De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Vraagtekens zaaien?

Vraagtekens zaaien?

maandag 2 augustus 2021 13:57
Spread the love

Opgelet: updates

Mark Eyskens op Facebook op 2 augustus 2021:

“Vraagtekens zaaien?

Mijn hele leven lang heb ik vraagtekens gezaaid en was ik beducht voor het planten van uitroeptekens. Ik heb ze uitgestrooid, mijn vraagtekens, in de moestuin van mijn dagelijksheid, tijdens het tumult van de dag, soms luisterend naar het gefluister van de geschiedenis, in de landschappen van de maatschappij, in steden en dorpen, en in wijde oceanen waarin vooral essentiële vragen rondzweefden naarmate de horizon onvatbaar wegdreef. Vooral in de politiek, waar dagelijks uitroeptekens worden geplant, in velden vol valse problemen, is het belangrijk de echte vragen te stellen.

In veel lees- en leerboeken heb ik probleemstellingen bestudeerd. Daarbij heb ik vooral gespeurd naar die vragen die meestal niet te berde werden gebracht of die verscholen zaten tussen de regels. Het meest heb ik gehad aan de zeldzame ‘leefboeken’ die ooit werden geschreven en die me hebben geleerd dat de te bewandelen wegen in het leven meestal zijn aangeduid door vraagtekens, veel meer dan door leesbare wegwijzers. De meeste vragen smeken om antwoorden, maar nemen vrede met het opwerpen van nieuwe vragen.

Soms heb ik ook vraagtekens ontdekt in medemensen, zowel bij diegenen die wij nog te afstandelijk onze naasten noemen als bij hen die verder van ons verwijderd zijn, tijdens lukrake ontmoetingen of verre reizen.

Wie-, wat-, waar- en waaromvragen zijn het lot van de bewoners van onze blauwe planeet. Zelfs als zij geen boeken lezen of zich niet laten bekoren door de moderne informatie- en communicatiemedia, volstaat het dat zij de blik richten op de horizon of op de hemel om overweldigd te worden door talloze vragen over mensen en dingen. Die rijzen op uit berg en dal, in alle windrichtingen, en vooral uit de wolken, in hemels vol grillige figuren die de mooiste, de meest verheven en kleurrijke ‘wolkschappen’ vormen en die je kunt verkennen terwijl je het fileleed op de weg verbijt. De lucht, de wolken, het uitspansel en de hemel bulken van de vragen en vraagtekens voor wie niet alleen bewonderend kijkt, maar ook nieuwsgierig probeert te zien. De verwondering doorbreekt het dogma van de vanzelfsprekendheid en opent het pad van de wijsheid, dat zelfs kan leiden tot de wijsbegeerte, de filosofie.

Vraagtekens zaaien, ze kweken als exotische bloemen, verzorgen, begieten, snoeien, knippen en koesteren is een hobbyachtige bezigheid die niet zo gemakkelijk kan worden verzoend met een actief leven dat elk etmaal start bij het ochtendgloren – niet steeds een poëtisch spektakel – en dat duurt tot lang na zonsondergang, een ervaring die je met weemoed vervult. Daarbij komt de wetenschap dat een mens van aan zijn geboorte tot aan zijn dood ten minste een derde van de hem toegekende tijd slaapt, wegdrijvend in dromerige halfbewustheid. Om die reden moeten wij niet alleen zeer actief, maar ook proactief en postactief zijn en blijven. Daarom heb ik geruime tijd geleden besloten mijn pensioen op te nemen na mijn dood, een beslissing waarvan men beweert dat zij definitief kan bijdragen aan het schijnbaar onoplosbare probleem van de financiering van de pensioenen in eigen land en daarbuiten, toch indien mijn voorbeeld massaal zou worden gevolgd.

De zorgvuldige cultuur van vraagtekens wil ik dus zorgeloos en egoïstisch voortzetten in mijn persoonlijke moestuin, daarbij wellicht het algemeen welzijn dienend. Om dat te verwezenlijken neem ik de tijd, ook al is het een dagelijkse strijd. Want ik heb weinig tijd. De tijd heeft mij. Daarom poog ik hem deskundig te doden, ik probeer een perfecte moord te plegen uit idealisme. Maar tot op heden ben ik daar nog niet in geslaagd.

