De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

OPPENHEIMER. Nolan biedt boeiende biografie en noodzakelijk historisch appel

maandag 19 februari 2024 15:09
Spread the love

Vorige week gingen wij de film Oppenheimer van Christopher Nolan bekijken. Hij heeft intussen een reeks Bafta Awards binnen gehaald, en dat lijkt ons terecht. Dat belooft voor de Oscars in maart. Toen ik hoorde van het maken van de film had ik vooral één gedachte: dat werd tijd. Als scholier die fysica, biologie en chemie koos in het secundair en in die jaren zeventig al hongerig over alle wetenschappen en wetenschappers las, was het fascinerende verhaal van de relativiteitstheorie van Einstein en de daarop volgende hoofdstukken wetenschapsgeschiedenis mij al in grote lijnen bekend. Bij de leraar Engels in het Heilige Drievuldigheidscollege aan de Oude Markt in Leuven lazen wij in 1979, toen ik zeventien was, het TIME magazine dat aan Einstein gewijd was. Dat was fascinerende lectuur, zo herinner ik mij zeer goed. We leerden dat Einstein op jonge leeftijd een lange trektocht deed, deels met auto-stop, wat toen nog gewoon was. Ik herkende de vrijheidsdrang, de drang elders te leren over het leven, de mensen, de culturen dan op de schoolbanken. We leerden hoe Einstein – zoals vele “grote geesten” zijn ontspanning na het denkwerk graag zocht in de meest elementaire bezigheden zoals fietsen en zeilen. Later ontdekten wij dat onder andere Leo Tindemans en Dwight Eisenhower ontspanning zochten en vonden in heel gewone romans en stripverhalen. We leerden met verbazing hoe op een bepaalde dag twee atoomwetenschappers op weg in Washington DC, waar ook onze vader in de jaren zeventig woonde, naar de president van de Verenigde Staten op bepaald ogenblik de weg kwijt waren.  Zij hadden als doel Roosevelt te overtuigen aan de bom te beginnen werken. Zij kregen door een jongen op straat de weg gewezen, en in het themanummer van het Amerikaanse blad lazen wij hoe de grote figuren dit als een existentieel, mystiek, historisch feit ervoeren: een kind had de wereld op weg gezet naar de atoombom… Een bedenking die meteen ook het gewicht van dat bezoek zijdelings heel duidelijk maakte.

De essentie van de relativiteitstheorie, die bij het grote publiek vooral bekend is via de korte, geheimzinnige wiskundige formule E = m.c-kwadraat, hebben wij toen uitgezocht en in het geheugen opgeslagen. Onze leraar geschiedenis, Rik Convents, legde ons een jaar later uit dat die revolutionaire theorie onder andere betekent dat de lengte van de schoolbanken, van de meetlat die hij vast hield, van de lezenaar… in feiten niet onveranderlijk zijn. Dat zij langer of korter worden naargelang de snelheid waarmee zij bewegen. Die theorie betekent ook dat de vastheid van de voorwerpen die wij waarnemen, een illusie is. De moleculen van hout, staal, plastic en mensenvlees, bestaan uit atomen. En die bevatten vooral lucht, tussenruimte, leegte, niets. Een atoomkern waar op afstand elektronen rond draaien, dat is de bouwsteen van alles.

Met interesse noteerde ik in 1979 ook dat Einstein als jongeling aan zijn oom brieven schreef waarin hij zich afvroeg of een persoon geplaatst in een trein die zo snel zou gaan als het licht, even snel zou oud worden als een tweelingbroer die in gewone omstandigheden bleef bestaan. Later zou Einstein het antwoord op deze filosofisch-fysische vraag vinden en er de wereld mee verbazen. Zelf besefte ik op die dag hoe interessant het was aan je familie en vrienden brieven te schrijven, en in geschreven taal na te denken. Het werd een gewoonte die ik nooit meer zou loslaten. Die me opiniemaker liet worden in het Vlaamse landgedeelte.

De film fascineerde mij buitenmatig. Als ik met partners naar de bioscoop trek, heb ik vaak bedenkingen, die ik graag op fluistertoon mag delen. Dit keer bleven de bedenkingen en toelichtingen zeer beperkt, ook al duurt de film uitzonderlijk lang. Ik hing aan de lippen van de personages op het scherm. Grote en kleine persoonlijke ontmoetingen, sociale interacties en dialogen vormen de ruggengraat van de film. Wie taal goed begrijpt in al haar nuances, heeft hier een rijkere brok dan wie vooral voor actie naar films gaat kijken. Ook al zijn er wel degelijk mooie actiemomenten ingelast. Te beginnen met de ritjes te paard door de eenzame woestijnachtige landschappen in New Mexico, waar het op voorstel van Julius Robert Oppenheimer (1904-1967) was dat de basis Los Alamos werd uitgebouwd, op het land waar hij zelf eigenaar was van een vakantiehuis. Los Alamos, een naam als een klok, die we in de loop der jaren in menig boek en in menig stripverhaal terug tegen kwamen. Nu kennen we de geschiedenis van dit militaire centrum waar het Manhattan-project, de ontwikkeling van de Bom plaatsgreep, in haar essentie alsof het ons dorp was. Naar het einde toe zijn er ook pakkende beelden van de bom en het naderende moment van de druk op de rode knop. De film is in grote mate documentair, maar gelukkig overstijgt hij die aard met brio, het is een echte speelfilm, een drama geworden. Cillian Murphy heeft zijn Bafta als beste acteur verdiend, en de Oscar volgt wellicht. Hij zet een veelgelaagde man prima neer.

