De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

The Citadel State. J. Holslag zet door met zijn suggesties voor “flinkere” bevolking. En soldatesk beleid?

woensdag 3 januari 2024 23:46
Spread the love

Update: wat is dat, een citadel; verwijzing naar voorgestelde inzet van militaire middelen tegen immigratie uit Afrika. 4 jan. ’23, 0921 u.

Onze staat beter wanneer ingericht als een Citadel? In zijn nieuwe boek denkt politicoloog Jonathan Holslag van wel. Tijd om te huiveren.

Een paar typerende problematische dingen in het ambitieuze discours dat ik in het interview in Doorbraak magazine vaststelde, blijken ook sterk aanwezig in het concept zelf van het nieuwe boek dat de professor op 3 januari lanceert op Facebook, The Citadel State. Het boek stelt hij gratis ter beschikking.
Hier volgt de inleiding die J.H. geeft, dan de kritische bedenkingen zoals ik die geef op het Facebookprofiel.
Jonathan Holslag:

Geen vanzelfsprekend boek, maar ik heb er veel van mezelf ingelegd. Je kunt het kosteloos downloaden als PDF of E-book via deze koppeling:

https://www.jonathanholslag.be/2023/12/16/elementor-3014/

 

Tegen de achtergrond van een steeds vijandigere wereld, willen Europese staten zich terugplooien, maar verwachten ze dat anderen instaan voor hun veiligheid: de Verenigde Staten, bijvoorbeeld, maar voor hetzelfde geld ook landen als Egypte en Turkije als het op vluchtelingen aankomt. Op dezelfde wijze verwachten burgers in rijke Europese staten dat soldaten, diplomaten en nationalistische partijen de wacht optrekken, maar weigeren zij zelf meer verantwoordelijkheid te tonen. Bedrijven rekenen opnieuw op de staat voor subsidies en bescherming, maar tonen weinig patriottisme als het erop aan komt. Het resultaat is een leeg fort. Achter een waanbeeld van kracht, leiderschap en patriottisme gaat nog steeds erg veel laksheid en opportunisme schuil. Dit boek stelt dat we in plaats van zo’n leeg fort moeten bouwen aan een citadelstaat, een citadel van macht, deugdzaamheid en waardigheid. Het boek pleit voor een terugkeer naar de klassieke notie van staatsmanschap, ter vervanging van het huidige staatsmanschap van uiterlijk vertoon dat onze zwakte verdoezelt in plaats van aan te pakken.

Waarachtig staatsmanschap werkt van binnen naar buiten toe. Wanneer deugdzaamheid en waardigheid in de hoofden en harten van burgers huizen, alleen dan kan de staat bloeien doorheen creativiteit, burgerzin, volharding en ondernemerschap. Die bloei is de voorwaarde voor alle andere vormen van macht. We benadrukken vaak dat staatsmanschap de kunst van het meest mogelijke is. Maar hoe kan het meest mogelijke verheven worden tot kunst? Kunst overwint de beperkingen van het meest mogelijke en het meest mogelijke kan niet overwonnen worden zonder idealen. Dit boek pleit voor evenwicht, in de eerste plaats tussen realisme en idealen. Het is zowel een conceptuele als een praktische gids. Het legt uit waarom de staat van belang blijft, hoe dienaren van de staat de talrijke valkuilen kunnen vermijden en hoe zij kunnen bouwen aan de citadelstaat [!] door het cultiveren van burgerzin, goed bestuur, zorg voor de natuur, staatshuishoudkunde en buitenlands beleid.”

[Het militair beleid dat, als we afgaan op vorige publicaties, de ruggengraat zal vormen van deze nieuwe politiek, wordt hier dus verzwegen. Het burcht-beleid wordt zelfs even als “Kunst” voorgesteld. A spoon full of sugar makes the medicine go down, zong Mary Poppins al.]

