Diezelfde inheemse volkeren zijn de grootste slachtoffers van de door die industrie veroorzaakte bodem- en luchtvervuiling, terwijl ze zelf nauwelijks genieten van de voordelen die al deze energiebronnen leveren aan de meer zuidelijk wonende Canadezen.
Canadese gastvrijheid voor ‘oorlogsvluchtelingen’
Trudeau was zeer snel met excuses na een incident met de 98-jarige Canadees-Oekraïense veteraan van de Tweede Wereldoorlog Yaroslav Hunka. Die was uitgenodigd om aanwezig te zijn bij een toespraak van Oekraïens president Zelensky voor het parlement.
Hij werd luid toegejuicht door het voltallige parlement. Dit was echter geen flater, maar het logische gevolg van een oeroude Canadese traditie van wit supremacistisch denken.
Enkele uren later volgden al de excuses na verontwaardigde protesten van Joods-Canadese organisaties. Hunka was in 1943-1944 een jonge soldaat in de 14de Grenadier Divisie van de Waffen-SS-Galicia, de afdeling van de Waffen-SS die door Oekraïeners werd bemand.
Die Waffen-SS-Galicia – genaamd naar de historische naam van Westelijk Oekraïne (zonder verband met het Spaanse Galicia) – was verantwoordelijk voor gruwelijke slachtingen van Joods-Oekraïeners en andere etnische minderheden.
De 18-jarige Hunka was erbij toen opperbevelhebber van de SS Heinrich Himmler hen bezocht in de lente van 1943. Diezelfde Hunka had voor de zitting in het Canadees parlement een privé-onderhoud met Zelensky en Trudeau.
Kort na de zitting drukte Trudeau zijn excuses uit over iets ‘dat nooit had mogen gebeuren’. Hij slaagde er in de focus van dit schandaal te herleiden tot de strijd tegen ‘Russische desinformatie’. Geen enkele journalist sprak hem daarover aan met kritische vragen.
Collectieve historische amnesie
Wij worden verondersteld te geloven dat het voltallige parlement en de eerste minister niet zouden weten dat Oekraïeners die tegen het Sovjet-leger (niet tegen het Russisch leger) vochten dat dus deden aan de zijde van de Duitsers.
Ze wisten blijkbaar ook niet dat het 250.000 man sterke Sovjet-contingent in Oekraïne tijdens de Tweede Wereldoorlog voor 60 procent uit Oekraïeners bestond, die dus grotendeels zelfs hun Sovjet-staat hebben bevrijd van de nazi’s.
Er is niets uit het verleden van Hunka dat er op wijst dat hij niet langer achter de ideeën zou staan die hij als 18 tot 20-jarige soldaat had. Vast staat alleen dat hij kort na de oorlog is gevlucht naar Canada.
Incident met een lange onwelriekende voorgeschiedenis
Hunka was niet zomaar een van de vele duizenden Oekraïense nazi’s die welkom was in Canada en er passief als een brave Canadees leefde. In maart 2011 schreef hij een essay in het blad van de Association of Ukrainian Ex-Combattants.
Daarin beschreef hij het Duitse leger als “mystieke Duitse ridders”, toen zij toekwamen in zijn thuisdorp Berezhany. Hij noemde zijn eigen dienst in de Waffen-SS als “de gelukkigste tijd van mijn leven”.
“In het zesde studiejaar zaten in mijn klas op 40 leerlingen slechts zes Oekraïeners en twee Polen. De rest waren Joodse kinderen van vluchtelingen uit Polen. We vroegen ons af waarom die vluchtten uit een zo geciviliseerd westers land als Duitsland.”
NEW – Justin Trudeau blames Russian propaganda for Canadian Parliament honoring a Nazi.
"Obviously, it's extremely upsetting that this happened… this is something that is deeply embarrassing to the Parliament of Canada…
It's going to be really important that all of us push… pic.twitter.com/Zvk5ytkxmC
— KanekoaTheGreat (@KanekoaTheGreat) September 25, 2023
Van die Joodse bevolking zijn de statistieken bekend. Van de 12.000 Joden die in Berezhany leefden werden op 1 oktober 1941 500 tot 700 gefusilleerd in een nabije steengroeve, op 18 december 1941 werden 1200 Joden gefusilleerd in de bossen in de buurt.
Op 21 september 1942 werden 1000 tot 1500 Joden uit het dorp gedeporteerd naar het concentratiekamp Bełżec in Polen, waar ze allen werden omgebracht, gevolgd door 1700 Joden in een werkkamp buiten het dorp.
Slechts 100 Joden in Berezhany overleefden de oorlog. De jonge Waffen-SS-soldaat Hunka was erbij toen Heinrich Himmler hen toesprak.
Na de oorlog heeft Canada duizenden Joodse vluchtelingen gevangen gehouden als ‘enemy aliens’ in dezelfde kampen als de gevluchte nazi’s. De Canadese overheid ging er van uit dat al die uit Oost-Europa gevluchte Joden het land zouden ‘besmetten’ met communisme.
Duizenden Oekraïense nazi’s werden daarentegen vrij snel volgens een fast-track-procedure genaturaliseerd tot Canadese staatsburgers. Hunka was één van hen.
