De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Een visie op verruwing en verrechtsing. VB als blok aan het been.

zondag 30 oktober 2022 13:33
Spread the love

Updates: 1) uitgebreide concepten in de inleiding 2) Punt 10: de grote versnelling van de geschiedenis, met stress en onveiligheidsgevoel tot gevolg, 1.11.22. 3) Het probleem van de versnelling van de veranderingen in een mensenleven.

Vanwaar komt de vrij algemene verruwing? De verruwing in de taal, het schelden zonder in dialoog te gaan, en ook de verrechtsing, het kreeg allemaal ongetwijfeld een boost met een personage als Donald Trump op een zo zichtbare plaats, zo merken sommigen terecht op. Laten we ons eens over enkele mogelijke andere, diepere oorzaken buigen. Want de trend lijkt elke maand meer onmiskenbaar, en lijkt toch lichtjes onheilspellend.

De neiging op (extreem) rechts te stemmen, en de grofheid in de omgang, ze lijken mij inderdaad uit eenzelfde reeks bronnen voort te komen. Wat kunnen die bronnen van ge-belg-dheid zijn die meer mensen lastig laten lopen en sommigen verleiden tot Vlaams-nationalisme?

Het lijkt er op dat niet alleen typerend politieke gemoedsbewegingen spelen, zoals het zoeken van een vijand buiten een “eigen groep” of het zoeken van een gemakkelijke zondebok, een schietschijf voor vage en ingewikkelde problemen. Integendeel, de betreffende stem-ming lijkt vooral een tegen-stem, een protest-stem: een uiting van spanning, stress, zorgelijkheid, lastigheid, boosheid, onmacht, ontevredenheden… die voortkomen uit  en brede en diepgewortelde-, maar nog niet altijd tot boven de waterlijn-der-woorden gekomen en daarom vaak onzichtbare redenen.

Er zijn zeker zeer zakelijke, objectieve en materiële, tastbare factoren in het spel. Zoals de komst van internetcommunicatie, lastige situaties en wijzigingen in de arbeidswereld en de invloed van de tools waarmee wij ons toenemend omringen. Zoals destijds de invloed van de auto en van de televisie groot is gebleken, ook sluipend in negatieve zin, en mede de vereenzaming en de ontrafeling van het Sociale Weefsel heeft bevorderd, ons be-staan meer sedentair, zittend heeft gemaakt, zo vrees ik dat de menselijke leefwereld momenteel verandert door toestellen als de laptop, de smartphone, huishoudtoestellen en Sociale media. De vele voordelen komen na verloop van tijd vaak met akelige nadelen.

De ‘lastigheid’ van tijdgenoten lijkt vaak te maken te hebben met een bestaan dat in grote mate een soort van artificieel karakter kreeg. Verder en verder weg ging dit bestaan van traditionele, gewone en bijzonder ‘natuurlijke’ omstandigheden, “waarvoor de mens gemaakt is”. Iemand in het gezicht verbaal ongeremd confronteren, laat staan beledigen, daar gaan wij natuurlijk niet zo snel toe over, dan met behulp van het klavier op sociale media.

Ten derde en vierde, ten vijfde, zesde en zevende…  zie ik nog andere sluipende factoren die met verzakelijking en (overmatig waargemaakte?) welvaartsdromen heeft te maken.

3. De opvoeding… moeder en vader onttrekken zich er intussen sinds een jaar of veertig massaal aan, reeds in de eerste levensjaren!
Geen wonder dat het crèchesysteem kraakt en dat kritische stemmen hoorbaarder worden. Ik schreef er geregeld over in september en oktober.

“Onbeschoftheid” in gedrag staat niet voor niets traditioneel tegenover “welopgevoede mensen”.