Al lang wuiven vraagtekens mij toe, wiegend op hun lenige stengels. Uitroeptekens daarentegen geven mij inwendige netelkoorts. Zij lijken mij speren, die kunnen steken en kwetsen. Vooral de zogenaamde vanzelfsprekendheden boezemen mij angst in en bezorgen mij intellectuele allergie. Als met stemverheffing wordt verkondigd: ‘Het spreekt toch voor zich dat…’ is het aangewezen sceptisch de wenkbrauwen te fronsen. Scepticisme en relativeringsvermogen blijken immers vaker bergen te verzetten dan doordrammende beweringen die met bekeringsijver worden rondgeslingerd of afgevuurd, vooral als apodictische stellingen blijken te steunen op postwaarheden of alternatieve feiten, wat in het digitale tijdperk tot de gangbare gebruiken is gaan behoren.

Het streven naar waarheid blijft uiteraard een grote deugd en een noodzaak, vooral in gediversifieerde en heterogene gemeenschappen. Maar zodra iemands zoektocht naar de waarheid overgaat in het rotsvaste besef dat hij de waarheid bezit of verworven heeft, kan het gevaarlijk worden. Dan lonkt de bekoring van het grote gelijk en de zelfvleiende zekerheid het bij het rechte eind te hebben. Meteen wordt wie niet dezelfde waarheid deelt gemakkelijk beschouwd als te dwaas of te boosaardig om er recht op te hebben. Intellectuele terreur, geestelijke brandstapels en zelfs de feitelijke verwezenlijking ervan behoren dan tot de mogelijkheden.

Omzichtig omgaan met de waarheid nadat je die hartstochtelijk hebt gezocht, betekent niet dat je moet vervallen in intellectueel, ethisch of esthetisch relativisme. Zelfrelativering is echter heilzaam voor de ontwikkeling van een maatschappelijk bruikbare persoonlijkheid, een sociaal inzetbare ‘ik-heid’. Wellicht is het de waarheid dat de waarheid multidimensioneel is en verschillende aspecten vertoont die min of meer waardevol zijn. Daarbij moet worden genoteerd dat veel waarheden gradueel en tijdgebonden zijn en dus in de loop van de jaren evolueren en meer of minder waar kunnen worden. De relativering van menselijke waarden en waardigheid, en vooral hun gelijkstelling met de ontkenning ervan, leidt echter tot maatschappelijk cynisme en incivisme. Elke drenkeling gaat op zoek naar een reddingsboei. Het zijn de mensen met een reddingsgevoel, met de geloofshoop dat mensen en dingen verbeterbaar zijn, die het zich kunnen veroorloven solidair en verdraagzaam te zijn, in een wereld waarin hardheid de hartelijkheid verdrijft.

De radicalen, de extremisten zijn meestal mensen die twijfelen en aarzelen, en zelfs twijfelen aan hun eigen vertwijfeling. Ze sluipen zelfbehoudend langs eigenhandig opgerichte, beschermende muren en pogen hun angst te verbijten. Ze vrezen de toekomst, de verandering, het andere en de anderen, zijn benauwd voor bruggen, openheid en de zogenaamde vreemdeling op de andere oever. Ze vrezen dat een open geest pas kan ontstaan na een schedelboring. Ze laten zich gijzelen door de illusie van het isolationisme, de aparte identiteitscultus, de ‘eigen volk eerst’-ideologie en allerlei waanideeën van cultureel en economisch protectionisme in een wereld van wederzijdse afhankelijkheid. Deze herauten van de apartheid, de nostalgici van de ‘bloed en bodem’-doctrine die in Europa weer de kop opsteken, lijden aan het oestercomplex en sluiten hun schelp bij elke denkbeeldige vorm van onraad. Zij gedragen zich als de holbewoners uit het stenen tijdperk, trekken de ladder op tegen hun beschermende rotswand en verschuilen zich in hun grotten, denkend dat ze er veilig zijn. En dat zijn ze zeker niet, nu we leven in een wereld die nog nooit zo snel is veranderd en waarin de veranderingen nog nooit zo diepgaand zijn geweest.

