De culturele revolutie van N-VA
Analyse, Nieuws, Politiek, Cultuur, België -

De culturele revolutie van N-VA

Nu de verkiezingen weer dichter komen, komt de cultuurstrijd van N-VA terug boven water. Mobiliteit, justitie, dat moet allemaal volledig Vlaams worden. Maar hoe verloopt die cultuurstrijd met betrekking tot cultuur?

woensdag 24 mei 2017 09:48
Spread the love

“Ik ben een revolutionair” zo opende Joachim Pohlmann een van zijn columns in De Morgen (11 mei), die dienen om het conservatisme met het nodige retorisch dandyisme terug hip te maken bij jongeren. “Maar waardigheid is mijn wapen … burgerlijk fatsoen mijn revolutionaire actie”, voegde de woordvoerder van N-VA er aan toe.

Burgerlijk fatsoen?

De haattweets van Theo Francken en de fascistoïde pesterijen van jong N-VA qua fatsoen even terzijde gelaten, verwoordt de Pohlmann daarmee ook de filosofie van de voorzitter. N-VA kampt weliswaar met een dubbele moraal – een spreidstand tussen woord en daad om een extreemrechtse achterban te paaien – toch is het belangrijk hun officieel discours in acht te nemen want dat is op zich ook problematisch.

Geïnspireerd door de filosoof Edmund Burke, vindt Bart De Wever namelijk dat we de emancipatiestrijd (hij noemt dat ‘mei ‘68’) moeten bestrijden en daarentegen trachten de geesten te winnen voor een collectieve identiteitsbeleving op basis van de culturele waarden en opvattingen die heersen binnen de Vlaamse natie. Wat dat ook mag betekenen.

Tegen “de rampzalige hoogmoed en utopische arrogantie van revolutionairen” in, zo stelde De Wever het op een debatavond over Burke bij De Buren, “moeten we het kostbare sociale en historische weefsel verdedigen. Alleen in de maatschappij als geheel kan wijsheid bestaan, en die wijsheid zit vervat in instituties en tradities die hun deugdelijkheid doorheen de tijd hebben bewezen.”

De cultuurgemeenschap?

“De mens kan bijgevolg zijn maximaal potentieel maar bereiken in de Vlaamse cultuurgemeenschap. Daarom moeten we de jongere generatie onderdompelen in dit historisch en cultureel weefsel, zodat we deze waarden over de generaties heen kunnen overdragen en zodat onze erfenis standhoudt.”

Kort gezegd, de hegemonische Vlaamse cultuur is de inzet – doel en middel – van wat we de “culturele revolutie” van N-VA kunnen noemen. Maar dan in de problematische betekenis die kunstcriticus Sven Lütticken eraan geeft in zijn boek Cultural Revolution (2017): de poging om vanuit de politieke instituties kunst en cultuur in te schrijven in een ideologisch verhaal.

Dat verhaal komt in het geval van N-VA neer op het vastklampen aan een nostalgisch verlangen naar een ingebeelde blanke gemeenschapsbeleving. De kracht van de verstarring.

In historisch opzicht wil ook conservatief rechts, en dus niet alleen een bepaald soort revolutionair links, kunst en cultuur als een instrument gebruiken om hun politiek einddoel te bereiken.

De autonomie van de cultuurmakers is daarbij steeds het eerste slachtoffer: hun aspiraties moeten herschreven, gestuurd en gekneed worden. Vandaar dat het voor N-VA ook heel belangrijk is de culturele instituten in hun greep te krijgen: musea, theaterzalen en cultuurcentra.

Cultuurstrijd

Hoe pakt N-VA dit aan? De conservatieven in de VS kozen sinds Reagan voor ‘cultural wars’: ze vallen kunstenaars en cultuurorganisaties publiekelijk aan en leggen subsidies droog. Trump wil niet achterblijven: de enige film die hij sinds z’n presidentschap in het Witte Huis toonde, was de Disneyprent Finding Dory.

Deze wapensjeik dreigt er ook mee ineens alle cultuursubsidies af te schaffen. Exit the National Endowment for the Arts, the National Endowment for the Humanities en the Corporation for Public Broadcasting: make America Great Again?

Voor N-VA aan de macht kwam, koos De Wever naar het voorbeeld van Vlaams Belang ook voor de strategie van de provocatie. Denk aan het ‘debat’ kunstkritiek dat hij in 2012 via zijn columns in De Standaard opende.