4. De algemeen gestegen welvaart zelf lijkt mij een niet te verwaarlozen factor. Als het waar is dat macht corrumpeert, zoals Marx opmerkte, dan geldt dit o.i. ook voor welvaart, voor gestegen koopkracht. Wie arm is, zal eerder nederig en beleefd blijven. (Misschien geregeld achterbaks dwars liggen, dat ook wel). Maar meer bestaanszekerheid en geld, welvaart, lijkt mij onmiskenbaar op onze natuur in te werken in de richting van wangedrag. Op dit vlak verschillen wij mensen niet zo heel veel van de andere grote zoogdieren, geloof ik. Denk aan honden groot en klein als die verwend worden en niet door een tijdig voldoende strenge baas in toom worden gehouden. Ik denk ook aan natuurreservaten waar schapen en pony’s worden ingezet als grazers: als er teveel bezoekers teveel voederen, ontaard hun karakter en worden ze veeleisend, opdringerig, ondankbaar, vals en bijterig… De toenemende houding van aanmatiging, arrogantie, heeft daar beslist mee te maken.

 

 

5. Nog een factor ligt wellicht in het veld van de seksuele omgang. In een wereld waar seksuele bevrijding, die oude droom, is doorgebroken, waar contraceptiva en abortus de behoedzaamheid kort hebben gesloten, waar porno gemeengoed wordt, wordt het wellicht gewoner, aanvaardbaarder geacht, ruwere taal te gebruiken. Niet alleen wat studentikoos vocabulaire als fuck en kut betreft…

6. Het (teveel) kijken van pulp series maakt mensen populistisch, zo is door grondig onderzoek aangetoond.

7. De komst van meer huishoudtoestellen en meer machines sinds de tweede wereldoorlog was zeer hoopgevend. Wie wil het nog doen zonder wasmachine? Wie kiest voor de arbeidsintensieve kachel in plaats van de centrale verwarming? Wie poetst nog persoonlijk het huis? Wie doet er nog eigenhandig, liefst samen misschien, de afwas? Wie kent nog het grote genoegen zelf confituur te maken, liefst van vruchten uit de tuin of uit het bos, en die later (samen) op de boterham te genieten? Wie kent nog het tastbare genoegen “buit” uit de supermarkt naar huis te dragen op eigen voeten?

Wat we zelf doen, met eigen handen volgens eigen idee, geeft ons de grootste voldoening

Dat comfort komt echter ook met een slechte keerzijde. Repetitieve handenarbeid maakt tevreden, zo bleek. Een grote oorzaak van veel verruwing lijkt ook juist een veralgemeende on-tevredenheid. Jan-Hendrik Bakker wijst er in zijn essay “In stilte. Een filosofie van de afzondering” op hoe de mens vandaag (te) weinig voldoening ervaart.

Twee historische factoren, culturele & sociologische trends die al langer doorheen de geschiedenis aan het werk zijn, vallen verder te onderscheiden.

8. Ten eerste is er het feit dat een groep voorbeeldige mensen die bepaalden wat de lagere klassen goed vonden, uit beeld is verdwenen. Je kunt veel kritiek hebben op de Adel, die bijvoorbeeld eeuwen lang geen belasting betaalde, en daardoor de economie ontwrichtte en de anderen in de armoede hield, maar door het wegvallen van het streefdoel wat meer een nobelman of nobelvrouw te zijn, raakte wellicht ook “nobele” streefdoelen op zich buiten beeld voor de tijdgenoten van nu. Zoals het bereiken van “karakteradel”. Van verfijning in  de ziel en de omgang. Van sobere degelijkheid ook, want wie tot de bloedadel behoorde, die had niets te bewijzen, die kon sober en “natuurlijk” leven. Vandaag leven we in zekere zin in een wereld van “nouveaux riches”, op nooit geziene schaal. De grote verruiming van de middenklasse, ze maakt dat we allemaal parvenus zijn, in zekere zin. Om het nog niet te hebben over het niet zo fraaie voor-beeld van miljardairs van vandaag, die geregeld helemaal los van moraal, soberheid en fatsoen lijken te leven.

Schrijvers als Rob Riemen hebben met essays als “Adel van de geest. Een vergeten ideaal” trachten die trend te beschrijven en tegen te gaan.

