De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Woke: de voorspelbare boemerang in het gezicht van babyboomers?

Woke: de voorspelbare boemerang in het gezicht van babyboomers?

woensdag 10 maart 2021 16:34
Spread the love

Ik heb mij eerlijk gezegd niet tot op de bodem verdiept omtrent het onderwerp, de aan de gang zijnde twist rond woke. Het themanummer met het weekblad van De Standaard van vorig weekend staat op mijn leeslijst. Vanuit mijn ervaringsdeskundigheid en met de intellectuele bagage die ik heb kunnen realiseren gedurende vijftig jaar,moet ik in elk geval vaak denken aan de beroemde laatste geschreven regel van Etty Hillesum (15 januari 1914 – 30 november 1943). Zij staat bekend als een uitzonderlijk verstandige figuur bij wie de kennis tot mystieke hoogten is geklommen. Zij was studente en docente Slavische talen en maakte na het begin van de laatste wereldoorlog als Joodse in Amsterdam een versnelde persoonlijke en geestelijke groei door. Uit haar diepe reflecties puurde zij op mystieke manier de kracht optimistisch te blijven en arme mensen die leden onder de Nazi-terreur bij te staan. Haar dagboeken zijn het enige wat zij heeft kunnen schrijven, zij werd door het Duitse bezettingsregime tenslotte gespot en op transport geplaatst met de hele familie naar het kamp van Auschwitz, waar zij aan haar vroegtijdige einde kwam. De dagboeken zijn intussen in alle talen vertaald en bron van inspiratie voor zinzoekers wereldwijd. In de dierenwagon waarmee zij haar laatste reis begon, schreef zij een bericht op een kaartje dat zij door een gleuf naar buiten de wereld in gooide, geadresseerd aan een goede vriendin. Het lot heeft de tekst laten toekomen en hij is bewaard voor het nageslacht. De bekendste zin luidt:

“Ik wou dat ik een pleister kon zijn op zo vele wonden!”

Omdat ik verbaasd ben over zowel de nieuwerwetse hyper-gevoeligheden van de jongere generatie, als over de hardheid waarmee sommige van mijn generatiegenoten -schrijvers, erop reageren, heb ik toch volgende bedenkingen.

Als historicus met kennis van psychologische wetenschappen, lijkt mij de houding van de woke-generatie toch ook juist te begrijpen als een normale vrucht aan de boom van het Leven, aan de boom van de Tijd. En tevens als boemerang die bij de ouder-generatie als een soort “beloning” voor bepaalde “zonden” in het gezicht terecht komt.

De controverse rond het verschil in aanvoelen van fenomenen tussen volwassenen enerzijds en een jongere ‘woke’ generatie die momenteel woedt, laat ons toe diep in de plooien van het  maatschappelijk weefsel te kijken. Recent is het debat opgelaaid naar aanleiding van de vertaling van  het krachtige gedicht van de Afro-Amerikaanse Gorman, uitgekozen als spreekstem bij de inauguratie van president Joe Biden.  In opiniestukken hebben onder andere Ilja Leonard Pfeijffer en Mia Doornaert heldere kritieken geleverd op de schijnbaar onbegrijpelijke gevoeligheden van deze jongeren.

Het debat draait rond concepten als Identiteit, de cancel-cultuur voor wie een groep geverifieerde slachtoffers tegen de schenen lijkt te schoppen en culturele toe-eigening, waarbij inheemse minderheden en anderen zoals de LGTB gemeenschap op hun strepen staan en zich achter veilige muren lijken terug te trekken. Een veelgehoorde klacht kan wellicht samengevat worden in deze zin:

“Zeg dat soort dingen toch niet, je doet me pijn!”

Misschien moeten wij toch begrip trachten opbrengen voor de woke generatie.

Wie zijn zij?

Wie heeft hen opgevoed?

Het opvoedingswerk van de vorige generatie is misschien te kort geschoten. Hebben wij ons bijvoorbeeld voldoende gerealiseerd wat het met een kind doet, op formulieren zijn familienaam te moeten invullen die verwijst naar een intussen verdwenen vader?