 

Wat mij positief trof, is dat je van in de eerste minuten een idee krijgt van wat geniale, uitzonderlijke geleerden zijn. De vergelijking met de film A beautiful Mind dringt zich op. Daarin leren we een geniale wiskundige kennen, inclusief zijn kwetsbare geest die hem een zeer asociaal persoon maakt en een lijder aan hallucinaties en angsten. Het is goed en mooi hoe Nolan hier, zonder het aan te dikken, een poging doet voor een groot publiek van vaak “gewone mensen” aan te geven hoe de leefwereld, de geest van hoog-intelligente onderzoekers werkt. Je krijgt een idee als het hoofd van de hoofdpersoon plots voor enkele seconden in focus blijft, en je allerlei dwarrelende lichtpunten ziet, de symbolische uitbeelding van de atomen en sterren waar de geest van Oppenheimer door gebiologeerd is, en waar zo een man diep, diep over nadenkt. Zoals bekend zijn genialiteit en waanzin vaak innig met elkaar verweven. Grote geesten zijn vaak minder stabiele geesten, persoonlijkheden dan handarbeiders, managers of bedienden. Hoge intelligentie is een zegen én tegelijk een vloek. Het is goed dat een regisseur het vaak simplistische beeld van de grote wetenschapper wat tracht bij te sturen. De professor-expert is vaak iemand met wondere kennis en ideeën, maar hij heeft evengoed last van kwalen en eigenaardigheden, idiosyncracies zoals het Engels ze benoemt.De ongelijkheid en de verdeling van het geluk ligt vaak elders dan waar mensen denken. Wie boven alle denk- en zingevingssystemen staat of meent te staan, is vaak eenzaam en stuurloos. De recente gegevens over literatoren die het christendom herontdekken, zoals Christophe Vekeman en Kristien Hemmerechts, en een Nobelprijswinnaar of twee, liggen in die voorspelbare lijn.

Die hoog-ontwikkelde geesten verdienen vaak goed hun brood, maar zoals deze biografie aangeeft, betekent dit geenszins dat zij in het persoonlijke en familiale leven van ongeluk, pijn, verdriet en verwarring gespeend blijven. Zeker als het mannen betreft. Die vaak nog meer dan vrouwen wiskundig aangelegd zijn, maar ook meer geneigd tot monomaan doorwerken, ook juist tot de uitputting dreigt. Mannen zijn meer geneigd lineair te focussen, tot spijt van sommige feministen wellicht, is dit een natuurlijk verschil. En zoals psychiater-seksuoloog Piet Nijs ons leerde, zijn mannelijke mensen goed voorbereid door hun gender of geslacht om denkwerk te verrichten dat abstract-associatief-creatief is. De toekomst zal uitwijzen of de conclusie dat mannen vaker geniale arbeid verrichten te maken heeft met die mannelijke genen of niet. Nu de vrouw professioneel steeds meer kansen, aandacht en gezag verwerft, zal de balans allicht meer evenwichtig worden. In elk geval zijn er relatief meer mannen met zeer hoge intelligentie, genre atoomgeleerden, én meer zwakzinnigen dan bij de vrouw; de Gauss-curve van het IQ maakt dit duidelijk.

Robert Oppenheimer ging naar eigen zeggen geregeld door onaangename depressies (zie Wikipedia). Dat mag ons niet verwonderen. Een verfijnde geest is wellicht vaker kwetsbaar dan een eenvoudige. Als we de wat oneerbiedige vergelijking mogen  maken:  ook een typemachine uit de oude tijd is robuuster en minder onderhevig aan ontregeling dan een tekstprocessor of  een computer.

De top-figuren uit de wetenschap die in deze biografische film figureren tonen ook, meer dan in films van de vorige decennia, aan hoe seksualiteit belangrijk is voor de mens. En hoe erotische relaties vaak een problematisch verloop kennen. Een passionele relatie van Oppenheimer mondt uit in de zelfdoding van de betrokken vrouw. Zijn wettige partner, Katherine Harrison, een studente aan Berkeley waar Robert doceerde, is met hem in zee gegaan, althans in de film op basis van subjectieve sympathie, liefde op het eerste gezicht. Zij heeft voor deze briljante man haar vorige wettelijke huwelijk opgezegd, en daarmee een groot fortuin achtergelaten. Eigentijds en waarachtig is het beeld van de moeilijkheden van het ouderschap en het huwelijk. Katherine was een rots in de branding voor Robert, maar het personage toont aan hoe het voor een ontwikkelde vrouw vaak ondoenlijk is dagenlang met de baby alleen in zorgende verhouding te blijven.

