Het zou the place to be worden voor iedereen die bekommerd is om de toekomst van de kinderen van onze kinderen … en elders in de wereld. Maatstaf zou de capaciteit van de theaterzaal van de Vooruit worden: ongeveer 650 plaatsen. Er was gewaarschuwd. Toestanden zoals in de jaren ’80 in Auditorium E van den Blandijn aan de RUG zouden niet worden geduld: vol is vol. Op de trappen zitten kan niet meer. Alles moest recht en in orde zijn. En zo geschiedde. Het Transitiefestival op vrijdag 26 oktober werd in de volle theaterzaal geopend met wat mijmeringen over de betekenis van het toevoegsel festival. Wat gekunsteld. Maar zoals boven het podium van de Theaterzaal prijkt Kunst veredelt. Het zal dus wel goed en edel bedoeld geweest zijn, maar … ‘k kom daar later nog op terug.
* * * * *
De dag werd geopend met een lezing van Andrew Simms (New Economics Foundation). Parallel werden een aantal workshops georganiseerd over stadslandbouw, koken met restjes, enz. Het belangrijkste punt van de lezing zelf was het verkorten van de werkweek waardoor tijd vrij kwam voor tuinieren (gardening). In het lang en het breed – doorspekt met wat grapjes – beargumenteerde Andrew Simms de voordelen van deze aanpak. Hij verdedigde de korte werkweek als een van de actielijnen om de transitie van de samenleving te bewerkstelligen.
De context daarbuiten, buiten de Vooruit, is nu wel anders, maar toen ik aan het luisteren was, vroeg ik me af ‘Hoe anders was het binnen?’ in vergelijking met een gelijkaardig evenement pakweg 30-40 jaar eerder. E.F. Schumacher had toen pas zijn boek Small is beautiful gepubliceerd. De rol van ‘arbeid’ werd erin ook belicht, soms als onderdeel van wat toen een Boeddhistische economie genoemd werd, en op de vraag aan een arbeider waarom hij niet minder werkt, zou de betrokkene volgens E.F. Schumacher antwoorden: “Omdat ik met drie werkdagen niet genoeg verdien om de touwtjes aan elkaar te knopen.” En dan “staat iedereen perplex en weet niet wat te zeggen.” Daar moest ik dus aan denken die morgen in de Vooruit.
* * * * *
Na afloop van deze openingssessie ging ik naar de hoogste regionen van het majestueuze gebouw: de ‘Doomzaal’. Wellicht niet bedoeld om uit te spreken op zijn Engels, maar het debat zou gaan over het soort financiële sector dat nodig is om de transitie naar duurzame ontwikkeling te versnellen. Best een interessante debat met intro van Koen Schoors, een van de academische stemmen in de media over de financiële en economische crisis. De interactie kabbelde voort met kritiek op wat de ‘klassieke’ banken en de overheid tot op vandaag allemaal niet doen en wel zouden moeten doen om een nieuw debacle te vermijden, tot op een moment dat de vertegenwoordigers van de banken VDK en Triodos de zaal appelleerden: “Jullie kunnen ook druk op de ketel zetten door expliciet te kiezen voor de alternatieven voor de klassieke banken en door jullie (spaar-)gelden bij ons te parkeren.”
Jammer dat daar niet werd op doorgegaan, want wie zat in de zaal? Juist, ja, o.a. vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld dat het Transitiefestival organiseert. ‘k Weet wel dat sommigen/velen over niet veel spaarcentjes beschikken en hoewel alle kleintjes samen groot maken, is het wellicht nog maar een fractie van de huidige financiële stromen. Waren er dan echt geen aanwezigen die iets te zeggen hebben over grote sommen geld? Toch wel: de vakbonden. Zij beheren bijv. paritair de (sectorale) pensioenfondsen van de tweede pijler, want het is een element bij het afsluiten van CAO’s. U begrijpt dus dat ik die morgen in de Vooruit met de vraag zat hoeveel van die financiële middelen uit de pensioenfondsen bij de ‘alternatieve’ banken waren geparkeerd ?
* * * * *
De middagpauze was gezellig daar binnen. Puike organisatie, lekker eten, vriendelijke mensen. Buiten de Vooruit had niemand een idee welke sfeer er heerste. De honderden studenten die er passeerden haasten zich naar hun laatste halve lesdag of (later) naar het station. Het weekend stond voor de deur. Thuisgekomen zouden ze zich wel transformeren (conformeren ?) naar wat de lokale gemeenschap van hen verwachtte.
* * * * *
De inwendige mens was voldaan. Het regende niet, dus kunnen we verder … tijdens de namiddag werken aan (het voorbereiden van) de transitie, zo dacht ik. Een sessie over Blue Economy, ingeleid door Walter Pauli. Op het witte doek. Een bijdrage tijdens TEDxFlanders, ook op youtube te zien. ‘k Had al een en ander gelezen, nog niet het boek, maar voldoende om met enige scepsis te gaan luisteren. Toegegeven, ik moet me wellicht verder verdiepen in deze nieuwe hype.
