Opinie - Cristiano d'Orsi, IPS

Tijdperk van de klimaatvluchteling moet dringend aanbreken

Steeds meer mensen op de vlucht door droogte, overstromingen of mislukte oogsten - allemaal zaken die vaker voorkomen in een warmere wereld. Toch genieten klimaatvluchtelingen tot vandaag geen enkele erkenning. Hoog tijd om die juridische leemte aan te pakken, schrijft Cristiano d’Orsi, hoogleraar Internationaal Recht aan de Universiteit van Johannesburg.

donderdag 5 oktober 2023 14:25
Spread the love

 

Naarmate onze planeet warmer wordt, krijgen we vaker te maken met extreme weersomstandigheden, een stijgende zeespiegel, langdurige droogte en veranderde ecosystemen. Die milieuveranderingen hebben directe gevolgen voor het levensonderhoud van mensen doordat gewassen worden vernietigd en waterbronnen uitgeput raken. Ze maken ooit bewoonbare gebieden onbewoonbaar.

Als reactie op deze uitdagingen hebben veel mensen en gemeenschappen geen andere keuze dan hun huizen te verlaten en elders veiligheid te zoeken. De overgrote meerderheid zal binnen de landsgrenzen blijven – er wordt voorspeld dat tegen 2050 tot 86 miljoen Afrikanen binnen hun eigen land zullen migreren als gevolg van klimaatschokken. Maar sommigen zullen de grens oversteken, waardoor de behoefte aan internationale bescherming ontstaat.

Het probleem is echter dat mensen die door weersomstandigheden de grens oversteken, volgens de belangrijkste wetten en verdragen niet als vluchteling worden erkend. Hun migratie kan het gevolg zijn van plotselinge gebeurtenissen, zoals overstromingen, of  het gevolg zijn van langzame gebeurtenissen, zoals woestijnvorming of zeespiegelstijging, die het leven uiteindelijk onhoudbaar kunnen maken.

Vluchten zonder status

Het is moeilijk te zeggen om hoeveel mensen het precies gaat, omdat het onderwerp zo complex is. We weten wel dat grensoverschrijdende migratie elk jaar tienduizenden mensen treft. Droogte in 2022 bijvoorbeeld, verergerd door politieke onzekerheid en instabiliteit, dwong minstens 180.000 vluchtelingen uit Somalië en Zuid-Soedan naar delen van Kenia en Ethiopië.

Er wordt voorspeld dat het aantal mensen dat ontheemd raakt door weersomstandigheden of rampen tegen 2050 zal oplopen tot 1,2 miljoen. Het exacte aantal zal afhangen van hoe de klimaatverandering zich ontwikkelt.

Zonder vluchtelingenstatus krijgen mensen die door weersomstandigheden gedwongen worden om de grens over te steken mogelijk geen waardevolle steun. Afhankelijk van het land kan de steun bestaan uit het recht om te wonen en te werken, toegang tot gezondheidszorg of onderwijs en het recht om zich vrij te verplaatsen.

Ik bestudeer de wettelijke bescherming van asielzoekers, vluchtelingen, migranten en intern ontheemden in Afrika. Ik vind dat internationale wetten en verdragen aangepast moeten worden, zodat mensen die door extreem weer gedwongen worden om grenzen over te steken er expliciet onder vallen. Zij hebben volledige vluchtelingenbescherming nodig.

Gebrek aan bescherming

Verschillende wetten zorgen ervoor dat de fundamentele mensenrechten van vluchtelingen worden beschermd. De kern van het “vluchtelingenrecht” wordt gevormd door de Vluchtelingenconventie van Genève uit 1951 – een multilateraal verdrag van de Verenigde Naties dat bepaalt wie een vluchteling is – en het bijbehorende Protocol van New York uit 1967. Vluchtelingen in Afrika worden ook beschermd door de Conventie van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid(OAU) uit 1969.

Deze wetten bieden hen een veilige haven, toegang tot eerlijke asielprocedures en bescherming tegen discriminatie. In de nationale wetgeving van veel Afrikaanse landen zijn deze internationale principes opgenomen. Dit biedt vluchtelingen juridische waarborgen en steun, waardoor ze veiligheid kunnen zoeken en hun leven opnieuw kunnen opbouwen.

Zoals ik in een recente studie vermeld, is het probleem met het Vluchtelingenverdrag dat het mensen uitsluit die “slachtoffer zijn van hongersnood of een natuurramp”, tenzij ze ook een “gegronde vrees voor vervolging” hebben. Mensen die bijvoorbeeld tussen 1983 en 1985 Ethiopië ontvluchtten vanwege droogte, werden beschouwd als vluchtelingen omdat ze ook vreesden voor vervolging door de militaire dictatuur (Derg) onder leiding van Mengistu Haile Mariam, die opzettelijk de voedselbevoorrading in delen van het land beperkte.

De organisatie van de Verenigde Naties die het mandaat heeft om vluchtelingen te helpen en te beschermen, de VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (Unhcr), volgt de definitie van het Vluchtelingenverdrag. Dat geldt ook voor het Global Compact on Refugees, een door de VN aangestuurde blauwdruk voor regeringen, internationale organisaties en andere belanghebbenden. Dit betekent dat mensen die alleen door milieurampen uit hun huis zijn gedwongen, geen recht hebben op de vluchtelingenstatus, ze verdienen enkel tijdelijke bescherming.

Juridische discussie

In Afrika is er een discussie gaande over de vraag of het Vluchtelingenverdrag van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAU) uit 1969 oorspronkelijk mensen die door natuurrampen ontheemd zijn opnam in de definitie van vluchtelingen. Sommige deskundigen zijn van mening dat dit wel het geval is, hoewel het beperkt lijkt te zijn tot door de mens veroorzaakte rampen.

Wat de nationale wetgeving betreft, is er tot nu toe geen enkel Afrikaans land dat mensen die een natuurramp ontvluchten als vluchteling erkent. Er beweegt wel een en ander. Mensen die vluchten voor natuurrampen worden steeds vaker erkend door internationale organisaties.

De VN-Vluchtelingenorganisatie bijvoorbeeld (Unhcr) erkent hen als een kwetsbare categorie personen die moet worden beschermd. Die beslissing heeft het bewustzijn vergroot dat klimaatverandering een drijvende kracht is achter ontheemding en dat bescherming nodig is voor mensen die ontheemd zijn in de context van rampen. De VN-organisatie werkt ook aan de aanpak van juridische leemten in verband met grensoverschrijdende verplaatsing door milieurampen. Maar er moet nog meer gebeuren.

Wat moet er veranderen?

Mensen die ontheemd zijn door ongunstige weersomstandigheden moeten meer dan tijdelijke bescherming krijgen. Dit vereist veranderingen in internationale regelgeving en nationale wetten. Er zou bijvoorbeeld een protocol over door het klimaat veroorzaakte ontheemding moeten worden toegevoegd aan de OAU-conventie uit 1969, zodat ontheemden die internationale grenzen oversteken wettelijk gedekt zijn.

 

Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!