 

Wij bekeken de film samen met 350 oudere mensen, een organisatie van een democratische politieke partij in de week van Valentijn. We waren blij met de pauze in het midden van de vertoning. De film is wat zwaar op de hand en vraagt grote concentratie, en hij duurt dus ruim drie uur. Het drama is goed opgebouwd, het gaat naar de ontknoping toe als een detective. Het onderwerp, de race tegen de tijd om voor de nazi’s in Duitsland, en voor de stalinisten in Rusland over de A-bom te beschikken, komt goed uit de verf. Een Britse onderzoeker in het team bleek een spion. Uit het werk van historicus McIntyre, met name het boek “Agent Sonya”, weten we dat een vrouw de atoomgeheimen aan het Kremlin verder doorspeelde. Hoofdonderwerp is ook de vraag hoe het mogelijk is geweest dat deze top-geleerde die zo veel had betekend voor zijn land en voor de militaire slagkracht, na de oorlog op laaghartige manier kon beschadigd worden door enkele overheidsinstanties en machtige figuren. Het is goed dat we nog eens te zien krijgen wat een irrationele heksenjacht de jacht op “communisten” is geweest, in de jaren zestig van vorige eeuw, op aansturen van de senator genaamd McCarthy. Zo worden we eraan herinnerd dat tot in de hoogste echelons van democratieën, niet alleen in dictaturen zoals Rusland of Noord-Korea, onzinnige, emotionele bewegingen een  meerderheid tijdelijk kan bij de neus nemen. Zoals we vandaag niet kunnen begrijpen hoe miljoenen Amerikanen vallen voor de inhoudsloze en gewetenloze nep-politicus Donald Trump. Of hoe een onredelijke, door wantrouwen geleide beweging de noodzaak van vaccinatie bleef ontkennen in covid-tijd.

Eerlijk en treffend is verder in beeld gebracht wat we zelf al lazen in studies: hoe president Truman zelf geen hoge dunk had van Robert Oppenheimer na de eerste en enige ontmoeting met de wetenschapper; hij verfoeide de morele scrupules van de vader van de Bom. Wat ons een idee geeft hoe deze president uit hard, meedogenloos materiaal was gesmeed. Presidenten en Eerste Ministers van democratieën zijn niet altijd menselijke, fijnzinnige figuren, zoals in België wel meestal het geval is.

De kritiek die in de weken na de release te lezen was, dat het onverantwoord zou zijn dat “de slachtoffers van Hiroshima en Nagasaki ontbreken”, kan ik na het bekijken van deze grote prent zonder veel moeite opzij leggen. De lange film bevat al zoveel genuanceerde waarheid over grote historische en psychologische feiten en fenomenen, dat je de regisseur dankbaar bent dat hij de horror van de atoomstraling met enkele beelden en woorden oproept, maar ze niet expliciet brengt.

Deze film komt historisch op zijn tijd; je leert er beter zien wat Wetenschap is en wat zij te bieden heeft; je leert er over de Macht en haar vaak hoekige omgang met mensen; je leert erin over de beperkingen van wat geld en aanzien kunnen bieden; je leert denken over de inzet van de atoombommen op het einde van de tweede wereldoorlog; en je krijgt beelden, woorden en redeneringen, feiten en kennis om persoonlijk stil te staan bij een van de grootste vernieuwingen sinds Einstein: de aanwezigheid van atoombommen en waterstofbommen in de arsenalen van de volkeren.  Terecht is dit nieuwe A-Feit in de film als een soort pointe opgevoerd: zoals uit het historische en korte gesprek van Oppenheimer en Albert Einstein aan het vijvertje blijkt: sinds de ontwikkeling van de eerste A-bom is er wel letterlijk geen alles vernietigende “kettingreactie” in gang gezet, niet door de bom zelf; maar in feite wel op politiek vlak; in de bewapeningspolitiek van meer en meer naties. Dit verhaal over een nieuwe technologie met haar enorme mogelijkheden, voordelen én immense inherente, lastig te dempen gevaren werpt ook een verontrustend licht op het actuele vraagstuk van AI.


Biografie via Wikipedia: Robert Oppenheimer

——————————————————

Hoofdillustratie: portret van het personage Oppenheimer uit de film en als de vader en de bom, Flickr, Canburak.

Oppenheimer met vuurbal op de achtergrond: Flickr, John David.

Historisch portret van Robert Oppenheimer: Flickr, American Federation of Scientists.


NB. Deze recensie werd bijna geheel in één trek geschreven, in ongeveer anderhalf uur. In diezelfde tijdspanne werd ze na publicatie door 224 lezers gelezen.

Oppenheimer en de A-bom. Flickr, Canburak

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!