De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Kortrijk 1302  of  Woeringen 1288

Kortrijk 1302 of Woeringen 1288

zaterdag 4 februari 2023 11:44
Spread the love

Jan Dumolyn (UG) onderkent in De Standaard van 4 februari 2023 de kritiek op het Verhaal van Vlaanderen (één) met de populaire Tom Waes waaraan hij zijn wetenschappelijke medewerking heeft verleend. De serie blikt te eenzijdig op het historische Graafschap Vlaanderen. Hij verwijst daarvoor naar een ‘kleinschalige Slag van de Vilvoordse beemden’ in 1306. Mag ik hieronder een bredere vergelijking maken tussen het Hertogdom Brabant en het Graafschap Vlaanderen in de overgang naar de veertiende eeuw.

Er is geen keuze tussen de Guldensporenslag in Vlaanderen en de Brabanders in de Slag van Woeringen mogelijk natuurlijk. Toch wordt die anno 2023 bij de VRT gemaakt vanuit het belang, voor de Vlaamse Beweging vandaag, van het negentiende-eeuwse initiatief om het jonge België een identiteit te verschaffen naast de Franse cultuur in Frankrijk. Met als gangmaker Hendrik Conscience, de man die zijn volk leerde lezen en die zijn carrière afsluit als conservator van het Antoine Wiertzmuseum in Elsene.

Laten we het eigentijds belang van beide veldslagen afwegen om de wetenschappelijke of pedagogische keuzes vandaag te evalueren.
De Slag bij Woeringen (Keulen, 5 juni 1288) en de Guldensporenslag (Kortrijk, 11 juli 1302) beogen allebei een versteviging en de feodale onafhankelijkheid respectievelijk binnen Heilig Roomse Rijk (Duitsland) en tegenover de Franse Kroon.

1288: Slag bij Woeringen

Hertog Jan I van Brabant neemt het op tegen Graaf Otto II van Gelre (Gelderland) die werd gesteund door de Aartsbisschop van Keulen en de Graaf van Luxemburg. Aanleiding was het kinderloos overlijden in 1283 van Hertogin Irmgard van Limburg die was getrouwd met Reinoud, zoon van Otto II van Gelre.
Jan I van Brabant werd in zijn expansiebeleid gesteund door de Brabantse steden omwille van de lucratieve handelsactiviteiten rond Maas en Rijn en hij kocht het opvolgingsrecht van Limburg van Graaf Adolf V van Berg, een van de erfgenamen van Irmgard.
Jan I van Brabant en Otto II van Gelre konden elkaar dus niet langer ontlopen in de Limburgse successieoorlog. Het geschil werd door de veldslag bij het kasteel van Woeringen aan de Rijn (1288) met een klinkende overwinning van de Brabanders beslecht. Door bemiddeling van de Franse Koning Filips IV de Schone werd Reinoud van Gelre vrijgelaten en het Hertogdom Limburg werd definitief toegewezen aan Hertog Jan I Van Brabant. Die heeft zich daarmee opgewerkt tot een van machtigste heren van het Nederrijngebied.

Voor de financiering van het Brabants expansiebeleid komt Hertog Jan I tot een akkoord met adel, geestelijkheid en met de steden (Brussel, Leuven, Antwerpen, ’s-Hertogenbosch, Tienen, Zoutleeuw) waarbij de verhouding met de landsheer vernieuwend contractueel wordt bepaald: het gaat uit van medezeggenschap via een standenvertegenwoordiging en een weerstandsrecht om zich desgevallend te verdedigen. We spreken in dit verband van de vroege traditie van het Brabants constitutionalisme met als voorbeelden de Charter van Kortenberg (1312) en de Blijde Inkomst (1356).
De Magna Carta had in 1215 een eerste grondwettelijke basis gelegd die de macht afbakende tussen de koning Jan zonder Land van Engeland en diens leenmannen en de geestelijken. Het Charter van Kortenberg was als eerste grondwettelijk document in Brabant (opgesteld in het Diets) samen met het Parlement van Kortenberg vernieuwend omdat de burgers in de steden binnen de maatschappelijke machtsverhoudingen worden erkend.
Onderzoek heeft uitgewezen dat het Charter van Kortenberg als bron inspireert voor Willem van Oranjes Plakkaat van Verlatinghe (1581) en voor de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776).

