Bron: Schone Kleren Campagne
Anuradha Nagaraj, IPS

Meer uren voor minder geld: textielwerkers zien arbeidsrechten terugdraaien sinds covid

De lonen en arbeidsomstandigheden in de textielsector zijn sterk achteruitgegaan tijdens de pandemie, zeggen arbeidsorganisaties. Arbeiders zijn genoodzaakt om nieuwe jobs aan te nemen met geen of slechte contracten, waardoor ze zich in de schulden werken, blijkt uit nieuw onderzoek.

donderdag 15 juli 2021 13:43
Spread the love

 

Abdul Wasid werd in de begindagen van de pandemie ontslagen – hij werkte in een Pakistaanse kledingfabriek. Drie maanden later werd hij opnieuw aangenomen, voor een lager loon en meer uren. Nu moet hij geld lenen om rond te komen.

Wat Wasid overkwam weerspiegelt een terugdraaiing van arbeidsrechten in de wereldwijde kledingindustrie, als gevolg van covid-19. Door de crisis oefenen modemerken druk uit op hun leveranciers, die op hun beurt de fabrieksarbeiders onder druk zetten. Dit staat in twee nieuwe rapporten van arbeidsorganisaties.

“Ik was wanhopig omdat ik maandenlang niets had verdiend nadat ik was ontslagen. Ik stemde in met alles wat ze zeiden. Nu ben ik afhankelijk van kleine leningen om te overleven”, zegt de 35-jarige Wasid via een videogesprek vanuit zijn huis in Karachi nadat hij net een shift van tien uur heeft afgerond.

Loondiefstal

Onder het nieuwe, tijdelijke contract kan Wasid naar eigen zeggen opnieuw worden ontslagen als hij klaagt over een achterstallig maandloon van 2020 dat hij nog steeds niet gekregen heeft.

Voorvechters van arbeidsrechten stellen dat miljoenen kledingarbeiders over de hele wereld achterstallige lonen en ontslagvergoedingen tegoed hebben sinds het begin van de pandemie.

“Loondiefstal is inherent aan het bedrijfsmodel van de wereldwijde modemerken en de pandemie heeft dit verergerd”, zegt Anannya Bhattacharjee, coördinator bij Asia Floor Wage Alliance (AFWA), die kledingarbeiders vertegenwoordigt.

In een rapport met de titel ‘Money Heist‘, waarin werknemers van 189 fabrieken in zes landen worden geïnterviewd, beschuldigt de non-profitorganisatie winstgevende modemultinationals ervan “de risico’s van zaken doen over te dragen” aan fabrikanten.

Telefoon uitgeschakeld

Vorig jaar al trokken arbeidsorganisaties aan de alarmbel omdat het levensonderhoud van naar schatting 60 miljoen textielarbeiders wereldwijd in het gedrang werd gebracht, omdat kledingmerken er niet in slaagden systemen op te zetten om mensen te ondersteunen die onderaan hun toeleveringsketens werkten.

Op het hoogtepunt van de crisis hadden leveranciers geen geld meer om werknemers te betalen, omdat merken weigerden te betalen voor zendingen die al waren afgeleverd of bestellingen annuleerden waarvoor fabrieken al voorraden hadden ingekocht, aldus het AFWA-rapport.

In veel gevallen schakelden werkgevers simpelweg hun telefoons uit om te voorkomen dat arbeiders om hun achterstallig loon zouden vragen, blijkt uit interviews met fabriekspersoneel.

Naast het feit dat ze in veel gevallen niet correct worden uitbetaald, hebben werknemers overuren, maaltijdcheques en toegang tot kinderopvang verloren. Zwangere vrouwen en mensen met jonge kinderen worden onevenredig getroffen door deze achteruitgang van de arbeidsrechten, aldus het rapport.

“Aanzienlijke schade”

De International Apparel Federation, die wereldwijd meer dan 100.000 verenigingen en productiebedrijven in de sector vertegenwoordigt, was niet direct bereikbaar voor commentaar. Eerder wees de organisatie echter met de vinger naar de merken.

Terwijl sommige merken “aanzienlijke inspanningen” hebben geleverd om de schade aan werknemers te beperken, hebben andere geen “verantwoordelijke aanpak” gevolgd, zegt Peter McAllister van het Ethical Trade Initiative – een toonaangevende alliantie met retailers, vakbonden en ngo’s.

“In veel te veel gevallen werd, en in sommige gevallen wordt nog steeds, aanzienlijke schade aangericht”, zegt McAllister, uitvoerend directeur van de alliantie, per e-mail.

“We hebben duidelijk advies gegeven over onze verwachtingen van verantwoordelijk gedrag en hebben specifieke maatregelen genomen om de omstandigheden voor werknemers die door covid zijn getroffen te verbeteren. Maar er moet nog meer worden gedaan.”

Chronisch lage lonen

Uit nieuw onderzoek van de Britse Universiteit van Sheffield en het in de VS gevestigde Workers Rights Consortium (WRC), een belangengroep voor arbeiders, blijkt dat meer dan een derde van de werknemers die tijdens de pandemie van baan veranderden, een verslechtering van de arbeidsomstandigheden meldt.

Meer dan twee derde (68 procent) van de werknemers die van baan veranderden, had geen schriftelijk of mondeling contract in hun nieuwe functie. Dat blijkt uit interviews met zo’n duizend werknemers in Ethiopië, Honduras, India en Myanmar – allemaal grote wereldwijde leveranciers.

Van degenen die wel een nieuw contract kregen, zei 19 procent dat de voorwaarden slechter waren dan in de vorige overeenkomst.

“Groeiende schuldenlast onder kledingarbeiders is het resultaat van chronisch lage lonen in de toeleveringsketens van kledingmerken, verergerd door de reactie van die merken op de pandemie”, zegt Genevieve LeBaron, coauteur van het rapport en professor aan de Universiteit van Sheffield.

“Dit is een alarmerende trend, zeker gezien de goed gedocumenteerde verbanden tussen schulden en kwetsbaarheid voor dwangarbeid.”

Diep in de schulden

Uit het rapport ‘Money Heist’ blijkt dat de schulden van kledingarbeiders waren gestegen sinds het begin van de pandemie, terwijl de studie van Sheffield stelt dat zeker 60 procent geld moest lenen tijdens de pandemie, toen het inkomen daalde en het spaargeld verdampte.

“Werknemers kregen al geen eerlijk loon en hadden weinig spaargeld aan het begin van de pandemie”, zegt Zameer Awan, veldwerker bij de ngo Pakistan Institute of Labour Education & Research.

“Nu zitten de meesten diep in de schulden. Degenen die opnieuw een baan hebben gevonden, bevinden zich in een situatie waarin ze misbruikt worden, maar zonder een stem om ertegen te protesteren.”

De arbeidsorganisaties eisen een fonds voor ontslagvergoedingen voor werknemers, gefinancierd door de merken. Dat fonds moet dan sociale beschermingsprogramma’s van de overheid aanvullen of werkloosheids- of ontslagvergoedingen voorzien. Veel werknemers zijn echter pessimistisch over verbeteringen op korte termijn.

“De realiteit is dat wat ik verdien, niet genoeg is”, zegt Wasid. “Ik zie niets veranderen in de toekomst… en ik kan er niets aan doen.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Thomson Reuters Foundation

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!