Sociale verkiezingen hebben een heel eigen dynamiek. Verwacht er dus geen aardverschuivingen zoals we de jongste jaren zien bij de politieke verkiezingen. Er zijn dan ook nooit grote winnaars of grote verliezers.
Alle vakbonden hebben altijd wel een reden om tevreden te zijn. Maar deze keer schreef de liberale vakbond wel een klein beetje geschiedenis. Voor het eerste sprong ACLVB over de tien procent en behaalde wat het aantal stemmen betreft zowel in de ondernemingsraden als de comités voor preventie en bescherming op het werk 11,3 procent van de stemmen.
Dat gebeurde onder meer door in meer bedrijven aanwezig te zijn en meer kandidaten in te zetten. “We hadden 14 procent meer kandidaten dan vorige keer en dat creëerde een klimaat van vertrouwen tegenover het ACLVB”, zegt voorzitter Jan Vercamst.
Daar zit bovendien nog een marge in. “Aangezien we slechts in de helft van de bedrijven een lijst indienden, halen we in de bedrijven waar we dat wel deden gemiddeld 20 procent”, aldus Vercamst.
De liberale vakbond snoepte in de ondernemingsraden zo wat stemmen af van het ACV (– 0,9 procent tot 51,7 procent) en van het ABVV (– 0,7 procent tot 35,5 procent). Het ACV blijft zowel wat stemmen als wat aantal zetels betreft en in alle landsgedeelten, veruit de grootste vakbond. “Er is meer syndicale concurrentie en dan is het normaal dat er van de grootste vakbond wat zetels worden afgeknepen”, zegt ACV-voorzitter Marc Leemans.
Dat de media en het algemene politieke klimaat slechts een kleine impact hebben op de sociale verkiezingen blijkt uit de uitslag van het ABVV. De socialistische vakbond kreeg de voorbije maanden de wind van voor. Denk aan de heisa op Twitter rond de algemene staking en de hetze tegen ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw.
“In die moeilijke omstandigheden hebben wij onze positie gehandhaafd. We hebben de winst van vorige keer vastgehouden en in de social profit gaan we zelfs vooruit”, zegt Rudy De Leeuw.
LBC-NVK, de christelijke bediendecentrale, wijst er op dat de federale overheidsdienst ook onderwijsinstellingen, kinderbijslagfondsen en zelfs voetbalclubs bij de “niet-economische sectoren” telt. “In de ondernemingsraden (OR) behaalt LBC-NVK 74,09 procent van de mandaten, het ABVV 20,68 procent en de ACLVB 4,83 procent. Het ABVV blijft daarmee ongeveer status quo, ACLVB maakt een kleine procentuele vooruitgang”, aldus LBC-NVK.
Vrouwen
Maar liefst 6800 bedrijven waren betrokken bij de sociale verkiezingen. In totaal waren er 125.116 kandidaten, waarvan er 44.608 verkozen raakten. De participatiegraad daalde lichtjes van 72,5 tot 71,9 procent. De grote meerderheid van de werknemers blijft de sociale verkiezingen dus relevant vinden.
De ondernemingsraden vervrouwelijken een beetje. Deze keer is 35 procent van de verkozen kandidaten vrouw. Vier jaar geleden was dat 33,7 procent. Vooral de vertegenwoordigers van het ABVV (+ 1,6 procent) en het ACV (+1,1 procent) werden vrouwelijker.
Bij de voorstelling van de resultaten op de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg keken de vakbonden ook al vooruit. ACV-voorzitter Marc Leemans hoopt te wegen op het relancedebat.
ACLVB-voorzitter Jan Vercamst waagde het kritiek te geven op het beleid van minister Monica De Coninck die net de resultaten had ingeleid. “Bedankt voor de organisatie van de sociale verkiezingen, maar we zijn iets minder tevreden over de politieke deal rond de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen. Die zal meer mensen naar een oord sturen dat u goed kent, het OCMW”, aldus Vercamst.
De resultaten die vandaag werden vrijgegeven zijn voorlopig en hebben betrekking op 91 procent van de ondernemingen. Meer gedetailleerde resultaten vindt u op:
