De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Dopen en ontdopen: waarom zijn rites zo simpel?

Dopen en ontdopen: waarom zijn rites zo simpel?

maandag 20 september 2010 15:08
Spread the love

Peeters en Pichal, midden vorige week. Men kan een babbel volgen over dopen en ontdopen, en over rituelen.
De collega leek zo uit de school van Durkheim overgekomen (Les formes élémentaires de la vie religieuse. Le système totémique en Australie, 1912). In wat volgt, approximatief iets over de discussie.

Annemie: “Wat is een religieus ritueel?”
De collega: “Een ritueel maakt dat je voelt dat je in een bepaalde groep thuishoort.”

Ritueel creëert sociale samenhang en bepaalt groepslidmaatschap, zei ook Durkheim.

Annemie: “Willen de luisteraars ons nu mailen of sms-en waarom ze kun kind nog steeds laten dopen?”

Uit de mails die binnenliepen, was het ook hier allemaal Durkheim: had hij ook niet al vastgesteld dat een ritueel weliswaar samenhangt  met een stukje mythe, maar dat de inhoud van de mythe eigenlijk van ondergeschikte orde is? Ook veel luisteraars vandaag wisten eigenlijk niet precies waarom ze hun kind lieten dopen. Het varieerde van: ‘moeilijkheden met de ouders vermijden’, over ‘uit traditie’, enzovoort.

Annemie: “Professor, en nu zijn er steeds minder mensen die hun kinderen laten dopen?” De collega: “Ja en dat aantal zal in de toekomst nog verder afnemen”

Durkheim, 100 jaar geleden: als de samenleving haar homogeniteit verliest, zal de maatschappelijk dominante rite aan aantrekkingskracht inboeten.

En dan de vraag waarrond het in de uitzending draaide.
Annemie: “Waarom willen sommige mensen zich nu laten ontdopen?”
De collega: “Als mensen plots een afkeer voelen voor iets in de groep waartoe ze behoren, zullen ze wensen om via een ritueel van die groepsloyaliteit af te geraken.”

Concreet: zulke mensen zullen een ontdoping trachten te formaliseren. In de praktijk zullen ze vragen om uit het doopregister uitgeschreven te worden, want er bestaat eigenlijk geen “rituele ontdoping”…
Kerkjuristen zullen opwerpen: ha, je kan je niet laten ontdopen. Maar eigenlijk is dit niet terzake: de betrokkene zal dit zelf als een rite beleven en dit waar mogelijk aan de buitenwereld kenbaar maken. Je krijgt dan allerlei vrije tribunes of artikelen waarin mensen die genoeg BV zijn de lezers op de hoogte brengen van hun ‘ontsmetting’.

Want over ‘ontsmetting’ gaat het. Met zijn antwoord sluit de collega aan bij de laat-Durkheimiaanse Mary Douglas (voor de anekdote: ze was zelf een praktiserend gelovige), die op briljante wijze aangetoond heeft dat rituelen tot classificaties leiden. Ervaar je echter, aldus Douglas, om de een of andere reden binnen in de groep waartoe je behoort iets als fundamenteel vuil, dan wil je dit eruit weg of ga je er zelf uit weg. Want ‘vuil’ kan je niet classificeren. In het geval van ontdoping betekent dit dat je de groep verlaat, die met het ‘vuil’ blijft zitten. 

Zaten Durkheim en Douglas fout? Ik denk het niet en ik treed gerust de collega bij met dit aspect van zijn verklaring. Niettemin ben ik als antropoloog verrast dat het verhaal hier ophoudt! Alsof na Durkheim en Douglas niets meer onderzocht en gepubliceerd werd.

Nochtans was er een goede aanleiding om verder te graven.
Immers, wat vroeg Annemie vervolgens: “Hoe komt het dan toch dat sommige mensen aan een doopsel blijven vasthangen? Het gaat toch om tweemaal niets?”

De collega: “Ach, je hebt gelijk. Wat is dat eigenlijk een doopsel? Een beetje water, nietwaar… Waarom daar zoveel belang aan hechten?”
Heeft de collega dan ongelijk? Gaat het dan inderdaad niet om een spatje water?

Hier is het precies dat een hele antropologische literatuur na ’45 mee bezig geweest is: die kleinigheden in de rituelen (Victor Turner, Clifford Geertz, Caroline Humphrey & James Laidlaw en vele anderen). Wat al die hedendaagse antropologen getroffen heeft, is dat het bij symbolisering en bewustzijn meestal allemaal rond heel eenvoudige dingen draait. Ze zien rites als handelingen waarlangs verbeelding en verschillende perspectieven om naar de wereld te kijken op gecondenseerde maar eenvoudige wijze bij mekaar gebracht worden.

Verbeelding betekent niet: zo maar wat fantaseren…. maar via woorden en tekens ‘die van elders komen’ zijn eigen concrete leven boeiender en gevarieerder proberen te maken. Uiteraard moet men daar soms vraagtekens bij plaatsen. Immers, het is niet ondenkbaar dat er een moment komt waarop men doe verbeelding beter laat ophouden, of waar de verbeelding me eerder laat deviëren dan ‘groeien’? Wat zijn dan overgangsrites Gecondenseerde maar eenvoudige en handelingen waarlangs men zijn leven van buiten uit (de natuur of enkele grote verhalen) laat open trekken. 

Wat die post-Durkheimiaanse antropologen die over rites schreven, vooral wensten te benadrukken, is dat menselijke verbeelding fundamenteel is voor ons emotioneel, sociaal en cognitief leven. Uiteraard hoeft dit niet specifiek vanuit een concreet religieus systeem te gebeuren, maar dat het ergens gebeurt, is zeker niet onnozel en het kritisch moment in het gebeuren zit absoluut niet in de eenvoud van het symbool, maar in de kwaliteit van de verbeelding. Waarom kan een krachtige roman of een goed theaterstuk, of een Requiem van Dvorak ons zo aanspreken? Omwille van de taal, van de klank… maar minstens even zeer doordat we daarlangs verbeelden.

Terug nu naar de mensen die volgens Annemie en onze collega ooit wel zullen inzien dat een doopsel maar een spatje water is of naar andere Vrije Tribune schrijvers die verwonderd zijn dat ze er zoveel jaren over gedaan hebben om zich te laten ontdopen. Waar ik wil toe komen, is niet dat ik ontdoping onterecht zou vinden, … maar dat ik verrast ben dat die mensen verwonderd zijn dat ze er zoveel jaren zouden over gedaan hebben om te zien dat het bij een doopsel maar om een spatje water ging. Ik zou hen willen gerust stellen: zo dom waren ze heus niet. Enkel zouden ze misschien moeten willen inzien dat grote keuzes zo goed als altijd kleine symbolen benutten.

Echte liefde start zelden met een ingewikkeld symbool of een enorm cadeau, maar met een eenvoudige kus. Waarbij men zich heel wat verbeeldt…

 

take down
the paywall
steun ons nu!