9. Een tweede lange-termijnfactor in de cultuur is hieraan verwant: de Kerk was vaak een soort keurslijf, dat is wel zeker; deze religieuze instelling betekende echter wel een appel in het dagelijks leven, een dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse oproep tot deugden als zelfbeheersing, tot het doen van het goede, tot “versterving” en soberheid, tot compassie en steun aan anderen, de zogenaamde “werken van barmhartigheid”. Volgens de evangelies sprak Jezus Christus met zoveel woorden over het boosaardige effect van de lasterlijke woorden die we elkaar vandaag veel te vaak toesturen. Die morele lessen, niet alleen elke zondag  gedurende meer dan duizend jaar aan de gelovigen in de heilige mis verstrekt in de vorm van lezingen en sermoenen,  moeten velen vandaag ontberen, wat wellicht een afglijden naar boertige nonchalance en naar de opvallende pieken van eigenzinnige brutaliteit heeft bevorderd.

 

Top van beschaving?

Aan het begin van de jaren tachtig kon onze hoogleraar Fundamentele Wijsbegeerte Jan Vander Veken in de grote aula van de Katholieke Universiteit van Leuven met zin voor humor aan zijn duizendkoppig publiek stellen: “Zeg het niet verder, maar volgens mij leven wij in feite in een beschaving die op haar hoogtepunt is, die volledig rijp is; dat is wel een fijne toestand om in te leven.” Vandaag lijkt het dat wij die optimistische kwinkslag niet meer kunnen brengen bij de status van onze over-rijpe beschaving. Nadelen breken meer en meer door, op het vlak van onbeschaafd communiceren, maar ook heel voelbaar worden de gevolgen van een paar eeuwen onvoldoende beheersing bij het introduceren van technologie. Het klimaat is naar de vaantjes zowel het sociale als het klimatologische, zou je kunnen zeggen. Maar dat is  natuurlijk een te negatieve klemtoon. Laten wij de hoop en voldoende positieve inslag erin houden, zonder te vergeten naar de negatieve mechanismen en evoluties te kijken. Zoals alleen wie zijn ogen gebruikt niet tegen muren oploopt, moeten we intellectueel met de geest de ogen open houden en alertheid oefenen.

In elk geval lijkt het me nodig te waarschuwen dat bepaalde trends en gemakkelijke gewoonten die velen (niet alleen in de jongste leeftijdsklassen) tegenwoordig ongeremd en enthousiast omarmen, niet zonder gevaren en problemen zijn. En dat sommige gewoonten die bij een oninteressant, voorbijgegaan verleden lijken te horen, misschien voor altijd waardevol blijven. Misschien zelfs herontdekking en herinvoering verdienen, in een of andere vorm.

 

10… Een derde historische onderstroom die ongemerkt het de tijdgenoten veel moeilijker maakt dan hun voorouders, is de factor Grote Veranderingen en teveel Nieuw(s). De veranderingen komen de ene na de andere, jaar na jaar, decennium na decennium, eeuw na eeuw. Er is een toenemende hoeveelheid veranderingen in de levens van de tijdgenoten, wereldwijd, en vooral in de voorop lopende landen, en de veranderingen grijpen ook dieper in onze levens in. Dat is een opgave, dat is niet min. Terwijl immers elke goed geïnformeerde jager weet hoe de Haas, wanneer zijn habitat die bestaat uit een korenveld, op een dag plots gerooid werd, met een kaalslag als gevolg, ziek wordt van de stress. (Bepaalde kruiden en wilde planten in zijn dieet kunnen hem daar deels tegen beschermen).

