Waarom nee eigenlijk ja betekent. Over technocratie en haar obscene onderzijde

Opinie - Dries Goedertier
woensdag 8 juli 2015 12:33
© Nikos Pilos

“Onze neen is een majestueuze, grootse ja aan een democratisch en rationeel Europa.” Met deze analyse van het Griekse referendum legde de recent afgetreden minister van Financiën Yanis Varoufakis de vinger op een gapende en pijnlijke wonde. De afgelopen decennia is Europa namelijk verzonken in een technocratisch moeras van financiële discipline en eurofetisjisme.

Sinds
het verdrag van Maastricht in 1993 hebben regeringsleiders, bankiers
en financiële experts de economie op een institutionele manier
afgeschermd van de democratische wil van het volk. De democratie
bleek niet langer compatibel met het mondiale kapitalisme van de
aanstormende eenentwintigste eeuw.

Het
nieuwe tijdperk van globalisering vergde immers een afstandelijke,
neutrale en zakelijke toepassing van “ontegensprekelijke”
economische regels – budgettaire discipline, een deflatoir monetair
beleid en een flexibilisering van arbeidsmarkten. Vanuit de
arrogantie over hun eigen expertise en inzicht in de nodige stappen
ontstond er binnen de kringen van de elite een misprijzen voor de
burgers van de lidstaten. Met hun passionele, ideologische, weinig
rationele of gewoonweg onwetende kijk op de zaken konden deze
laatsten alleen maar stokken in de wielen te steken. Zo luidde de
reactie van de elite wanneer de Nederlanders en Fransen zich in 2005
uitspraken tegen de Europese grondwet.i
In de achterkamers van de macht klonk het ook toen als één koor: de
Europese integratie van financiën en economie was te belangrijk om
over te laten aan de man en vrouw in de straat.

Ideologie
en rationaliteit

Dit karakteriseren van de burgers als ideologisch is echter ideologie op
zijn puurst. De weldenkende elite verstopt zich achter de
neutraliteit van haar eigen expertise en doet bijgevolg alsof haar
opvattingen en beleidsbeslissingen niet zelf gefundeerd zijn op pure,
politieke macht. Wat in een gegeven tijdperk verschijnt als
“neutraal” en “rationeel” is tenslotte alleen maar de
uitkomst van een lange strijd om morele, intellectuele en politieke
hegemonie. Het gaat om een rationaliteit die in de geschiedenis van
het kapitalisme al op verschillende manieren is ingevuld.ii
In de Europese constellatie sinds Maastricht weerspiegelt deze
rationaliteit slechts de belangen van financiers en transnationale
bedrijven in hun bod voor de dominantie van de mondiale economie.

De
Europese integratie op basis van deze rationaliteit was bij voorbaat
gedoemd. Meerdere economen – waaronder Varoufakis – hebben
gewezen op scheve handelsbalansen tussen surplus- en deficitlanden.iii
Zonder mechanisme om dit surplus te recycleren groeiden de lidstaten
economisch alleen maar uit elkaar. Hierdoor kwam de monetaire unie
finaal in de problemen. De bankencrisis en opeenvolgende
schuldencrisis brachten de onhoudbaarheid van deze scheve constructie
aan de oppervlakte. Het daaropvolgende crisisbeleid legde het
merendeel van de besparingslasten op aan Zuid-Europa en vergrootte
alleen maar de kloof. Zoals gekend voeren alleen de banken hier wel
bij: zo’n 90 % van de “noodleningen” aan Griekenland verdween
in de zakken van noodlijdende banken die jarenlang goedkoop geld
hadden uitgeleend. Bankiers namen de risico’s maar gingen
ongestraft want uiteraard “too big to fail”.iv

De
obscene onderzijde van het besparingsdiscours

Ondertussen
is de economische en sociale rampspoed van de besparingen voor
iedereen duidelijk behalve voor de Dijsselbloems, Schaübles en
Draghi’s van deze wereld. De hardnekkigheid waarmee zij vasthouden
aan hun eigen gelijk wijst op twee zaken. Eerst en vooral wordt
aangetoond dat deze jongens hun beste tijd gehad hebben. Het gaat om
een langzame doodstrijd van een onhoudbaar economisch model dat langs
alle kanten meer en meer tegenstanders krijgt. Natuurlijk staat het
fort nog overeind. Toch beginnen er meer en meer bressen in de muren
te komen.v

