De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

The first session of the United Nations General Assembly opened on 10 January 1946 at Central Hall in London, United Kingdom. Paul-Henri Spaak (Belgium), first President of the General Assembly addressing delegates to the General Assembly.

Een zinloze beeldenstorm? Lees hoe ook de groten der aarde soms op tafel moesten kloppen.

donderdag 11 juni 2020 14:54
Spread the love

Ik merk even op, de geïnformeerde observator kan niet anders dan vaststellen: op dit moment maken wij de eerste wereldwijde Beeldenstorm mee in de geschiedenis van de Mensheid. Ik geloof dat dit beperkte en vooral symbolische geweld zijn waarde heeft. Ik argumenteer.

In Amerika gaan beelden van Columbus tegen de vlakte, om evidente redenen; de landroof en systematische (culturele) genocide op de Indianen is een van de meest zwarte bladzijden uit de geschiedenis. In Europa gaan beelden van slavenhandelaren, ook van figuren die voorts zeer betekenisvolle en (door een deel van de tijdgenoten) zeer gerespecteerde figuren, naar beneden (UK) en ons land haalt de wereldpers met de neerwaartse behandeling van de beelden van Leopold II, die in zekere zin de grootste van onze koningen is geweest, maar inderdaad degene die zeer veel mensen de meeste schade heeft toegebracht met zijn koloniaal imperialisme. Ik ben er niet rouwig om. Er schuilt veel authenticiteit en veel dringende vraag om respect naar alle soorten mensen in deze daden van gericht symbolisch geweld. Het beperkt en gericht geweld van de betogers doet denken aan een concept dat bekend is in het universum van christelijke denkers: heilige woede. Dit is een woede die ontstaat vanuit het besef dat onschendbare waarden (en personen) geraakt worden, beschadigd, en dit betreft een woede die niet het eigen voordeel op het oog heeft, maar algemeen belang of belangen van de machtelozen. (Lees meer in de studie van Lytta Basset, “Sainte colère” ook in het Engels vertaald als “Holy Anger”)

Iemand op mijn profiel op sociale media stelde de vraag: “Gaan ze daar een stap vooruit mee komen? Ik denk het niet.”

Wel, ik denk het wel. Mijn grijze cellen zien meteen concrete gelijkaardige situaties opduiken die nuttig bleken, zowel in mijn eigen bestaan als in de geschiedenis van de mensheid.

Zo was ik in een vorig leven ruiter; als student gingen wij elke woensdag paardrijden in een manège in Bunsbeek, bij Tienen. De trainer, Charel, was een droge, matter-of-fact kerel, zoals je dat wel meer ziet bij mensen die levenslang met grote dieren omgaan. Op een dag riep de man onverwacht luid een paard met karakter, O’Willy, tot de orde. Wij, de groentjes, stonden even aan de grond genageld. Even later maakte ik er een vragende opmerking over. De paardenmenner antwoordde kordaat: “Het was er het moment voor, om te roepen!” Dat  heb ik al die tijd als een wijze les onthouden, we zijn intussen zowat veertig jaar verder.

Een ander voorbeeld uit het leven van een Belg die zeer belangrijk is geweest, Paul-Henri Spaak. Ik geef dit stukje de illustratie mee die door de Verenigde Naties wordt bewaard en ter beschikking gesteld: Spaak die de allereerste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toespreekt in Londen, in januari na het einde van de wereldoorlog. Over hem las ik een anekdote in mijn studietijd als historicus, die mij de ogen opende over de noodzaak op een bepaald moment uit een ander vaatje te tappen, een ander register te bespelen, indien je met jouw boodschap niet gehoord wordt. Spaak was een actief parlementslid in ons eigen land; op een bepaald moment, gezeten in het parlementair  halfrond het fluisterde de gewoonlijk  waardige en beheerste staatsman tegen een medestander: “Il faut créer un incident!”- “Wij moeten een incident scheppen!”. Hij riep daarop heel hard, bijna op beledigende toon een andere volksvertegenwoordiger toe. Toen kreeg het punt van de socialist eindelijk wel de verdiende aandacht, en werden bepaalde procedures ingezet.

Ik denk ook aan het iconische moment waarop de partijvoorzitter van de CCCP (SSSR in onze letters), de aandacht van de hele wereld trok door verontwaardigd zijn schoen uit te trekken en daarmee te hameren op de lezenaar, bij een toespraak waarin de man het tegen president John Kennedy opnam in de kwestie van de raketten opgesteld gericht naar de VS op Cuba in 1962.

 

 

Toegepast op Black Lives Matter en de andere “voorhoedesoldaten” vandaag: soms gaat een situatie, een situatie van verwaarlozing van rechten en belangen van wie niet veel “te zeggen” heeft bijvoorbeeld, pas vooruit nadat er een voorhoede een incident schept. Er met de vuist even duchtig op los gaat.