 

Mark  Eyskens

n”

______________________________________________________________

 

Mijn bedenkingen op het profiel, misschien eveneens waard hier te worden overgenomen:

Bijzonder leerzaam bevonden. En verlicht met vrolijkheden komen de zwaardere, omvattende waarheden goed aan. Toch valt terloops op hoe juist iedere “persoon van diepgang”, noodzakelijk (licht) verschillende klemtonen zal  (moeten) leggen. Wij worden elk voor zich levenslang  wellicht bepaald door onze moeder(taal en -ethiek,  -borst, -schoot, -geld en -handen) en vaderlijke stijl, woorden en waarden. Door onze Sitz im Leben in de eerste duizend(en) dagen. Des te meer fijn en wonder is het als twee individuen elkaar erg goed verstaan en mogen.  Dank.

Anderzijds

Onze onderwijzers wisten in Leuven bijvoorbeeld dat een vraagteken planten op het kopje van een jongen die met enig gedrag net zijn ongenoegen had gewekt, zou werken als de perfecte intimidatie.  “Waarom heb je dit gedaan?” – Lastig voor het kind dat nog geen zelfkennis of woorden bezit.

Meer ter zake nog misschien: in de tienduizenden gezinnen waar kinderarmoede heerst, het zijn er wel twee tot drie op tien, geloof ik momenteel, is het grafschrift van Frans ‘Sus’ Verleyen [de legendarische directeur-hoofdredacteur van Knack] ondenkbaar en onwenselijk en verfoeilijk: “Het raadsel vergroten”.

 

Waar armoede of crisis heerst, meer problemen voorkomen dan oplossingen,  is elke bijkomende vraag een akelige, onwelkome extra dosis stress.

Antwoorden zijn in dit wereldje van de armen en de vluchtelingen nodig; en wellicht in vele andere menselijke universa en aan vele frontlijnen. Van de werkvloer in de fabriek, tot de keuken en het terras van de horeca; op het kabinet van de Minister bij een acute crisis;  en last but not least aan het front in oorlogstijd; zowel in de schuttersputjes, als in de hoofdkwartieren van de generale staf; zowel in het TAC HQ, dicht bij het front zelf, als in het Rear HQ]. Antwoorden zijn er brood-nodig. Verbijsterend hard nodig. Om de verbijstering voor te blijven. Om niet kopje onder te gaan in de chaos van de dag. Van het uur. Van het moment.

Maar ik veronderstel dat u dit niet kon weten.
Blessed Ignorance.

_______________________________

Tegelijk twijfel ik, en hebt u fundamenteel gelijk. In de allerbelangrijkste, meest betekenisvolle momenten, brallen wij best niet over Bloed en Bodem, over de Rechten van de Vaderen. Bij een geboorte; aan de hulplijn wanneer een wanhopige medemens dreigt er een eind aan te maken; of een misbruikte moeder troost zoekt; aan een sterfbed van een naaste: dan volstaat bijna de kunst van het vriendelijk, stil nabij blijven. Dan zijn het geen uitroeptekens die kunnen redden of leven verlichten en dood verduisteren. Wel enkele goed en diep vanbinnen gekozen, gevonden woorden. Woorden die perspectief bieden. Uitzicht op landschappen; op paden; op luchten; wellicht met wuivende, hoge, kromme vraagtekens.

Ja.

Ook misschien juist omdat een Vraagteken… het beeld oproept van een grote mens die zich vriendelijk ophoudt; die het hoofd buigt; die zich toeschietelijk, met tijd, met aandacht, met luisterend oor, met een warm hart… onderhoudt met een kleine mens.

Zoals de mooiste, diepste betekenis van het kruisteken misschien deze is: een mens  die er voor ons is, die op ons wacht. Met. geopende. armen.

 

S. Hublou Solfrian

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!