U moet, als tijdgenoot en als analist, goed beseffen hoe belangrijk deze stilzwijgende evolutie door de tijd, is. Ik heb er in vorige teksten al geregeld op gewezen. Historici krijgen dit fenomeen onderwezen aan de universiteiten, maar ik zie het nog te weinig opduiken in de stukjes in de pers en in monografieën. Kort samengevat is er een versnelling aan de gang in de geschiedenis, die almaar sneller gaat, en die in onze generaties dus een voorlopig hoogtepunt bereikt dat nooit mensen in het verleden hebben moeten dragen. In de prehistorie veranderde grof geschetst bijna niets in de loop van een eeuw, zelfs tijdens duizend jaar. Nieuwe ontwikkelingen in het gereedschap, de silex hulpmiddelen, de messen die vroeger onterecht “vuistbijlen” werden genoemd, waren belangrijk. Ze maakten de jacht en het bewerken van huiden en de handel beter mogelijk; maar die verbeteringen in techniek voltrokken zich letterlijk trager dan de beweging van een slak. In de antieke tijd, bij Grieken en Romeinen, was wat we even zullen noemen “de snelheid van de cultuur” al in een ander stadium beland. Door contacten met buurvolkeren nam de hoeveelheid kennis, cultuur, gebruikte talen en godsdienstige invalshoeken snel toe. De cultuur bloeide dan ook, met zoveel vruchtbare input, van de verhandelingen van Vergilius tot de poëzie van Horatius of de wijsheid van Plato en Seneca. Veel geleerden zijn vandaag trouwens de overtuiging toegedaan dat de inzichten in de mens sinds die tijd rond het begin van onze jaartelling, niet veel beter meer zijn geworden. De tragedies van Sophocles of de psychologie van Thucydides en Aristoteles, die blijven overeind en we leren er nog veel uit op vandaag. Maar op vele andere vlakken dan de cultuur, was er bijna een “standstill” in vergelijking met vorige en deze eeuw. De boer bleef zijn paard op dezelfde manier inspannen; pas rond de zevende eeuw vonden de Germanen een betere “attelage” die het dier de adem niet afsneed. De Romeinen kenden nog geen windmolens, dat is ook een middeleeuwse ontdekking. Pas met de Renaissance begon de menselijke cultuur op snelheid te komen, door de herontdekking van de oude literaire en wetenschappelijke geschriften, door versterkt geloof in het menselijke kunnen en in ideeën en technologie. Een nieuwe stand ontstond, buiten de drie standen van boeren, adel en clerus die eeuwenlang een status quo had verdedigd. Advocaten, fijne handwerkslieden, allerlei groot- en kleinhandelaars en uitvinders gaven eeuw na eeuw een boost aan de ontwikkeling, aan de vooruitgang. De boekdrukkunst gaf dit alles nog meer macht.

De middeleeuwer werd maar 35 jaar oud. Vandaag moeten veel mensen dus tijdens hun leven drie keer meer veranderingen ‘slikken’.

Maar u begrijpt al waar we naar toe gaan: dit soort “schwung” en snelheid is in de 20ste eeuw nog fel toegenomen, door wat filosofen als Etienne Vermeersch het WTC bestel hebben genoemd: de combinatie van Wetenschap, Techniek en Kapitaal, is er bijna elke dag iets nieuws, op vele vlakken.

Het punt is dat al deze veranderingen een vorm van stress betekenen. Ook juist omdat de zenuwbanen, de hersenen, het zenuwgestel van de mens en het samenspel met zijn hormonen in al die tijd nauwelijks is veranderd. De mens is niet gemaakt voor zoveel nieuwigheid en verandering, kan je wel stellen. Van de stoomlocomotief die ontworpen werd rond 1825 in Engeland tot de super snelle treinen van vandaag, van de koeriers die beschreven perkamenten te paard in dagreizen vervoerden, tot de telegraaf (van Marconi) en al de communicatiemiddelen van vandaag, die bijna in real time, zonder een seconde te verliezen, de verste uithoeken van de planeet bereiken, het beeld is duidelijk. En de situatie is toenemend comfortabel maar tegelijk verbijsterend en pakkend. Vooral intelligente mensen met een hoge opleiding en genoeg inkomen, ervaren wellicht nog relatief weinig last van dit alles. De meest “gewone mensen”, die deze drie hulpmiddelen voor een deel moeten ontberen, ondanks de grote stijging in welvaart sinds 1918, wordt een en ander letterlijk “overweldigend”.