Een ander historisch voorbeeld uit onze nationale geschiedenis betreft een herinnering uit de lessen Economie die wij als studenten geschiedenis kregen van de wereldbekende en breed vertaalde professor Herman Vander Wee : gedurende decennia ging het loon van arbeiders in alle mogelijke sectoren om de zeven of tien jaar met schokken vooruit. Wat was de motor achter die beweging? De hardhandige betogingen, incluis gevechten met de Rijkswacht, van de gevreesde ‘metallos’, de Waalse arbeiders uit de staalindustrie. Die mannen waren letterlijk gehard, vergelijkbaar met het staal dat zij persoonlijk produceerden, door het harde werk bij de hoogovens en in de ijzersmelterijen. Hun sector kreeg na de letterlijke gevechten op de straat dan telkens het eerst de loonopslag; andere sectoren moesten volgen.

Momenteel ben ik overigens de nieuwe, uitstekende biografie van Winston Churchill aan het lezen van Andrew Roberts. Daarin lees ik opmerkingen die mij relevant lijken in dit verband op pagina 1081 en daaromtrent.

“Hij hield zich niet aan wat men ‘vorm’ noemde, instinctief, respectvol gedrag dat dwingend werd opgelegd door de deftige kostscholen, door de universiteiten van Oxford en Cambridge, door de BBC, de ambtenarij, het Hof, de City of London, de Church of England, de herenclubs en de politieke partijen. (…) Hoewel hij de zoon was van een minister (..) en de kleinzoon van een hertog, was hij tegendraads en een buitenstaander. (…)

Deze  houding is uiteindelijk heel ons continent ten goede gekomen : “Churchill vertoonde in de jaren dertig een dergelijke houding  van algemene ongehoorzaamheid en weigerde zich door een bijna nagenoeg eensgezind Brits establishment te laten dwingen tot appeasement met Hitler en de nazi’s. In de jaren veertig zorgde deze houding ervoor dat hij zich andere mogelijkheden van oorlogvoering kon indenken dan uitsluitend de wijze waarop het establishment oorlog placht te voeren. “ (…) “Zijn politieke geloofwaardigheid in 1940 was in werkelijkheid nauw verbonden met het beeld in de publieke opinie van iemand die impopulaire waarheden niet uit de weg ging wanneer hij daar werkelijk van overtuigd was, zoals hij ze zag, zijn hart volgde, opkwam voor het Britse Rijk en vooral niet berekenend te werk ging als al de andere politici. (..) in tegenstelling tot het zelfzuchtige gedrag van veel andere politici die gedurende de jaren dertig in de regering gezeten hadden. (p. 1078).

George Bernard Shaw, de schrijver die in Rusland op bezoek ging en daar aan de propaganda van de Sovjets ten prooi viel, maar al bij al een grote intellectueel, schreef in “Handboek van den Revolutionair”:

“De redelijke mens past zich aan de wereld aan. De onredelijke volhardt in pogingen de wereld aan zichzelf aan te passen. Daarom hangt alle vooruitgang af van de onredelijke mens.”

 

 

Toepassing op het heden

Het kan en mag in deze kwestie niet in de eerste plaats gaan over publieke artefacten of vorsten van eeuwen geleden. Het moet gaan over medemensen van vlees en bloed, vandaag, in onze eigen steden en dorpen. Ik heb in mijn vorige leven dat ik heb besteed aan concrete bijstand aan mensen met Afrikaanse wortels, minstens vier verschillende figuren gekend die het slachtoffer waren van keiharde verdoken discriminatie. Heel fijne mensen, met wortels in Kameroen, Congo, Nigeria… Mannen en vrouwen die zeer verstandig zijn en na toegewijde jaren van studie in ons land hun doctoraat behaalden, of een gelijkschakeling kregen van hun diploma uit hun thuisland ( iets wat  vaak nog hemeltergend stroef en traag verloopt, ook voor persoonlijke kennissen uit andere Europese landen); maar die in arren moede na een jaar of twee solliciteren op de Belgische arbeidsmarkt zich verplicht zagen om den brode als poetshulp, aan de band bij een pakjesfirma of na omscholing in de ouderlingenzorg te werken. Aan een arbeidersloon. Daar gaat het hier over. Na generaties niet gehoord te worden, mag eindelijk de Churchill of de Kroutchev in deze mensen naar boven komen, mij dunkt.

Of dichter bij huis voor wie de vaderlandse geschiedenis wat kent: is de nationale revolutie die in 1830 België liet ontstaan, niet voorbereid door de intelligentsia en de bezittende klasse, maar pas echt van start gegaan met behulp van “de stoottroepen” in de straten rond het betreffende theater waar de Stomme van Portici werd opgevoerd?

De baldadige jongeren verdienen in die zin erkenning, geen hoon of betutteling. Wij hebben vandaag evenzeer nood aan het ontstaan van “een nieuw land”. Een natie zonder aanslepende, ernstige discriminatie op de arbeidsmarkt en de huurmarkt, bijvoorbeeld.

 

Stef Hublou Solfrian

Historicus, voormalig godsdienstleraar, grofwildjager en klimaatactivist

 

Literatuur

“Churchill. De biografie”. Andrew ROBERTS. Prometheus, Amsterdam, 2019.

“Sainte colère. Job, Jacob, Jésus.” Lytta BASSET. Labor et fides – Bayard. 2002.

 

Foto 1: United Nations via Flickr

Foto 2 en 3: met dank aan Pieter Geens

 

 

 

Troonplein 7 juni 20, foto: Pieter Geens

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!