In 1997 beschuldigde het Simon Wiesenthalcenter de Canadese regering ervan meer dan 2000 Oekraïense veteranen van het 14de regiment Grenadiers Waffen SS toegang tot het land te hebben gegeven.
Ook meer dan 1000 nazi’s uit de Baltische staten werden gul verwelkomd. Het tonen van een SS-tattoo werd bij de behandeling van de aanvragen gezien als een bewijs van goed ‘anti-communisme’.
Yaroslav Hunka kwam in 1954 in Ontario wonen waar hij onmiddellijk lid werd van het Broederschap van Soldaten van de 1ste Divisie van de UNA, een extreemrechtse organisatie van Oekraïeners in Canada.
Een ander lid van de UNA was Michael Chomiak, grootvader van huidig vice-eerste minister Chrystia Freedland. Je mag niet zomaar een kleinkind associëren met de misdaden van zijn/haar grootouders.
Freedland heeft echter tijdens haar carrière als journaliste en diplomaat de erfenis van haar grootvader voortdurend aangehaald en bejubeld en heeft meermaals Canadese nazi-collaborateurs geëerd bij openbare evenementen.
Als journaliste schreef ze in meerdere Oekraïense nationalistische publicaties in Canada en ze was een aantal jaren hoofdredacteur van de krant Ukrainian News. In 1988 stond naast een artikel van haar een advertentie ‘Fighting for Freedom’ die de Waffen-SS-Galicia herdacht.
In 2013 begon haar politieke carrière als volksvertegenwoordiger. Vier jaar later werd ze minister van Buitenlandse Zaken onder Justin Trudeau. Zij was erbij toen Hunka werd gelauwerd in het parlement. Achter de schermen lobbyde ze ervoor om de hele scene te laten schrappen uit alle verslagen en opnames van het parlement.
Terzijde dit: Chrystia Freedland is de minister die in 2017 het CETA-vrijhandelsakkoord met de EU kwam verdedigen in Brussel.
Canada, zijn mijnbouw- en bosbouwbedrijven
Wat ooit de bonthandel en de handel in buffelvlees was om het Canadese hinterland leeg te roven is vandaag mijn- en bosbouw. De meest vervuilende aardolie ter wereld wordt aangeboord met fracking in de teerzanden van de provincie Alberta.
Bijna 20 procent van de totale landoppervlakte van Canada dient voor mijnbouw of wordt opgeëist voor toekomstige mijnbouw.
De bedrijven hebben alle inheemse volkeren verdreven door hun viswaters, hun grondwater en hun akkers te vergiftigen. De Canadese overheid zet ze vervolgens op sociale hulpprogramma’s, waar andere Canadezen dan tegen protesteren, omdat ‘die luie Indianen’ niet willen werken zoals zij.
Dat model voert Canada nog steeds uit naar zijn mijnen in Latijns-Amerika en Afrika. Canadese bedrijven maken bijna de helft uit van alle mijnbouwbedrijven ter wereld.
Canadese mijn- en bosbouwbedrijven betalen, net als hun Franse, Britse, Spaanse en VS-concurrenten reeds decennia doodseskaders in meerdere Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse landen om vakbondsmilitanten en inheemse leiders te vermoorden. Het ergste voorbeeld is Colombia.
Zelfs Europese landen zijn niet helemaal vrij van deze roofdierbedrijven. Het Canadese goudmijnbedrijf met de omineuze naam Eldorado vervuilt ongestraft het grondwater van hele regio’s in Griekenland, maakt daar enorme winsten mee en betaalt er zero belastingen voor, dankzij de gulle steun van Nederland.
Daar heeft het bedrijf een postbusadres, waar het officieel zijn ‘belastingen’ betaalt. Door kosten te factureren tussen de afdelingen van het bedrijf in meerdere landen maakt het bedrijf officieel geen winst en betaalt het in de praktijk géén belastingen, ook niet in Nederland.
Canada en zijn vijanden
Canada is al jaren een trouwe bondgenoot van de VS in de Stille Oceaan, samen met Nieuw-Zeeland, Australië, Japan en Groot-Brittannië, dat ver weg van de Stille Oceaan nog steeds oude imperiale illusies koestert in dit deel van de wereld.
De regering, de overheidsdiensten en de media zijn fanatiek pro-Israël. Politici beconcurreren elkaar met uitingen van sympathie voor het koloniale project en van haat voor het Palestijnse terrorisme. Er is zo goed als geen pro-Palestijnse politieke oppositie.
Canada is een wit supremacistisch koloniaal project. Het incident met Yaroslav Hunka is daar het logische gevolg van. Dit was geen uitschuiver. Dit is een land dat op heterdaad werd betrapt.
Trudeau slaagde er bij zijn excuses in om de aandacht te verschuiven naar ‘Russische propaganda en desinformatie’. Dat kan hij alleen omdat de media hem daar kritiekloos in volgen.
In plaats van daar enige kritische journalistieke bedenkingen bij te plaatsen, nemen de media het gewoon over. Zo lezen we in onze eigen Belgische kwaliteitskrant ‘Applaus voor Oekraïense collaborateur in Canada is cadeau voor Rusland”…
CODA: Polen heeft de uitlevering gevraagd van Yaroslav Hunka. Wordt vervolgd.