Vertragen als nieuw ideaal?

De tijd lijkt rijp om allen samen, academische analisten, politici, persmensen en publieke opinie, na te denken over manieren waarop wij niet alleen de economie van een deel van haar helse enthousiasme  kunnen ontdoen, maar ook in domeinen als cultuur, huishouden en technologiegebruik manieren te ontwerpen om na twee eeuwen van flinke versnelling, “te landen”.

Zoals het nu bijna iedereen duidelijk is dat globalisering in de voedsel- en energieproductie best teruggedraaid wordt en meer locaal wordt georganiseerd om strategische en ecologische redenen, is er m.i  nood aan het uitdenken van wegen tot Algemene Vertraging.

In letterlijke zin is deze beweging al ingezet met de bewegwijzering van trage wegen om te wandelen, te fietsen of paard te rijden in ons landschap. Vrijetijdsbestedingen als Bush Craft zoeken genoegen en Voldoening in zo eenvoudig en traag mogelijk wonen, in het bos in de tent, en voedsel koken, op met gensters aangestoken houtvuren. Deze concrete praktijken, er is ook slow cooking, die wellicht geboren worden vanuit eenzelfde bron, vanuit een diepmenselijke behoefte, kunnen als richtinggevende beelden, metaforen, en inspiratiebronnen dienst doen.

In de economische wetenschap bestaat het concept van de “oververhitte” economie of conjunctuur. Misschien mogen we stellen dat ook ander gedragingen van de mens hem stilaan laten struikelen over de eigen voeten. De moderne menselijke hang naar Snelheid met behulp van boten, auto’s en vliegtuigen heeft tenslotte de aardse atmosfeer letterlijk verhit. Dat is iets om… bij stil te staan.

 

Middeleeuwse doden en geestelijke veiligheid

Bovendien is er de factor van de demografie. In de middeleeuwen, de periode van duizend jaar tussen 500 en 1500, waren de meeste mensen dood voor zij 35 werden. De mens die het voorrecht heeft vandaag te leven, moet dus tijdens zijn/haar leven drie keer meer veranderingen, die altijd wat verontrustend zijn, slikken.

Een Demografisch-Psychologisch niet te onderschatten dynamiek is overigens dat versnelling vannhet leven en toegenomen stress nauw gelinkt zijn aan de – ook gedurende twee eeuwen almaar toegenomen – bevolkingsdichtheid. Hogere bevolkingsaantallen brengen bevolkings-“druk”, en die is ook in psychologische zin belastend, niet alleen voor wandelaars op overvolle trottoirs. Sommige analisten vrezen een sterke toename van oorlogen om die reden. Gelukkig schijnt de piek van de wereldbevolking op vele plaatsen in zicht, hij is voor een moment in de lopende eeuw voorzien. In elk geval lijkt het raadzaam naast “voedselveiligheid” en “energieveiligheid” te starten met spreken over “Geestelijke Veiligheid”. Het concept geestelijke gezondheid schiet tekort om bepaalde nieuwe uitdagingen op te vangen.

 

Gecontroleerd gazon

Onlangs had ik over dit vraagstuk en mijn hypothesen een gesprek met mijn huisarts. Zij ziet natuurlijk veel mensen, en heeft daardoor zoals de beste analisten een goed zicht op wat er leeft in de maatschappij. En op de kwalen en kwaaltjes waar mensen van vlees en bloed mee kampen. Zij bevestigde mijn visie en gaf er eigen woorden aan. Heel belangrijk zijn de grote Veranderingen van de laatste decennia en jaren, is haar inzicht. Wij hebben recent Corona gehad, en er is het geweld, de aanslagen van kleine cellen terroristen, en de oorlogen. Er zijn die media die de kleine mens daarmee overspoelen, iets dat in de eeuwen en millennia voorheen niet bestond. Nu komt daarbij de dreiging van de klimaatverstoring en de grote infrastructuurwerken die zullen nodig zijn om de vloed van de zeeën in te dijken, de veranderingen in ons wagenpark, in onze manier van verwarmen van onze huizen en kantoren, en veel meer. “Veel mensen hebben behoefte aan controle. Ze halen hun tevredenheid en rust uit dingen als een gazon dat gemillimeterd is, aan een tuin en een huis die er perfect opgeruimd en ordelijk bij liggen. En dan krijg je deze nieuwe grote uitdagingen!” De mensen hebben geen controle meer. En geen Veiligheid. Velen voelen zich onveilig.

