Het kasteel Jemeppe, waar politici in verblijven in het programma 'Het Conclaaf' op VTM. Foto: Jean-Pol Grandmont, Wikipedia / CC BY 3.0
Opinie - Merlijn Beullens

‘Het Conclaaf’ op VTM: Politiekers in hun eigen luchtkasteel

Deze donderdag keek ik net als vele andere Vlamingen naar de eerste aflevering van 'Het Conclaaf'. De nieuwe VTM-reeks waarin de zeven kopstukken uit de Vlaamse politiek samenhokken in een kasteel alsof het een studentenkot is. De serie lijkt inhoudelijk een debatprogramma te zijn, geschreven volgens de vormelijke eisen van een realitysoap.

woensdag 5 juni 2024 16:45
Spread the love

 

Deze donderdag keek ik net als vele andere Vlamingen naar de eerste aflevering van Het Conclaaf. De nieuwe VTM-reeks waarin de zeven kopstukken uit de Vlaamse politiek samenhokken in een kasteel alsof het een studentenkot is. Ze discussiëren, pogen spaghetti op te warmen, tateren over het vormen van coalities en bekritiseren elkaars auto. In deze nieuwe best of both worlds-formule kunnen de VTM-kijkers zowel het politieke debat volgen als hun hersenen op nul zetten. De serie lijkt inhoudelijk een debatprogramma te zijn, geschreven volgens de vormelijke eisen van een realitysoap.

De aanwezigheid van Koen Geens als mediator doet uitschijnen dat een zekere ernst gewaarborgd lijkt, maar tegelijk doen de opzet en de setting – zes politici samen op weekend in een afgelegen kasteel – meer denken aan een soap. Meer precies, een realityprogramma waarin echte mensen gevraagd worden om zichzelf als personages in een soap.

De samengroei van fictie en politiek op televisie plaatst de kijker op zijn minst in een ongemakkelijke positie. De logica van een debat waarin verschillende sprekers de ruimte krijgen om de kijker van hun standpunt te overtuigen staat namelijk haaks tegenover de logica van een scenario waarin de spanning volledig door de televisiemaker wordt georkestreerd. De vraag die ik me bij het zien van de serie dus stel, is waar de fictie door de ramen van het kasteel waait en in welke mate de integriteit van een politiek debat in een dergelijke arena nog bewaard kan worden?

Het binnenbrengen van fictie kan de gedaante innemen van een Trojaans paard. Zonder het soapgenre geweld te willen aandoen is de suggestie ervan niet onschuldig. Zolang verhalen goed verteld worden, mogen ze voor mijn part voorspelbaar zijn, maar deze voorspelbaarheid kan een eerlijk debat verstoren. Het soapgenre werkt immers op basis van een vrij rigide scenario waarin verschillende personages met bepaalde rollen, stereotypen en verwachtingspatronen deze invullen. In fictie is elk detail een weloverwogen keuze die bijdraagt aan de ontwikkeling van het (meestal vooraf reeds doorzichtige) conflict.

In Het Conclaaf installeren de tijdstippen wanneer de verschillende politici toekomen bijvoorbeeld een bepaald machtsevenwicht tussen hen. Zo is starten met Rousseau geen onschuldige keuze. Hij wordt hiermee namelijk op de plek van de klassieke protagonist gezet, de gevallen held die zichzelf terug moet bewijzen.

Daarnaast creëert de vroegtijdige verwijzing naar Sami Mehdi een spanning tussen de voorzitter van CD&V en Bart De Wever die niet politiek te motiveren valt, maar bijdraagt aan de ontwikkeling van een scenario-technisch-conflict. De opzet waarin de politici aan bod komen doet hen dus samenvallen met voorgeschreven personages die het scenario hen vraagt te spelen. Maar wanneer politieke kopstukken soap-personages worden, hechten de bijhorende verwachtingspatronen zich aan hun namen en beïnvloeden ze onze politieke beeldvorming.

Nu mogen politici performers en acteurs zijn, maar in welke mate mogen ze personages vertolken die voor hen ontwikkeld zijn. Er valt bijna geen onderscheid meer te maken tussen wat zij zelf schrijven en wat voor hen geschreven wordt.

Al is politiek intrinsiek een collectie aan tegenstrijdige verhalen, vindt er zich binnen onze media duidelijk een vertroebeling plaats. Wanneer schrijver en geschrevene schijnbaar samenvallen, stel ik mij vragen bij de daadkracht van onze politieke leiders. Als al deze kopstukken welwillend zijn om deze voorgeschreven rollen op zich te nemen en zichzelf te spelen in de vorm van een VTM-personage, stel ik mij vragen in welke mate ze zelf nog verantwoordelijkheid dragen voor waar ze voor staan?

In welke mate mag realitysoap in staat zijn om een politiek scenario te schrijven of de rollen te bepalen in een politiek debat? Wie schrijft de verhalen nog? VTM of politici? En dan een noodzakelijke vraag die hieruit volgt: in welke mate is VTM zelf een politiek instrument?

In een democratie zouden dergelijke programma’s moeten dienen om burgers politiek te informeren en te begeleiden bij het uitbrengen van hun stem. In tegenstelling hiertoe engageren onze politici zich maar al te graag om bij te dragen aan entertainmentprogramma’s, waarin ze hun eigen geloofwaardigheid verloochenen. Er is dringend nood aan een grensbepaling tussen politiek en soap.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!