Kritiek
Het klinkt goed, deze inleiding. Hoewel… ik dacht dat burchten vooral leuk waren om je in te verliezen in avonturenstrips; vooral toen ik kind was, dacht ik dat. (Nu kijk ik nogal eens een WO II – film, misschien zit er toch inderdaad iets in de mens dat het martiale en militaire niet (lang) kan missen. Of zit die behoefte toch vooral in zijn persoonlijke denken? Zijn opmerking over de waarde van kunst lijkt wat tegengas te (willen) geven.  Een van de punten van kritiek die ik formuleer op de terugkomende aansporingen dat we “veel productiever” moeten zijn; dat we een luie gemeenschap zijn geworden; een decadente samenleving is mijn verwijzing naar de feitelijke toestand. In de instellingen en onder de bevolking. Waar de ratrace maakte dat een half miljoen personen uit de race vielen en opvang verdienen in het statuut Langdurig Zieke. Waar niet weinig mannen en vrouwen uitgebrand raken; ook juist door – nu al – te welwillend te sterk te focussen op de professionele taken! Waar niet weinig mensen met rugpijn kampen of andere fysieke klachten te wijten aan de veeleisende arbeid.
Soms vind ik deze visie “voor een betere toekomst” geniaal; soms kan ik mijn oren niet geloven; vraag ik mij af: wat heeft die heer allemaal gemist?… Hoe kan je zulke strenge veranderingen voorstellen, en zelfs eisen? Als de doelstelling is hoop te bieden en perspectief, moet de man misschien toch overwegen dit op een andere manier te doen. Anders dan door van mensen allerlei nog strakker aangespannen “moetens” te eisen. Zie onderaan het literair vormgegeven beeld van hoe niet weinig medeburgers letterlijk op hun tandvlees zitten!

Wat is dat, een Citadel?

Het is een merkwaardige evolutie in de persoonlijke visie die zo buitengewoon ijverig als heilzaam wordt voorgesteld: onze toekomst als leven in een citadel. Een citadel is per definitie geen woonplaats. Het is een kazerne, waar soldaten beroepsmatig aan bevelen gehoorzamen die hol weerklinken tussen dikke muren. Een opslagplaats van munitie; een plaats waar bij oorlog de kanonnen bulderen. Vorig jaar was ik nog in de citadel van Namen. 434 treden omhoog, daar wil je niet elke dag naartoe klimmen! 😄.
Een citadel is een bezienswaardigheid voor toeristen in de vrije tijd. Niet een plek van mensen onder de mensen waar het goed is om te leven. Het is, zoals je ook kunt zien in de burcht van Godfried van Bouillon in het stadje aan de Semois, het kille stadium voor de grot. Een woonst uit barre, primitieve tijden. Het is me een grote vraag hoe Jonathan bij dit ideaal is uitgekomen. Is de militaire geest die duidelijk sinds jaren weer in de lucht hangt, met zijn denken aan de haal gegaan?
De vraag stelt zich opnieuw: wie is Jonathan Holslag? Waar wil hij naartoe? Waarom levert hij zoveel inspanningen om zijn onconventionele visie aan de man te brengen? De achtergrondfoto die al jaren zijn profiel siert is merkwaardig. Een eenzaam beeld, een David, een vechter tegen reuzen. Die staat te mijmeren, in zichzelf gekeerd, bij de nacht die valt. Wil hij ons land en de buren omturnen tot kazernes? Met plenty munitie en wapens? Die op Europese schaal in de planning ook  zullen worden ingezet om de Afrikaanse medemensen – die nu nog moeten geboren worden, krachtdadig – lees dodelijk – op een afstand te houden?
Dat staat immers met zoveel woorden in het interview in Doorbraak.
“De bevolkingsaangroei is daar [in Afrika] bijzonder explosief (sic) en in combinatie met economische ontreddering het gebrek aan stabiele staatsstructuren en de impact van de klimaatopwarming valt dat  niet meer te beheersen. Op korte tijd zullen we wat moeten samen werken met de Noord-Afrikaanse landen, om wat tijd te kopen, maar op lange termijn kunnen we niet anders dan de Middellandse Zee veel beter beschermen met militaire middelen.”
Als je deze taal goed begrijpt, en dan bedenkt dat in de woonkamer/salon van deze strategische denker een grote wereldbol prijkt, dan is de gedachtesprong naar de bekende film van Charlie Chaplin snel gemaakt. Een film die sterke voorspellende kracht zou blijken te bezitten over de kleine man met grootheidswaan die van Europa vijf jaar lang een vuurbol en een ‘feest’ van onmenselijkheid zou maken. Om sommige “realistische” analyses te maken moet een mens blijkbaar, in de taal van Goethe “Ueber Leichen gehen”.
Misschien kunnen we dan toch beter naar een “stad op de berg” (Augustinus) streven waar we een Afrikaan als buur dulden met zijn familie. Waar we een stuk van onze materiële welvaart daartoe opgeven en delen. Misschien toch liever dan die Afrikaan en zijn kinderen aan de grens van ons continent (en aan onze Noordzeekust,  langs de Ardennen en het Albertkanaal?) overhoop te laten schieten door ferme (en dure) soldaten.
Kind met bitje voor sportbeoefening
Ter overweging een literair geëvoceerde casus van een land- en tijdgenote (De Standaard 3 januari)