Verrechtsing als schijn- oplossing

De studie van het gedrag van zoogdieren en mens leert ons duidelijk hoe wij dan reageren: met een van de drie opties: Fight, Flight or Freeze. Een konijn heeft in wezen dezelfde keuzemogelijkheden als de mens: vluchten, vechten of onbeweeglijk zich wegstoppen, in de hoop dat het gevaar overwaait. Dat “vechten” uit zich dus in meer agressief taalgebruik, zelfs  van journalisten naar gezagsdragers, ten tweede in meer agressie, onder andere in het verkeer en heel waarschijnlijk komt ook de hang  naar extreem rechtse politieke recepten hier uit voort. Extreem-Rechts staat overal voor simpele recepten die op de korte termijn beterschap beloven, voor leidersfiguren met een messiaans trekje die tot de verbeelding en de sympathie spreken, en voor het aanduiden van (fake) “vijanden”, waar je als volger je agressieve emoties kan op projecteren.

Zoals al vaak is aangegeven zijn deze recepten echter niet goed. De schrijver van “De zondebok”, René Girard, heeft ze als een van de eersten een halve eeuw geleden ontmaskerd, weerlegd en kreeg hiervoor de bijnaam “de Einstein van de menswetenschappen”. Wie zij energie loos laat gaan op schijnvijanden, zoals destijds de pogroms, de lynchpartijen op Joden, die bereikt niet echt dat een probleem als de epidemieën als de pest opgelost raken. Het betreft een brutaal en blind “afreageren”. Het aanduiden van vluchtende mensen als oorzaak van alle mogelijke problemen, is hiermee goed te vergelijken. De echte, de betere oplossingen liggen allicht in goede oude deugden zoals Kalmte bewaren, Nadenken en Samenwerken.

Daarnaast wordt het bewaren van innerlijke rust en kalmte belangrijker dan ooit. Oplossingen als natuurwandelingen, stilte opzoeken, traditioneel gebed ook en (Oosterse of christelijke) meditatie en alles dat vriendelijke nabijheid en ontmoetingen aanzwengelen kan, tot en met traditioneel cafébezoek, sportbeoefening en eigenhandig huis- tuin- en keuken bestieren, het zijn nuttige praktijken die niet meer weg zullen gaan.

 

Vlaams Belang als blok aan het been

Politieke leiders die min of meer volgens fascistische lijnen denken en plannen maken, zijn te beschouwen als schijn-heiligen. Omdat de kwestie zo belangrijk is, geef  ik mijn conclusies nog eens in andere woorden weer.

De verrechtsing die we zien optreden in verschillende delen van de vrije, democratische wereld is paradoxaal genoeg wellicht onder meer  te begrijpen als een ‘instinctieve vraag’ van mensen naar meer regels, meer houvast, minder vrijheid/”losbandigheid”, naar meer gestrengheid en meer charismatische leidersfiguren met gezag, met greep op de dingen. In de eerste jaren van deze eeuw, toen er ongezien veel vrijheid heerste in scholen, zagen we ook al dat vanuit leerlingen zelf die vraag kwam naar meer gestrenge opvoeding. Het tijdschrift TERTIO, waaraan ik als freelancer meewerkte, heeft dat overtuigend gecoverd. Uiteraard kan zo een vraag  naar autoriteit te ver gaan. Kijken naar hoe Rusland wegzinkt, of hoe Brazilië de eigen mensen en de biosfeer beschadigt, het is een instant antidotum om teveel of te snel naar dit soort oplossingen te verlangen.