Mia Doornaert is een briljant commentator en criticus, vooral bekend van haar bijdragen in De Standaard. Ik lees haar sinds een paar jaar voor mijn eerste opiniestuk in De Standaard verscheen in 1989. Als bijna zestiger met een langlopende passie voor kritisch denken en het maatschappelijk debat voel ik wel wat voor de argumenten en klemtonen zoals zij die onlangs heeft gegeven in Terzake en uitgewerkt in een tekst op sociale media. Anderzijds heb ik persoonlijk voeling opgedaan met bepaalde kwetsbaarheden van jongeren die sommigen met verbazing, verontwaardigde spot en minachting begroeten. Ik werkte met jongeren als leraar, als bezinningsbegeleider, als vrijwilliger in de buurtwerking Casablanca te Leuven en als leraar bij vzw Auxilia, waar we kinderen uit kansarme gezinnen bijspijkeren na de schooluren.

De generatie na 1945 heeft het beschikbaar gekomen comfort en de technologie enthousiast en radicaal omarmd. De auto en de tv vormden in de jaren zeventig en tachtig een symbool van hoop en vooruitgang. Die massa toestellen hebben veel goeds betekend. Maar deze machines en de waarden die zij op sluipende manier hebben meegebracht, ze hebben ook het grondig nieuwe universum geboetseerd waarin de jongeren opgroeiden.

Een aparte bedenking die we kunnen maken is de volgende. Is de jongere generatie echt dermate week? Ik vermoed dat de generatie die de laatste wereldoorlog heeft meegemaakt ook van de onze, de babyboomers, geregeld hebben gedacht, “Wat een weke, lichtgeraakte gastjes?”.

Ik herinner het mij helder, als tiener hoorde ik vaak de uitspraak: “Het zou terug oorlog moeten worden!” Om jullie wat van onze flinkheid, dapperheid, doorzettingsvermogen, onverstoorbaarheid, strijdlust, relativeringsvermogen, karaktersterkte, geduld, wijsheid… bij te brengen.

Zoals historici echter doceren dat je feiten en opvattingen, gewoonten en waarden uit het verleden niet mag beoordelen met de  kennis en het moreel besef dat voorhanden is in je eigen tijd, moeten we misschien toch twee keer nadenken voor we uitpakken met onbegrip en veroordeling. Als iemand klaagt en beweert pijn te lijden, is omzichtigheid toch geboden? Wat leeft er werkelijk in die jongeren?

 

De vraag lijkt zinvol, ook al omdat de nu wat oudere generaties zelf misschien toch mee aan de basis liggen van het ontstaan van de gevoeligheden. Ik herinner mij hoe de oudere generatie na 1945 comfort en technologie enthousiast en zonder veel omkijken radicaal heeft omarmd. De auto en de tv vormden in de jaren zeventig en tachtig een symbool van hoop, toekomst, genoegen, prestige, vooruitgang, een venster en een reismiddel op de wereld. Die bepaalde toestellen en een reeks andere hebben veel goeds betekend, na de hongerwinters en een oneindige reeks door vaak ernstige armoede geplaagde generaties. Maar deze machines en de bijhorende waarden en gewoonten, ze hebben ongemerkt ook het universum vertimmerd dat wij voor vanzelfsprekend namen. De wereld waarin de jongeren opgroeiden is een grondig andere dan de onze. De komst van die afgoden-van-toestellen zoals King Car, internet en smartphone, zij heeft de jeugd niet alleen goed gedaan.

De straten werden te onveilig om er te spelen. Ze zijn ook vol lawaai, fijn stof en verbrandingsgassen. Kinderen in het digitale tijdperk werden meer dan ooit sedentair en inhuizig, met gevolgen voor de bio-psycho-sociale en fysieke ontwikkeling en fitheid.

De hele kwestie lijkt me nog meer reflectie te vragen, voor we schuldigen aanwijzen. We zijn bovendien toch vaak het meest boos over persoonlijkheden en gedrag waarvan we later beseffen dat we er onbewust iets van onszelf in herkenden?

 

Er zijn meer factoren die de generatiekloof bepalen

Kunnen wij, die opgegroeid zijn in scholen waar een meerderheid van de leerlingen thuis een mama én papa hadden, waar de moeder altijd actief en beschikbaar was, dag na dag, avond en ochtend, ons voldoende voorstellen wat het is om op te groeien in een maatschappij waar een meerderheid van de vrouwen uit werken gaat?

Waar bovendien de helft van de paren voortijdig uit elkaar gaat? Waar een belangrijk deel van de kinderen lid is van een her-samengesteld gezin?

In onze kindertijd bestond de gewoonte systematisch de crèche in te schakelen voor erg kleine babies vanaf 6u 30  nog niet. Dat moet toch sporen nalaten?

De emancipatie van de vrouw en de feminisering van de arbeidsmarkt, het is een mirakel, maar momenteel wordt de prijs ervan wellicht stilaan zichtbaar.