Ten
tweede lijkt het alsof de zelfverklaarde elite er intens van geniet
om de schuld in de schoenen van de Grieken te schuiven: “voor de
onbeschaamdheid waarmee zij ingaan tegen onze expertise en regels
moeten zij gestraft worden!” De econoom Paul de Grauwe heeft
meermaals gewezen op de economisch onzinnigheid van dit moralisme.vi
Het vergt echter een filosoof en psychoanalyticus als Slavoj Žižek
om te begrijpen
hoe een dergelijk irrationeel genot net de obscene onderzijde is van
het officiële besparingsdiscours.vii
Niet alleen is de expertise van de “technocratische elite”
allesbehalve neutraal. Voor hun macht steunen zij op een hardnekkig,
duister, vuil en manifest onjuist discours over de “luie Griek”
die wij met z’n allen eens goed zullen aanpakken.

Waarom
nee eigenlijk ja betekent

Dit
is de toestand waarin Europa zich vandaag bevindt. Torenhoge
besparingen ondergraven economische groei, modernisering en sociale
rechtvaardigheid. Het duo van post-politieke technocratie en haar
obscene onderzijde heeft de democratie op een zijspoor gezet. Het is
alsof wij alleen mogen instemmen met wat de elite voor ons gekozen
heeft. Geen wonder dat Europa niet begeesterend werkt. Het machtsblok
van financiers, technocraten en politieke beleidsmakers heeft de ziel
van Europa uitgedreven. In de plaats kwamen losgeslagen kapitalisme
en autoritair bestuur.

En
net daarom betekent de Griekse neen eigenlijk een ja. Meer dan wat
ook drukte het Griekse volk een verlangen uit naar een tastbaar
Europa waarin zij zichzelf en hun dromen kunnen erkennen. Zij wensen
een nieuwe rationaliteit voor onze Europese economie – een
rationaliteit gericht op welvaart, herverdeling en de wegwerking van
de economische onevenwichten. Met de Grieken moeten wij ijveren voor
een Europa waarin groei, solidariteit en democratie elkaar
versterken. Hun strijd is ook die van ons.

Want
ook in België zitten wij met ons eigen symptoom van het tweekoppige
monster. N-VA steunt evenzeer op de combinatie van technocratie –
“er is geen alternatief” – met een ranzig discours over Walen,
vreemdelingen werklozen, en … Grieken. Overal in Europa
kapitaliseren rechts-populistische partijen op de misnoegdheid van de
burger met de traditionele machtspartijen. Aan de basis ligt een
dieperliggend onbehagen met de post-politieke administratie van onze
samenleving door elites die het altijd beter menen te weten.

De machtsdeelname van N-VA
toont echter aan dat deze partijen geen andere ambitie hebben dan toe
te treden tot hetzelfde, weliswaar licht gewijzigde establishment.
Het zal aan de linkerzijde zijn om het bestaande onbehagen te
mobiliseren en de kringloop van technocratie en rechts-populisme te
doorbreken. Syriza en het Spaanse Podemos kunnen ons daarbij zeker
inspireren. Andere omstandigheden vragen echter om andere
strategieën. Eén ding blijft hetzelfde. Het zal moeten gebeuren met
dezelfde vastberadenheid als die van Varoufakis aan de vooravond van
het referendum: “when you are going to battle, you don’t talk
about defeat”.viii

bronnen:

ihttp://www.lacan.com/zizpopulism.htm

iihttps://www.dewereldmorgen.be/artikel/2015/02/04/tsipras-en-obama-een-new-deal-in-het-vooruitzicht

iiihttp://yanisvaroufakis.eu/2011/05/03/the-euro-crisis-as-a-twin-recycling-problem/

ivhttp://www.theguardian.com/world/2015/jun/29/where-did-the-greek-bailout-money-go

vhttps://www.dewereldmorgen.be/long-read/2015/07/07/een-nieuw-europees-links-is-geboren-de-inzet-is-hoog

vihttp://www.demorgen.be/plus/de-autodestructie-van-de-eurozone-a-1412187515624/

viihttp://www.newstatesman.com/politics/2015/07/Slavoj-Zizek-greece-chance-europe-awaken

viiihttps://www.youtube.com/watch?v=g3YF38exVNo&feature=youtu.be



Content

take down
the paywall
steun ons nu!