OKRA sprong in de bres
Na de verwarmingspremie volgden eind 2022 en begin 2023 nog twee nieuwe energiepremies, met twee nieuwe wetten. Dat ging om 310 euro premie voor elektriciteit, en 675 euro erbovenop voor wie met gas verwarmde. Opnieuw werden de bewoners van woonzorgcentra uitgesloten, voor de tweede wet en premie met exact dezelfde argumentatie rond bevoegdheden. Nogmaals volgde een trucje om het advies van de Raad van State te ontwijken.
Voor de derde en laatste wet werd wel het advies van de Raad van State gevraagd, die opmerkte dat de federale overheid wel degelijk bevoegd was. De regering argumenteerde dan maar dat bewoners van woonzorgcentra niet op dezelfde wijze geconfronteerd waren met prijsstijgingen door gestegen energiekosten. Waarop OKRA kon aantonen dat de maandprijzen in woonzorgcentra in 2022 met gemiddeld 200 euro per maand stegen. Bij andere burgers volstond een aansluiting; zij hoefden niet aan te tonen dat hun energiekosten stegen, om recht te hebben op de energiepremies.
OKRA nam contact met alle betrokken ministers en kabinetten en met alle federale en Vlaamse parlementsleden van de meerderheid, met telkens veel begrip voor de vraag. Maar het pingpongen met bevoegdheidskwesties ging verder. Zonder resultaat. Uiteindelijk ging OKRA drie keer in beroep bij het Grondwettelijk Hof.
Een toegelaten discriminatie
Vandaag geeft het Grondwettelijk Hof de regering gelijk in de eerste procedure rond de wet op de verwarmingspremie van 100 euro. De discriminerende bepaling in deze wet die bewoners van woonzorgcentra uitsluit als rechthebbende wordt niet vernietigd.
Het Hof moet er rekening mee houden dat de bestreden bepalingen tot gevolg hebben dat sommige ouderen of personen met een handicap ongunstig behandeld worden. “De betrokken personen lijden dus een specifiek nadeel dat indirect berust op hun leeftijd of handicap”. Dat verschil in behandeling is volgens het Hof toegelaten indien het steunt op bijzonder dwingende redenen. Het Hof is van oordeel dat de bedoeling van de wetgever om “snel een antwoord te bieden op de impact van de buitengewone stijging van de energieprijzen” een bijzonder dwingende reden van sociaaleconomische aard uitmaakt, en dus deze discriminatie toelaatbaar maakt.
Redelijkerwijs volgt later helaas een zelfde arrest over gelijkaardige discriminerende bepalingen in de nog lopende procedures rond de twee laatste wetten over energiepremies.
Voor OKRA en de 144 000 bewoners in Belgische woonzorgcentra en assistentiewoningen – helemaal uitgesloten voor de energiepremies – valt daarmee het doek over een maandenlange strijd voor een gelijke behandeling. Deze bewonersbetaalden voor de hogere energiekosten net als alle andere Belgen, maar blijven uitgesloten van de energiepremies. Alle mails naar parlementsleden, het overleg met meerdere kabinetten en partijvoorzitters, de actie aan het Sint-Pietersstation in Gent: het leverde deze keer geen resultaat op. Herman Fonck, voorzitter belangenbehartiging OKRA: “We blijven met OKRA toch trots om als enige ouderenorganisatie, tot dit bittere einde, de belangen van deze vaak vergeten groep ouderen te hebben verdedigd. Een nederlaag is geen schande, als de strijd rechtvaardig was, wist Ovidius al heel lang geleden. Voor ons en de 144 000 ouderen helaas een schrale troost.”