In de kranten komen recent twee problematieken aan bod.

1. Dat het met een kind veel meer doet dan we lange tijd dachten, geadopteerd te worden. Je wortels niet te (mogen) kennen. Ook de grote groep kinderen die zijn vader of moeder wegens echtscheiding niet meer ziet, kent wellicht gelijkaardige innerlijke kwetsuren.

2. Uit onderzoek blijkt dat ouders tegenwoordig nog zelden verhalen vertellen over de eigen jeugd, het levenstraject en over de problemen die zij hebben ontmoet en hoe ze hebben opgelost. Vaders en moeders zouden te beschaamd zijn. Pedagogen en psychologen zijn het erover eens dat die getuigenissen nochtans bijzonder waardevol zijn voor de persoonlijkheidsvorming. Persoonlijk ben ik gezegend met ouders die dapper in binnen- en buitenland op avontuur trokken om er hun brood te  verdienden en die daarover later aan ons uitgebreid verhaal deden. Ons ouderlijk gezin was niet bovenmatig welstellend, maar de “innerlijke rijkdom” die we meekregen blijft van grote waarde, zo gaan we na verloop van tijd beseffen.

 

Misschien is het doodnormaal dat het ontberen van “voedsel voor de geest en voor het opbouwen van  “ruggengraat”, voedsel dat in meer traditionele omstandigheden  vaak ruim voorhanden was, de persoonlijkheid van de woke generatie op losse schroeven zette?

 

We maken “de weke woke-jongeren” misschien een verwijt dat naar onszelf terugkeert. Metaforisch komen dan een aantal beelden bij me op. Zoals dit van een boompje dat geen geleidestokken heeft gekregen, en waarvan we dan minder mogen verwachten dat het mooi recht uitgroeit.

En met een beeld uit de militaire sfeer: van jonge mannen  die getekend zijn door een problematische jeugd kan je bezwaarlijk eisen dat ze zich snel omturnen tot dappere, creatieve frontsoldaten.

Ook meer specifieke, concrete voorbeelden zijn voorhanden. Als voormalig medewerker van de algemene hulplijn Tele-Onthaal, heb ik in De Standaard en via Knack.be sinds de jaren negentig aandacht gevraagd voor de mentale gezondheid. Die blijft een ondergeschoven kind, een verwaarloosd probleem. De coronadreiging maakt dat een en ander nu hopelijk met wat minder gêne kan besproken worden. Ministers nemen nu lang uitgestelde maatregelen en kondigen broodnodige budgetvergrotingen aan.

De eerste levensjaren zijn in elk geval van fundamenteel belang om niet tot een “week” soort mensen uit te groeien.

In dat verband komt mij een ander stokpaardje voor de geest, over een typische lichte vorm van collectieve verwaarlozing van de allerkleinsten in geïndustrialiseerde culturen. Is het  niet zo dat sinds een jaar of vijf een stringent advies is uitgegaan van de World Health Organisation om de babies op het lichaam te dragen tot duizend dagen na de geboorte? De voordelige effecten voor de ontwikkeling van een gezond fysiek,  emotioneel en intellectueel leven blijken legio. De woke-generatie heeft dat natuurlijke koesteren echter wel moeten missen. Ze werden op afstand gehouden. Overal zag je de plastic draagbakjes.

Voorts kunnen wij de lange wachtlijsten in de jeugd- en kinderpsychiatrie die bestaan sinds de jaren negentig, misschien als het topje van een ijsberg beschouwen. Dat is een situatie die we misschien toch in een continuüm moeten samen denken met de nieuwe sensitiviteit van een deel van de jonge populatie. Meisjes en jongens die dan tot onze verbazing zowel existentiële marsrichtingen als het intellectuele debat graag anders mogen voeren. Michael  Van Peel schreef wellicht toch niet voor niets als titel van zijn kerstessay in de genoemde krant (DS 28 december):  “Niet schrikken, de jeugd krijgt altijd gelijk”.  Zij zijn waarschijnlijk toch niet zonder meer het schuim van de gemeenschap. Wie dat meent, bekijkt de kwestie misschien toch beter een tweede keer. Ik zie motieven om in hen, zoals in alle generaties jongeren telkens opnieuw, ook het kruim te zien. Ook al ervaren wij stellig een deel van de verzuchtingen, gevoeligheden en persoonlijkheid van deze intreders in debat en leven als “krom en zwak”.

 

 

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!