Die stonden bol van simplismen (zoals ‘kunst zou niet autonoom zijn, want iemand moet ervoor betalen’) en afwijzende uitspraken over ‘de hedendaagse kunsten’ in het algemeen, zonder zich aan discussie te wagen over een concreet werk of kunstenaar.

“In heel Europa zou de spanning tussen ‘autonome’ kunst en het grote publiek verder oplopen”, dat soort stemmingmakerij. Populistisch, want De Wever weigerde deze kritiek concreet te maken. Zoals je ‘links’ in algemene termen kan aanvallen, kan dat dus blijkbaar ook met ‘de kunst’.

Centen en intimidatie

Opvallend: na de verkiezingsoverwinningen verdwenen die stellige meningen. Burgemeester De Wever ging in alle geveinsde bescheidenheid als kunstleek en met gespeelde sympathie praatjes geven op de opening van culturele evenementen en tentoonstellingen, bijvoorbeeld in het MuHKA. Eens aan de macht, startte de strategie van de machtsovername via de logica van het geld en de aanwezigheidspolitiek.

N-VA zette bijvoorbeeld de grote lijnen van het cultuurbeleid op papier nog voor cultuurminister Gatz er aan te pas kwam. Die mag uitvoeren wat N-VA beslist, met een focus op de Antwerpse kunstinstellingen.

Het Museum Voor Schone Kunsten van Antwerpen (KMSKA) kreeg er bijvoorbeeld voor de lopende verbouwingen recent nog maar eens 9 miljoen euro bij. MuHKA kreeg onlangs ook 600.000 euro extra van de cultuurminister en 600.000 van minister voor Toerisme Ben Weyts via het hefboomproject ‘Vlaamse Meesters’, op zich ook gestoeld op een Vlaams-nationalistische impuls. Maar de noodzakelijke verhoging van het budget voor de projectsubsidies voor individuele kunstenaars en kleine organisaties blijft uit.

Die wanverhouding tussen investeren in beton en talent zet de machtsverhoudingen op scherp: de cultuurmakers moeten een lesje krijgen, voor de top van de grote cultuurinstituten is er de verleidingsdans met subsidiegeld in ruil voor Vlaamse volgzaamheid.

KMSKA wordt een vzw in plaats van een overheidsbedrijf en volgens De Standaard (23 mei) komt dat neer op een verzelfstandiging die de autonomie ten goede komt. Maar bij de vzw MuHKA merken we dat de minister de nieuwe bestuurders rechtstreeks aanstelt. Nochtans is dat bij een vzw de bevoegdheid van de algemene vergadering.

Die mag nu de keuze van de minister achteraf bekrachtigen. Daarmee is duidelijk dat die zogenaamde ‘autonomie’ een schijnargument is en dat de verzelfstandiging vooral dient om private belangen (sponsors, privaat-publieke samenwerking) mee aan boord te kunnen halen.

Rancune

De strategie van de machtsovername betekent echter niet dat er geen provocaties meer zijn. Er is een verschuiving: van een open publiek debat naar een intimidatiepolitiek. Het blijft daarbij niet bij dreigtweets. Subsidies worden in vraag gesteld (Victoria Deluxe mocht dat recent nog ondervinden).

De werkgever wordt aangeschreven en als het even kan, leidt het ook tot ontslag zoals bij Rachida Lamrabet, diversiteitsambtenaar Alona Lyubayeva en CD&V-medewerker Youssef Kobo. Kritische nieuwsmedia zoals Apache worden zwaar aangepakt

Ambtenaren die op sociale media kritiek geven of hun verontwaardiging bij beleidsbeslissingen uiten, worden voortdurend op het matje geroepen. De schrik voor jobverlies zit er al goed in. Kortom, N-VA waakt in de stijl van het oude racuneuze flamingantisme.

Vlaams offensief

De Vlaams-nationalisten werkten ondertussen verder aan hun communautair programma door intensief in te zetten op grote Vlaamse cultuurhuizen, vooral in Antwerpen, maar ook door de Brusselse instellingen verder in een impasse te duwen.

In Antwerpen wil de gedeputeerde bestuurder Luk Lemmens (N-VA) het fotomuseum, designmuseum en diamantmuseum onderbrengen in een verzelfstandigde Museumstichting want de stadsdiensten, die nota bene beheerd worden door N-VA en De Wever himself, zouden te bureaucratisch zijn.

