Hitler-milities op de Marienplatz in Munchen, 9 november 1923. Foto: Bundesarchiv/CC BY-SA 3:0
Guy Vanthemsche

9 november 1923: honderd jaar geleden pleegde Hitler zijn eerste (mislukte) staatsgreep

Op 9 november 1923, dus precies honderd jaar geleden, probeerde een nog relatief onbekende Oostenrijkse extreemrechtse agitator, Adolf Hitler, in Duitsland met geweld de macht te grijpen. Zijn poging mislukte jammerlijk en de aanstoker verdween een tijdje achter de tralies. Historicus Guy Vanthemsche wijst in deze terugblik op het gevaar om dergelijke figuren te onderschatten.

woensdag 8 november 2023 09:31
Spread the love

 

De mislukte staatsgreep van 9 november 1923 was slechts uitstel: tien jaar later werd dezelfde stokebrand Adolf Hitler Rijkskanselier – het startsein voor de vestiging van de nazistaat. Wat betekende de putsch van 1923 voor de opkomst van het fascisme in Europa?

Eind 1918 lag Duitsland in de lappenmand. De militaire nederlaag en de voorafgaande oorlogsinspanning hadden het land in de afgrond gestort: miljoenen doden, gewonden en invaliden, verscheurde families; een uitgeputte economie, een moordende epidemie en uitzichtloze materiële ontbering voor de arbeidersklasse.

In 1923 werden ook tal van middenklassers (renteniers, spaarders) geruïneerd door de combinatie van dramatische muntontwaarding en galopperende inflatie.

De politiek was niet minder chaotisch. Het keizerrijk was roemloos ten onder gegaan en vervangen door een republiek geleid door centrumkrachten, waaronder de sociaaldemocraten. Een deel van het nationale territorium was bezet door vreemde troepen, het koloniale rijk verloren gegaan, het leger afgebouwd.

Een WOI-invalide bedelt op straat in Berlijn in 1923. Foto: Bundesarchiv/CC BY-SA 3:0

De talrijke ultranationalisten, opgezweept door vier jaar oorlogspropaganda en decennia van patriottisme-op-steroïden, konden de nederlaag niet verkroppen en vonden dat het vaderland ‘verraden’ was door laffe burgerpolitici en een kliek van conspirerende joden en marxisten.

Het Duitse leger was niet verslagen, maar geveld door een ‘dolkstoot in de rug’, zo vonden ze. Zij droomden van revanche en van een autoritaire staat die korte metten zou maken met die ‘verraders’. Aan de andere zijde van het politieke spectrum waren de communisten ook uit op revolutie, naar Russisch voorbeeld.

Zo was het decor geplant voor jarenlange politieke instabiliteit. Net voor de capitulatie sloegen de matrozen in Kiel aan het muiten. Vlak erna ontbrandde de zogenaamde spartakistische revolte in Berlijn, onder leiding van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg – een opstand die in bloed werd gesmoord, mede door de sociaaldemocraten die aan de macht waren.

In het voorjaar van 1919 werd Beieren kortstondig ‘bestuurd’ door een linkse Radenrepubliek[1], eveneens brutaal onderdrukt. In maart 1920 was het de beurt aan de extreemrechtse en nationalistische krachten: onder leiding van de hoge ambtenaar Wolfgang Kapp en generaal Walther von Lüttwitz probeerden ze de gehate republiek omver te werpen.

Knokploeg van Hitler. Foto: duitslandinstituut.nl/Public Domain

Eerst leek de coup succesvol, maar hij werd uiteindelijk verijdeld door massale stakingen en het verzet van de linkerzijde. In het voorjaar van 1923 waren er opnieuw communistische opstanden in verschillende delen van Duitsland – allemaal neergeslagen.

Kortom, putschisme was niet uit de Duitse lucht. In dit klimaat zag ook Adolf Hitler zijn kans. Voor de oorlog werd die mislukte Oostenrijkse ‘artiest’ door de autoriteiten van zijn geboorteland gezocht omdat hij de legerdienst had ontweken. Hij leidde een armoedig bestaan in München en engageerde zich in het Duitse leger bij het uitbreken van het conflict in 1914.

Paradoxaal genoeg vond de voormalige ‘deserteur’ daar zijn draai. De Duitse nederlaag was dan ook een enorme klap voor hem. Verstoken van enig persoonlijk toekomstperspectief bleef hij in 1919 dus rondhangen in het leger.

