Wanneer inkomsten uit kapitaal voortdurend stijgen en de inkomsten van de werkende klasse niet kunnen stijgen omwille van de loonnorm krijgen we een heropleving van de klassenstrijd.
De welvaartskoek wordt asymmetrisch verdeeld, de bezittende klasse neemt voortdurend een groter deel, de werkende klasse boet in.
De hierboven geschetste situatie zet aan tot een klassenstrijd.
Het bestaan van twee klassen vraagt enige nuance.
In vooral grote bedrijven ontstaat een “klasse” van beter betaalden en hoger opgeleiden. De groep van werknemers die een topfunctie bekleden neemt toe. In vele bedrijven kan je bijna spreken van een Mexicaans leger. Men zou kunnen stellen dat een teveel aan managementfuncties noodlottig is voor het bedrijfsleven. Dit is echter niet noodzakelijk zo.
Personeel in functies die het personeel sturen krijgen veel voordelen: een buiten proporties hoog loon en een reeks “voordelen” . Deze voordelen omvatten een riante tweede pensioenpijler, een salariswagen met vele toeters en bellen en een groepsverzekering om U tegen te zeggen en ga zomaar door.
Deze groep vormt een gevaar voor de “werkende klasse”.
Daar zij door de bedrijfstop extra gepamperd worden voelen zij zich, ten onrechte, een werkgever en gaat hun loyaliteit extreem ver.
Ze zetten de werkman onder extra druk opdat de bedrijfstop haar beoogde winstresultaten zou bereiken.
Als syndicalist vraag ik me af hoe we dit arbeidssegment kunnen sensibiliseren om zich tot de arbeidende klasse te bekeren. Ze krijgen immers op het einde van de maand hun loonbrief wat impliceert dat zij net als het leger ongeschoolden hun arbeid verhuren tot op het moment dat de arbeidsinkoper hen niet meer nodig heeft.
Al wie zijn arbeid verhuurt en dus afhankelijk is van de goodwill van de werkgever is een lid van de werkende klasse , helaas zijn vooral beter geschoolden hiervan niet doordrongen.