Gelukkig nieuwjaar. Vooral als u het moeilijk heeft

(De schrijfster vertelt om te beginnen hoe zij ‘s nachts haar bitje kwijt is, haar “gouttière. “Dat plastic gootje dat ’s nachts mijn tanden van elkaar houdt, zodat ik ze niet kapot knars.”
– “Als ik nu eens gewoon zou leren van minder te stressen, minder te vechten, minder te knarsen, minder depressief te zijn en minder bijwerkingen te hebben van mijn antidepressiva, als ik nu eens gewoon zou leren gelukkig te zijn en ontspannen zoals normale mensen die in deze apocalyptische tijden gewoon cadeautjes kunnen kopen en kaarten kunnen sturen, en als ik wat meer yoga zou doen en mindfulness, en leren dat de apocalyps enkel in mijn hoofd zit, dan zou ik echt een gezellig mens kunnen zijn, een buitenmens, iemand die graag naar feestjes gaat. De apocalyps zit enkel in mijn hoofd. Toch?
Telkens wanneer ik een politicus hoor zeggen dat mensen geactiveerd moeten worden, dan denk ik dat dat over mij gaat. Maar ik doe zoveel ik kan. Ik kan alleen niet zo veel meer. Als ik op een dag drie uur kan schrijven, netjes bijgehouden met de chronometer, dan is dat een uitzonderlijk goeie dag. Is dat genoeg? Mag ik desondanks bestaan in uw wereld? Ook als ik niet naar uw feestje kom?
Geloof mij, er bestaat geen verwijt dat ik mezelf niet gemaakt heb. Er is geen gesel die ik niet hanteerde. Dagelijks noem ik mezelf een luierik, een nietsnut, een parasiet van de samenleving. Ik bijt mijn nachten kapot van frustratie. Als zelfhaat mijn productiviteit ook maar een fractie zou opdrijven, ik was al lang ceo van BVBA Belangrijk.
Ik maak geen voornemens dit jaar. Ik ben doodziek. Ik ben zo ziek van altijd maar moeten, altijd maar beter willen zijn, dokters af te schuimen en telkens opnieuw te horen hoe er niets mis met mij is. Ik zie wel wat er komt, ik hoop dat ik op een dag weer het bed uit raak. Ik wens u een gelukkig nieuwjaar. Ook als u het moeilijk heeft. Vooral als u het moeilijk heeft.”
[Nele Van den Broeck is muzikant en theatermaker. Als Nele Needs A Holiday doet zij verwoede pogingen om wereldberoemd te worden. Ze schrijft een tweewekelijkse column, telkens aan de hand één of meerdere nummers. Vandaag is dat Happy New Year van Abba.]
Illustratie
Boek : profiel prof Holslag
Kind met sportbitje: Flickr, Marc Woltering
Portret J. Holslag: Flickr (herneming uit vorige blog)

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!