 

Democratie dus

Het Engels heeft een mooie uitdrukking die luidt “Too many cooks spoil the broth “- Wanneer er teveel koks aan het fornuis staan, mislukt de soep. Eén felle leider waarmee je kunt identificeren is een verleidelijk iets. Een grondige en leesbare, zelfs vrolijke studie als “In Europa” van professor Hendrik Vos maakt echter duidelijk dat Europese democratieën een weliswaar geleidelijk maar toch mooi en goed parcours hebben afgelegd, ook dankzij het vinden van een gezonde mix van macht voor instellingen, gewone parlementsleden, ministers en grote individuele staatslieden.

 

Toekomst menselijk houden

Binnen enkele generaties zullen historici duidelijk zien, terwijl wij die midden in een en ander zitten, het niet kunnen zien. Ik wil er een mooi ding op verwedden dat de analyse onder meer de volgende zal zijn: de gevolgen van teveel techniek en van overmatige commercialisering werden de toenmalige maatschappij een last, een structureel probleem. Veel goede zaken en waarden worden stilzwijgend maar op grote schaal opgeofferd aan een vlot lopende handel met winst in geld. Reclame zet veel mensen op een verkeerd been. Kopen werd een levensdoel, dag na dag, jaar na jaar. Wat grootschalig machinegebruik betreft, ook dat is niet zo onschuldig als het lijkt. Zoals een moeder en een vader verandert als mens door met haar kinderen om te gaan, zo verandert de mens die veel machines gebruikt. Op zeer vooruitziende wijze bracht de Chinese wijsgeer Zuang Zi daar al een parabel over, meer dan driehonderd jaar voor onze jaartelling. Hij vertelt hoe hij een tuinier ontmoette die vanuit een diep en gezond aanvoelen, liever geen machine gebruikte, maar zijn gewassen met eigen inspanning van irrigatie voorzag. Dat gaat over wat ik hierboven heb uiteen gezet. Wat we zelf doen, geeft ons voldoening. Voldoening die diep gaat, en van een heel andere aard is dan de voldoening van de gevulde portefeuille. Dat soort spiritualiteit, ik geloof dat de volgende generaties zullen beseffen dat wij die als mensen niet kunnen missen.

 

Toemaatje. De kooivogel.

Dingen zijn geregeld niet wat ze lijken te zijn. Tijdens een fietstochtje over het fietspad langs het hoofdkwartier van De Lijn in Leuven bekijk ik de honderden meters muurschilderingen die graffiti artiesten er in akkoord met de stad geregeld opnieuw maken. Een artieste schreef in droevig en mager uitziende letters: ” I KNOW WHY CAGED BIRDS DON´T SING”.

Iedereen weet natuurlijk dat gekooide kanaries wel zingen. Wat bedoelt zij dan? De artieste sprak misschien vanuit een ervaren gebrek aan nestwarmte. Ze percipieert dit blijkbaar zelf als een kooi, een gebrek aan vrijheid, aan mogelijkheden. Vandaag lijken de meeste mensen toch historisch veel vrijheden te kennen, en over relatief veel vrij tijd te beschikken, hoewel sommigen wellicht nog de slaaf zijn op de werkplek. Wie de liedjes van Toon Hermans kent, weet echter dat juist in de samenleving van midden vorige eeuw, “Langs het tuinpad van mijn vader”, toen mensen allicht meer handwerk verrichten, meer zelf deden in en om het huis, toen er nog geen microgolf noch droogkast of afwasmachine bestond, toen internet nog geen vrijheden bood maar ook geen gouden kooi vormde, mensen, mannen, nog vaak uit volle borst zongen. Welke samenlevingsvorm is dan het meest te vergelijken met een kooi? De dingen zijn niet eenvoudig, onze analyse moet ook op vele benen wandelen.

 

N.B. Mijn boek, “Quo vadis, Homo sapiens?”, een bundeling van reflecties in de stukjes, is te bestellen via Facebook.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!