Ook hier spelen communautaire motieven mee: de geprivatiseerde structuur die N-VA voor de Museumstichting beoogt – en die inzake privatisering veel verder gaat dan de bestaande EVA’s (extern verzelfstandigd agentschap) in Antwerpen – biedt tal van fiscale voordelen, bijvoorbeeld inzake btw. Bij verbouwingen bespaar je zo al snel een aantal miljoenen.

Aangezien btw een federale materie is, gaat het om een verlies aan inkomsten voor de federale overheid in het voordeel van Vlaamse instellingen. Goed bestuur kan je dat niet noemen voor een partij die beleidsmatig verantwoordelijk is voor alle niveaus: federaal, Vlaams en stedelijk.

Daarnaast is er de strijd om de bestuursraden. Recent was er bijvoorbeeld de wissel van bestuurders in MuHKA, De Singel en het Kunsthuis. Opvallende tendens: raden worden kleiner gemaakt waardoor het politieke overwicht toeneemt en N-VA zoekt overal de meerderheid via de politieke mandaten aangevuld met een vriendjespolitiek met externe experten.

CEO’s

Aangezien N-VA weinig mensen in de rangen heeft met een degelijke cultuurexpertise, kiest N-VA ervoor om vooral Vlaamse ondernemers mee aan boord te halen. Het patroon: N-VA schuift haar CEO’s naar voren.

Het kan ook zijn dat er geen interesse is in cultuurexpertise en dat N-VA sowieso ondernemers aan boord wil halen met een mercantiele koerswijziging van de cultuursector als doel: inzetten op toerisme, de naamsbekendheid van onze economische regio en het ondersteunen van Vlaamse bedrijven.

In de Museumstichting in oprichting, een culturele coup op drie Antwerpse musea, zie je dat patroon duidelijk. ‘Een CEO-club’ mochten de vakbonden deze hervorming niet noemen van gedeputeerde Lemmens (N-VA).

Hij liet zijn woordvoerder in een interview door De Morgen reageren op een opinie op deze site: de beschuldiging was onterecht want in de bestuursraad zouden ook politici zetelen, aangevuld met zeven externen. “De democratiecontrole blijft dus”, voegde die eraan toe.

Het probleem zit echter in het profiel van die experts. Ingrid Stevens is CEO van het Antwerpse beursvennootschap. Erik Dralans is een voormalig ING-topman en voorzitter van de faculteit vergelijkende godsdienstwetenschappen. Sepideh Sedaghatnia is ondernemer en sommelier. Christian Salez is voorzitter Furthermore Media Ltd, voormalig CEO Bulo en Delvaux, en bestuurder bij Natan en Otentic Perfumes. Bie De Graeve is directeur Business Development Antwerp Management School.

De enige expert vanuit culturele middens is Mieke Renders, directeur van De Brakke Grond in Amsterdam en voorheen directeur kunst en cultuur Flanders House, New York. Haar Vlaamse profiel hoeft haar objectiviteit niet in de weg te staan, maar dit bestuurslid is doorgaans afwezig op de cruciale vergaderingen tijdens de oprichting. Wie garandeert bijgevolg dat creatieve bedrijven op een armlengte afstand blijven? Wie staat borg voor een autonome werking?

Handelaar Huts

Het gaat niet alleen om CEO’s in bestuursraden. Er is natuurlijk ook de samenwerking met Vlaamse ondernemers die zich willen inkopen in de musea. Denk aan havenbaas Huts die met zijn propagandatentoonstellingen in het Gentse Caermersklooster (‘Voor God & Geld’, ‘Oer. De wortels van Vlaanderen’) de (kunst)geschiedenis wil herschrijven tot een Vlaams-nationalistisch verhaal en een lofrede aan het kapitalisme. Daar komt overigens opvallend weinig kritiek op vanuit de kunstwereld zelf.

Afgaande op de overmaatse reclamecampagne voor deze tentoonstellingen via dagelijkse krantenadvertenties en affiches in alle Vlaamse steden, wil Huts vooral een aanwezigheidspolitiek voeren: publieke zichtbaarheid.

Dat is niet zomaar. In een samenspel met zijn kunstbeleggingsbedrijf Phoebus verovert zijn Katoen Natie Art, een bedrijf gespecialiseerd in het transport, de opslag en het bewaren van kunst, ‘de markt’ van de publieke instellingen. Huts wil zakenrelaties met onze musea uitbouwen door gratis diensten aan te leveren of goedkope logistieke deals aan te bieden.

