“Nadat ze gedwongen werden hun huizen te ontvluchten en hun geliefden, huizen en bestaansmiddelen achterlieten, worden vluchtelingen uit Oekraïne nu aan de rand van de financiële afgrond gebracht en hebben ze moeite om de eindjes aan elkaar te knopen”, zegt Carlo Gherardi, directeur van de Noorse ngo Norwegian Refugee Council voor Centraal- en Oost-Europa.
De mensenrechtenorganisatie deed een rondvraag bij 1471 Oekraïners die gevlucht zijn naar Polen, Roemenië of Moldavië. Een grote meerderheid daarvan (90 procent) zijn vrouwen, vooral moeders met kinderen.
Maar liefst 68 procent van de ondervraagde vluchtelingen gaf aan te weinig geld te hebben om voldoende voedsel, water, kleding, onderdak of gezondheidszorg te kopen. Vluchtelingen die in collectieve centra wonen en mensen zonder vast inkomen, zoals moeders met kinderen, gepensioneerden en mensen met een beperking, ervaren een nog grotere financiële druk.
Bijna de helft van de ondervraagde personen slaat maaltijden over of eet minder voedzaam om de kosten te drukken. In Polen en Moldavië hebben meer dan de helft van de vluchtelingen noodgedwongen hun toevlucht genomen tot ondermaatse huisvesting.
Verscheurde families
De enquête legt tevens bloot hoe de oorlog families verscheurt: 44 procent van de respondenten zegt dat ze familieleden moesten achterlaten toen ze Oekraïne ontvluchtten. “Je draagt een zware psychologische last. Je weet niet wat je morgen te wachten staat”, aldus een Oekraïense vrouw die in Polen woont.