In 2022 publiceerde Extinction Rebellion Nederland een klacht tegen de Nederlandse media met betrekking tot klimaatjournalistiek. Daarin vermelden ze onder andere dat de samenhang tussen de klimaatcrisis en andere maatschappelijke problemen onderbelicht wordt. Ook in België is het dringend tijd dat we meer aandacht besteden aan de manier waarop we aan klimaatjournalistiek doen. Volgens het Belgian Climate Center staan we dan ook voor verschillende uitdagingen binnen de klimaatcommunicatie. Er zijn vaak moeilijke datasets, te wetenschappelijk taalgebruik, onzekerheden, misinformatie, klimaatangst… Toch is het belangrijk om al deze aspecten mee te nemen binnen de klimaatjournalistiek. Alleen zo kan er verandering, verstaanbaarheid en bewustzijn ontstaan en kan het klimaatangst en onverschilligheid verhelpen.
Meer dan apocalyptische beelden
Wanneer VRT NWS een artikel publiceerde naar aanleiding van de COP28, de 28ste VN-klimaatconferentie die eind 2023 plaatsvond in Dubai, bewees dat meteen dat er ook in België dringend nood is aan verandering. Bij het artikel staan twee foto’s van verdorde gebieden in Thailand en Australië. Zo lijkt het meteen een ver-van-mijn bedshow, terwijl de hele wereld nochtans betrokken is bij deze klimaatconferentie.
Zeker een publieke omroep zou dan toch kunnen kiezen voor een beeld uit het eigen land. Bovendien kunnen deze apocalyptische beelden klimaatangst in de hand werken en kan het leiden tot gevoelens van machteloosheid bij het publiek. “Hoe extremer de beelden, hoe extremer de reactie”, verduidelijkt Jacotte Brokken, docent klimaatjournalistiek aan de Arteveldehogeschool en weervrouw bij VRT.
“Dat kan dan een reactie van machteloosheid en angst zijn, maar ook van ongeloof en scepsis.” Ook Matthias Meersschaert van het Belgian Climate Center sluit zich hierbij aan: “Mensen die al lijden aan klimaatangst, kunnen door deze beelden nog angstiger worden. En mensen die eerder een positief of neutraal beeld hadden, kunnen klimaatangst ontwikkelen.”
Naast klimaatangst kunnen deze beelden dus ook leiden tot apathie en nieuwsmijding over het klimaat. The Sustainability Communication Reader neemt hier The New York Times fotojournalist Josh Haner als voorbeeld. Haner maakte hij in 2017 nog een video over ijsberen en de klimaatopwarming. Maar twee jaar later geeft ook hij aan in een gesprek met Meaghan Looram, de director of photography van The New York Times, dat hij zich bij een artikel over de klimaatcrisis meteen kan voorstellen wat het beeldmateriaal zal zijn: een ijsbeer op een drijvend stukje ijs of een afkalvende gletsjer… “En het zijn dat soort doemscenario’s waar ik volledig gevoelloos voor was geworden”, zegt Haner. Looram ging mee in zijn verhaal en besloot dat het tijd was voor een nieuwe, meer genuanceerde aanpak op vlak van berichtgeving over het klimaat. Dit zorgde ervoor dat ook andere media, zoals The Guardian, meer aandacht gingen besteden aan klimaatjournalistiek. Toch tonen voorbeelden, zoals het VRT NWS-artikel over de COP28, aan dat ook hier in België nog heel wat werk is.
De complexiteit van de klimaatcrisis
Een studie van Schäfer en Bonfadelli uit 2016 beschrijft een aantal terugkerende resultaten nadat ze media en klimaatcommunicatie analyseerden:1) massamedia zijn een belangrijke en betrouwbare bron voor informatie over de klimaatcrisis, 2) er bestaat een agendasettingeffect, wat betekent dat de relevantie van de klimaatcrisis voor het publiek afhangt van de mate waarin er over wordt gerapporteerd, 3) mediagebruik vergroot de kennis over de klimaatcrisis. Het is dus duidelijk dat de media een belangrijke rol spelen. Daardoor kan de eenzijdige focus op apocalyptische scenario’s het begrip van de complexiteit van de klimaatcrisis verminderen, zoals Extinction Rebellion Nederland aangaf in hun klacht.