Hoeveel van ons publiek kunstpatrimonium zou er al niet in de depots van Huts zitten? MuHKA heeft een groot deel van haar collectie op de dokken van Huts staan. De Stad Antwerpen overweegt intussen om de geplande aanbouw van erfgoeddepots terug te draaien, een één-tweetje met Huts?

De havenbaron probeert ook het Caermersklooster in Gent via pacht in concessie te krijgen voor enkele decennia. Wat zal het progressieve Gentse stadsbestuur beslissen?

Antiquair Axel Vervoordt

Naast Huts verschijnt ook interieurvormgever en antiquair Axel Vervoordt steeds meer op het toneel. Hij is vooral een goede vriend van onze liberale cultuurminister en mocht bijvoorbeeld meebeslissen over welke kunstenaar onze regio vertegenwoordigt op de Biënnale van Venetië.

De Standaard gaf maar eventjes 5 sterren aan de private tentoonstelling die Vervoordt zelf in Venetië organiseert, terwijl de schitterende tentoonstelling van kunstenaar Dirk Braeckman in het Belgische paviljoen maar vier sterren kreeg. Ging het om een reclameblok onder het mom van een recensie?

Is het toeval dat Vervoordt de verbouwingen in het MuHKA mocht uitvoeren en zelf een boekencollectie mag presenteren op een moment dat Gatz 600.000 euro extra steun toeschuift aan dit museum?

Gleichshaltung?

De vraag die nu open ligt: wat zal de volgende fase in de cultuurrevolutie van N-VA zijn om cultuurorganisaties verder in het gareel te brengen en te onderwerpen aan de N-VA-filosofie? ‘Gleichshaltung’, heette dat in nazi-Duitsland.

Le Pen beloofde een stijging van 25 procent van het cultuurbudget als ze de Franse presidentsverkiezingen won, weliswaar om te investeren in het nationaal patrimonium en nationalistische folklore. Zal N-VA deze piste volgen bij een verkiezingsoverwinning?

Zal ze in de lijn van het cultuurflamingantisme de ministerpost voor cultuur opeisen en met meer steun over de brug komen, in ruil voor Vlaamsgezindheid? Hoe bereidt de sector zich vandaag voor op dit mogelijk scenario waarbij de artistieke autonomie in de uitverkoop komt te staan?

Of kunnen we ons eerder verwachten aan een verderzetting van de afrekening? De steun aan kleine organisaties en individuele kunstenaars verder droogleggen en slechts middelen vrijmaken voor enkele grote instellingen waarmee het beleid via een institutionele machtsgreep de kunstwereld top-down onder controle probeert te krijgen? Cultuursubsidies in zijn geheel afbouwen en ondertussen wel inzetten op cultuur via toerisme en creatieve industrie?

Of moeten we ons schrap zetten voor de nieuwrechtse aanpak die we nu in andere Europese lidstaten zoals Polen en Hongarije aan het werk zien? Kritische stemmen hebben met censuur af te rekenen, progressieve artistieke leiders krijgen plots hun ontslag, cultuurhuizen komen in de knel te zitten in institutionele ‘hervormingen’.

In elk van de drie gevallen zit kunst in de frontlinie van een cultuurstrijd. Naar verluidt zou de Russische anarchist Bakunin tijdens de Mei-opstand in Dresden in 1849 de schilderijen van de oude meesters op de barricaden gehangen hebben, in de hoop dat het Pruisische leger zou stoppen met schieten op de demonstranten.

De Koerdische kunstenaar Ahmet Ö?üt haalde hier zijn inspiratie voor z’n Bakunin’s Barricade, een installatie met schilderijen van Marlene Dumas, El Lissitzky en Pablo Picasso. Kunst en cultuur zijn ook vandaag sowieso al de inzet van een ideologische strijd. Blijft de vraag aan welke kant van de barricaden kunstenaars en cultuurorganisaties zullen staan, nu de diversiteit en autonomie op het spel komen te staan.

Robrecht Vanderbeeken is filosoof, auteur van Buy Buy Art. De vermarkting van kunst en cultuur (EPO, 2015) en vakbondsverantwoordelijke voor ACOD Cultuur.

take down
the paywall
steun ons nu!