1305: Verdrag van Athis-sur-Orge

De Guldensporenslag (Kortrijk 1302) is een onderdeel van de Vlaamse Opstand (1297-1305).

In Vlaanderen zijn de steden als Brugge, Gent, Ieper, Rijsel en Dowaai rijk geworden met de lakenindustrie. De wol daarvoor werd geïmporteerd uit Engeland dat regelmatig in conflict was met koning Filips IV de Schone van Frankrijk. En oorlog voeren kost geld. Veel geld voor de Franse kroon.
De relatie tussen de Franse leenheer en het relatief onafhankelijke Vlaamse Graafschap kwam daarbij voortdurend onder spanning. Bovendien streefden de steden naar onafhankelijkheid via stadsrechten die de feodale greep van de graaf van Vlaanderen en van de adel neutraliseerden.
In de steden zelf groeide de spanning tussen de ambachtslui, verenigd in gilden, en de rijke patriciërsfamilies die de stad bestuurden en daartoe steun zochten bij de Franse kroon.

De geschillen met de Franse leenheer lopen op vanaf 1288. Het begon met eisen van de Franse kroon over achtergehouden belastinggelden en met monetaire maatregelen die vooral in het rijke Vlaanderen wrevel wekken.
Een huwelijksovereenkomst in 1294 tussen de zevenjarige dochter van Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen, en de Engelse troonopvolger, de toekomstige Eduard II, brengt Filips IV de Schone ertoe om de familie van de Graaf van Vlaanderen gevangen te nemen en om een nieuwe belastingverhoging op onroerend goed in de schoenen van de graaf van Vlaanderen te schuiven.
Bemiddeling van Paus Bonifatius VII zorgt er in 1295 voor dat de familie van de graaf van Vlaanderen wordt vrijgelaten. Enkel Filippa, de uit te huwelijken dochter van Gwijde van Dampierre, blijft tot haar dood in 1306 gevangen achter in het Louvre van Parijs.

Op 7 januari 1297 sloot de vrijgelaten Gwijde van Dampierre een alliantie met de Engelse Koning Eduard. De graaf van Vlaanderen zegt hiermee zijn feodale trouw op aan de Franse koning. Filips IV de Schone confisqueert daarop het graafschap Vlaanderen en plaatst het onder zijn rechtstreeks gezag in het Franse kroondomein. Zijn leger valt het graafschap binnen en op 18 september 1297 geeft Brugge zich over aan de Franse koning.

Ondanks zijn financiële problemen met de Engelse adel en de opstand met William Wallace in Schotland, brengt de Engelse Koning Eduard I de Stelt in augustus 1297 een troepenmacht onder in Gent. Die zal hij eenzijdig terugtrekken in maart 1298 om vervolgens een vrede af te sluiten met de Franse koning Filips IV de Schone. De graaf van Vlaanderen zal dan naar een middeleeuws gezegde beseft hebben dat het met hoge heren kwaad kersen eten is

Een Bemiddeling van Paus Bonifatius VII leidde tot een wapenstilstand van oktober 1297 tot 1300.
Na afloop van de wapenstilstand rukken de Franse troepen verder op en veroveren relatief makkelijk het Graafschap Vlaanderen. In mei 1300 worden graaf Gwijde van Dampierre en diens zonen Robrecht en Willem Crèvecoeur met verschillende andere edellieden gevangen genomen en overgebracht naar Frankrijk.
Filips de Schone stelde Jacob van Châtillon, graaf van Saint-Pol, aan als zijn gouverneur in het graafschap Vlaanderen.