Zijn rechts-nationalistische oversten merkten zijn redenaarstalent op en rekruteerden hem als propagandist: hij moest hun ideeën verspreiden in militaire kringen. Zo kwam hij ook terecht in een van de talrijke, onbeduidende ultrarechtse partijtjes, de Deutsche Arbeiterpartei.

Hitler kon nu zijn obsessioneel antimarxisme, zijn virulent antisemitisme en zijn ultranationalisme spuien voor een groeiende toehoorderspubliek, vooral in de Münchense bierkelders. Hij slaagde er dan ook snel in om op te klimmen in de formatie die in 1920 was omgedoopt tot Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP), of nazipartij, waarvan hij de absolute voorman werd.

Volgend element is cruciaal om zijn poging tot staatsgreep van 1923 te begrijpen. In september van dat jaar waren in Beieren quasi dictatoriale bevoegdheden toegekend aan enkele extreemrechtse en nationalistische figuren. Zij wilden echter een stap verderzetten en de prille democratie in heel Duitsland vervangen door een dictatuur.

NSDAP-vergadering in de Bürgerbräukeller. Bundesarchiv/CC BY-SA 3:0

Hitler en zijn NSDAP positioneerden zich in hun kielzog. Begin november 1923 besliste hij over te gaan tot actie. Ongeveer een jaar eerder was Mussolini in Italië aan de macht gekomen na de fameuze Mars op Rome. Met de hulp van de politieke en economische elite, was de stichter-leider van de fascistische beweging benoemd tot eerste minister.

Dat voorbeeld inspireerde wellicht de toen nog vrij obscure agitator in München. Door een mars op Berlijn, met de hulp van de Reichswehr, zou hij “Duitsland redden”. Tijdens een meeting in de Münchense Bürgerbräukeller forceerde hij de hand van de Beierse sterke mannen: zij zouden hem steunen in zijn staatsgreep.

Helaas voor hem veranderden zijn ‘bondgenoten’ van mening op het allerlaatste moment. Een manifestatie van een tweeduizendtal aanhangers op 9 november 1923 – met Hitler en de Duitse ‘oorlogsheld’ generaal Ludendorff voorop – werd bijgevolg gemakkelijk onderdrukt door de strijdkrachten die de legale autoriteiten verdedigden.

De man die vlak naast Hitler marcheerde werd dodelijk getroffen door een kogel. Meegesleurd in diens val ontwrichtte Hitler zijn schouder. Het scheelde dus maar een haar of laatstgenoemde was niet meer dan een voetnoot in de geschiedenisboeken geworden. Enkele dagen later werd hij gearresteerd. De geïmproviseerde, slecht voorbereide putsch liep uit op een sisser.

Hitler en zijn mede-coupplegers voor de rechtbank. Foto: Bundesarchiv/CC BY-SA 3:0

Het proces van Hitler en zijn medestanders, in april 1924, werd een aanfluiting van de normale rechtsgang. De autoriteiten wilden hun betrokkenheid bij de voorbereiding van de staatsgreep bedekt houden en behandelden Hitler met alle egard.
Urenlang kon hij zijn ideeën etaleren voor het publiek en voor de rechter die zijn bewondering voor de beklaagde niet onder stoelen of banken stak. De leider van de NSDAP kwam ervan af met een gevangenisstraf van amper vijf jaar.
De ‘vreemdeling’ Hitler (hij was nog steeds Oostenrijks staatsburger) werd ook niet uitgewezen naar zijn land van herkomst … Hij onderging zijn straf in comfortabele omstandigheden in de gevangenis van Landsberg. Hij ontving er bewonderaars en pende zijn warrige obsessies neer in Mein Kampf. Amper negen maanden later kwam hij al vervroegd vrij; hij kon zijn carrière als demagogischeagitator verderzetten.

Bekeken in een breder perspectief bewijzen Hitlers lotgevallen in 1923 dat bizarre, marginale figuren plots kunnen uitgroeien tot ware volksmenners … en uiteindelijk tot dictators. In gepolariseerde situaties is demagogisch talent soms erg lonend.
De steun, of minstens de laksheid van (fracties van) de autoriteiten en/of van leidende politieke en economische kringen in de opgang van fascisme en nazisme is echter niet minder belangrijk. Net diezelfde vaststelling kunnen we maken voor het geval van Mussolini in 1922 … en zovele andere sindsdien.

Note:

[1] Een Radenrepubliek of Sovjetrepubliek (sovjet = raad)(nvdr).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!