Het is een verhaal dat gaat over technologie, liefst gebaseerd op biomimicry, over bottom-up, innovatie, … maar vooral business driven. Er leek wel iets uit te gaan van de kracht van deze ondernemer … tot op het moment dat het verhaal ging over het Zimbabwe van Mugabe en Walter Pauli doodleuk ervoor pleitte om de internationale en Europese sancties tegen dat land aan de laars te lappen door de koffie – binnen dat project in kwestie – te exporteren naar Zuid-Afrika, opnieuw te labelen en op die manier op de Amerikaanse markt te distribueren.
‘k Draaide me om naar een van dé personen ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ in de zaal met de woorden: “Je hebt het gehoord, schrap een van de 7 MVO-kernthema’s maar: weg met de mensenrechten.” Wordt deze praktijk van opnieuw labelen (ggo’s, wapens, enz.) in tal van reportages in De Wereld Morgen en MO*-magazine trouwens niet verfoeid? Enfin, ‘k had nog wat bedenkingen over de sociale kant van het verhaal, maar dat doet er bij een hype meestal niet toe. Ook niet in het debat dat volgde op de Walter Pauli-voorstelling.
* * * * *
Netjes aansluitend volgde een debat over wetenschap en technologie. Wim Soetaert, professor geëngageerd voor een biobased economy, vertelde een verhaal over een lezing – zes jaar geleden – voor een publiek van een groot chemisch concern: de aanwezigen keken hem onbegrijpend aan en – uit beleefdheid – droegen hem net niet buiten. Zijn lezing toen haalde immers de fundamenten van de chemische sector onderuit. “Niet dat de sector in de praktijk zich al georiënteerd heeft op de biobased economy, maar op vandaag zouden de aanwezigen al begrijpend knikken. Er kan dus veel veranderen op korte tijd.”, zo zei hij.
Mag ik de professor biobased economy even parafraseren ? ‘k Denk dat er in de Theaterzaal van de Vooruit op dat ogenblik toch nog al wat “aanwezigen hem onbegrijpend aankeken en hem – uit beleefdheid – net niet buitendroegen.” Het lijkt er immers op dat het maatschappelijk debat van de voorbije twintig jaar in al zijn details en nuances Wim Soetaert is ontgaan. Elementen zoals afwenteling, padafhankelijkheid, bevoorradingszekerheid, interne concurrentie, technologisch aspectenonderzoek, levenscyclusanalyse gericht op duurzame ontwikkeling, sociale overwegingen in al zijn facetten, enz. zijn hem wellicht onbekend. Toegegeven, de andere leden van het panel formuleerden wat kritiek, maar lang niet altijd kristalhelder.
Wellicht is er binnen zes jaar beterschap te verwachten en zal er begrijpend geknikt worden. Niet dat onderzoek en ontwikkeling naar een biobased economy dan reeds volledig zal gekaderd zijn binnen een context van duurzame ontwikkeling. Zo naïef moeten we ook weer niet zijn. Ook hier merkt men trouwens dat de verkokering wetenschap en technologie parten speelt en dat multi-, inter- en transdisciplinariteit nooit echt au sérieux worden genomen.
* * * * *
Tijdens het slotevenement en de receptie leken de organisatoren moe, maar tevreden. Het is inderdaad een huzarenstukje om zo’n dag met honderden aanwezigen, meer dan de capaciteit van de Theaterzaal in de Vooruit kan dragen, en verscheidene evenementen in parallel, feilloos te laten verlopen. Dus daar alleen al voor: welgemeende felicitaties. Richting de toekomst is er echter een ‘maar’. Laat mij toe enkele aanbevelingen te doen. Ze zijn bedoeld – wat had u anders verwacht – om de transitie te versnellen.
Eerst en vooral. Het woordspelen met ‘festival’ is niet voldoende. Van een festival wordt verwacht dat het in de open ruimte plaatsgrijpt, gemakkelijk toegankelijk voor iedereen, maar vooral zichtbaar voor iedereen die langskomt. Indien de volgende keer ook in Gent, koppel de Vooruit aan activiteiten op het Woodrow Wilsonplein en/of het Sint-Pietersplein. Het (nieuwe) stadsbestuur in Gent kan niet anders dan dit genegen zijn.
Zorg dat de debatten (nog veel meer) tegensprekelijk worden. Teneinde zaken vooruit te helpen is er niemand gebaat met het zien uitdelen van schouderklopjes op het podium. Minimale meningsverschillen zijn voor toehoorders zelfs soms moeilijk te detecteren. De overtuigden moeten niet nog eens overtuigd worden.
Laat het participerende maatschappelijk middenveld consequent zijn met zichzelf. Vraag hen expliciet wat ze tegen Rio+25 concreet willen bijdragen aan de transitie richting duurzame ontwikkeling. Een antwoord ‘We zijn toch al goe bezig.’ is niet voldoende. Elke actor in onze samenleving vindt dit immers van zichzelf.
Focus op de machtsrelaties binnen en tussen organisaties van het maatschappelijk middenveld, bij zowel zij die partner zijn in het Transitiefestival als zij die het (nog) niet zijn. Leg de pijnpunten ter discussie voor aan de deelnemers.
* * * * *
Het is een persoonlijke impressie met enkele aanbevelingen. Het wordt met genegen groeten aangeboden om mee te nemen richting volgend Transitiefestival.
Bernard Mazijn leidt het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en is gastprofessor aan de Universiteit Gent