Bij de militaire verovering waren de steden tot dusver neutraal gebleven. De patriciërsfamilies uit de steden hadden in het verleden bij de talrijke conflicten met de graaf van Vlaanderen al eens steun gezocht bij de Franse koning die zelf ook voortdurend opportuniteiten zocht om zijn invloed uit te breiden. Zij werden samen de leliaards genoemd.
Tegenover hen stonden de gilden van de ambachtslui die protesteerden tegen de nieuwe belastingen en daarbij een verbond sloten met de adel die de graaf van Vlaanderen trouw was gebleven. Samen vormden zij de liebaards of klauwaards.

Na de Brugse metten waarbij Franse ridders bij verrassing in hun slaap werden gedood, volgt de Guldensporenslag (1302). De Vlamingen staan onder leiding van Willem van Gulik en Gwijde van Namen en nemen het met succes op  tegen het imposante professionele Franse ridderleger onder leiding van Karel van Valois, die de koning daartoe had teruggeroepen uit Gascogne.

Al vlug, in augustus 1304, volgt er een nieuwe onbesliste Slag bij Pevelenberg  die in 1305 aan de basis ligt van het Verdrag van Athis-sur-Orge (vandaag Athis-Mons aan de monding van Orge en Seine) gesloten tussen Graaf Robrecht III van Béthune en de Franse koning Filips IV de Schone. De Vlamingen hadden de Franse koning verrast door hun vermogen om reeds zo vlug na de slag bij Kortrijk weer een grote strijdmacht in het veld te brengen.

Het Verdrag van Athis-sur-Orge in 1305 voorziet in een algehele amnestie, de vrijlating van alle gevangenen en het herstel van Vlaanderen, los van het kroondomein als autonoom graafschap met erkenning van de graaf als hoogste gezag. Daartegenover stond dat de Vlamingen een jaarlijkse boete van 20.000 pond en een herstelbetaling van 400.000 pond moesten betalen. De verbannen leliaards die mochten terugkeren en recht hadden op een vergoeding voor hun vernielde bezit, hoefden niet bij te dragen. Ook kreeg de Franse koning het recht om in geval van oorlog Vlaamse krijgers op te eisen. Als onderpand werden de kasselrijen van Dowaai, Orchies en Rijsel (Waals-Vlaanderen) naar het Franse kroondomein overgeheveld. Ook moesten 3000 Brugse poorters een strafbedevaart maken. Na de ondertekening van het vernederende verdrag werd Robrecht vrijgelaten uit Franse gevangenschap, waarna hij zich officieel met de koning verzoende. De Vlaamse Opstand van 1297-1305 werd hiermee beëindigd.

1288 of 1302 ?

Ons verleden ontdekken kan helpen om het heden beter te begrijpen en eventueel ook om de herhaling van fouten te vermijden.
Onrecht en sociale strijd zijn er in elke periode. Maar het erkennen van sociale ontvoogding in de diepte en in de breedte, met ups en downs, lijkt me daarbij wetenschappelijk onontbeerlijk. Dat is ook de opdracht die de sociaaldemocratie zich graag toedicht: de beste stuurlui staan aan wal…

Geef mij toch maar de BBC-traditie waarbij populaire figuren op basis van een deskundige afweging van het belang van de historische argumenten en met uitgebeelde feiten, boeiende series opbouwen. Het Vlaams canon, naar andere buitenlandse voorbeelden, lijkt me meer een wedstrijd in wat eigenlijk? Zelfs sportwedstrijden in Vlaanderen zijn onderhevig aan andere dan sportieve belangen. Antwerpen kon als Brabantse metropool jarenlang de start van de Ronde van Vlaanderen afsnoepen. Omwille van het opbod van het startgeld voor de ontvangende stad allicht, en omwille van de Antwerpse burgemeester die die opportuniteit graag benutte.
Ceci n’est pas une pipe schrijft een Belgische surrealist.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!