Ook Tine Hens probeerde dat jaren geleden al duidelijk te maken in een opiniestuk in Mo*Magazine. “Klimaat is geen nevenverschijnsel, het is de voorwaarde voor ons bestaan. “In tijden van klimaatverandering hebben we nood aan integrale journalistiek: ook als het niet over het klimaat gaat, moeten we het erover hebben.” Zo begint haar opiniestuk. De voorbeelden die ze aanhaalt uit verschillende sectoren maken snel duidelijk dat de complexiteit van deze crisis inderdaad veel verder gaat dan apocalyptische doembeelden.
“Klimaat is alles”, zo beschrijft Tine Hens het. En dat wordt nog te vaak vergeten door journalisten. De globale impact van de klimaatcrisis is dus heel wat omvattender en complexer dan de media doen uitschijnen. “Bovendien geven deze beelden, zoals die van uitgemergelde ijsberen, de indruk dat de effecten van de klimaatcrisis zich ver van ons thuisland afspelen”, legt Jacotte Brokken uit. “Het ontkent dat het dus effectief om een wereldwijd probleem gaat, dat zich ook in België voordoet, en waarvan ook wij de gevolgen dragen.”
Hoe moet klimaatjournalistiek er dan wel uitzien?
Klimaatjournalistiek moet vooral effectiever worden. Volgens Jacotte Brokken kan dat door ruimte te maken voor nuance. “Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Nuance ontbreekt in meerdere takken van de journalistiek. Dit kan verbeteren door opnieuw aan meer oplossingsgerichte journalistiek te doen. Zo kan er meer ruimte gemaakt worden voor meer hoopvolle, doch kritische, verhalen over initiatieven in klimaatmitigatie.” Dat laatste zijn zaken bedoeld om de snelheid van de klimaatopwarming te beperken.
Klimaatjournalistiek moet gebalanceerd zijn en ook focussen op positieve acties en oplossingen. The Sustainability Communication Reader legt uit hoe beelden inspireren of bijdragen aan nieuwe sociale normen door wenselijk, vernieuwend gedrag te tonen. Door te laten zien hoe Nederlandse steden de klimaatuitdagingen omzetten in innovatieve infrastructuuroplossingen, kunnen lezers in de Verenigde Staten geïnspireerd raken. Klimaatjournalistiek moet tonen welke initiatieven worden genomen, zowel hier als aan de andere kant van de wereld, die een positieve impact genereren of zullen genereren op termijn. Daarnaast zijn het mensen die centraal moeten staan in artikels, iets waar The Guardian al erg mee bezig is. Daar probeert de
redactie nu “de directe gevolgen van milieukwesties voor het leven van mensen te laten zien en te proberen de omvang van de gevolgen aan te geven”.
Bij het Belgian Climate Center willen ze vooral wetenschappelijke klimaatcommunicatie verstaanbaar maken. Volgens Matthias Meersschaert moet goede klimaatjournalistiek dan ook aan een aantal criteria voldoen: 1) mensen correcte informatie geven over de basis van het probleem, 2) aantonen dat er een brede wetenschappelijke consensus bestaat over de klimaatproblematiek, 3) aantonen dat de oorzaak ervan menselijke activiteit is, 4) aantonen wat wereldwijd de negatieve impact is en kan zijn, 5) creatief met beelden omgaan en de veelzijdigheid ervan aantonen, 6) aantonen dat er oplossingen bestaan en er overal ter wereld mensen mee bezig zijn, 7) hoop geven en focussen op positieve evoluties.
Klimaat is alles
Effectieve klimaatcommunicatie is dus enorm belangrijk voor verschillende journalistieke aspecten. Het zorgt ervoor dat het publiek de complexiteit ervan begrijpt, het voorkomt nieuwsmijding en gaat klimaatangst tegen. Er moet vooral meer aandacht besteed worden aan de beeldkeuze bij artikels. De clichébeelden zijn voorbijgestreefd of moeten tenminste afgewisseld worden met beelden die de volledige klimaatproblematiek weergeven en waarbij mensen centraal staan. Er moet meer focus zijn op nabijheid, maar ook op positieve oplossingen overal ter wereld. Klimaatjournalistiek moet de volledige crisis omvatten, alle aspecten brengen en verstaanbaar maken voor iedereen. Daarnaast moet er ook meer focus liggen op oplossingsgerichte journalistiek en klimaat moet vaker betrokken worden bij het nieuws. Want Tine Hens sloeg de nagel op de kop: klimaat is alles.