Lepa Svetozara Radić werd geboren op 19 december 1925 in het dorpje Gašnica in Bosnië-Hercegovina, vlak bij de grens met Kroatië. Na de lagere school ging ze naar een nabije beroepsschool voor meisjes. Voor haar maatschappelijke ideeën vond ze inspiratie bij haar oom Vladeta Radić, die vakbondsactivist was.
(ć spreek je uit als tsj in tsjilpen en š als het Franse ‘je’, c zonder accent als ts, suffix ić in zeer veel Joegoslavische familienamen is het equivalent van onze Van-ver-vander-namen)
Joegoslavië (wat Zuid-Slavië betekent) was dan een semi-feodaal koninkrijk, ontstaan na de Eerste Wereldoorlog dat Slovenen, Serviërs, Kroaten, Montenegrijnen, Bosniërs, Macedoniërs en Albanezen samenbracht in een ongemakkelijk geheel. De Albanezen in de provincie Kosovo waren daarin het enige niet-Slavische volk.
Het koninkrijk erkende alleen de Slovenen, Serviërs en Kroaten als afzonderlijke volkeren. Erg sterk was het centraal gezag van dat koninkrijk niet, reeds voor de oorlog waren talrijke bewegingen actief die ijverden voor een democratische republiek.
Bezetters, collaborateurs en verzetstrijders
Op 10 april 1941 beslisten de Duitse bezetters en hun Axis-bondgenoten een onafhankelijke staat Kroatië op te richten die naast het bestaande Kroatië delen van omliggend Bosnië en Servië incorporeerde, waaronder het dorp waar Lepa woonde.
In november 1941 werd de dan 15-jarige Lepa samen met een aantal andere familieleden aangehouden door de Ustaše, de Kroatische extreemrechtse fascistische organisatie die collaboreerde met de bezetters, omdat zij op de lijst stond van personen met communistische sympathieën.
‘Communistisch’ sloeg niet alleen op personen met sympathieën voor het communisme, maar was een containerbegrip voor eender welke opinie of gedrag die zich uitsprak voor democratie links van extreemrechts, van rechtse conservatieve christendemocraten tot echte communisten.
Lepa en haar zuster wisten te ontsnappen op 23 december 1941 en sloten zich aan bij de partizanen onder leiding van de Kroaat Josip Broz, beter bekend met zijn bijnaam Tito (‘oompje’), latere president van Joegoslavië na de oorlog.
Ze werkte in februari 1943 mee aan het transport van gewonden tijdens de veldslagen rond Neretva van januari tot maart 1943, de zwaarste confrontatie van het verzet met de Duitse bezetters en hun Kroatische collaborateurs.
Tijdens een van die transporten werd ze gevat door Duitse SS-troepen, die haar dagenlang folterden om haar te dwingen de namen van haar medestrijders te geven.
Met de strop rond haar nek riep zij uit “Strijd, mijn volk voor uw vrijheid. Geef je niet over aan deze slechteriken, er zijn anderen die me zullen wreken’. Op de stoel bood de beul haar nogmaals aan haar leven te sparen als ze namen zou prijsgeven.
Haar antwoord: “Ik ben geen verrader van mijn volk. Zij waar je naar vraagt zullen zich kenbaar maken wanneer ze erin geslaagd zijn jullie slechteriken uit te roeien tot de laatste man.”
Lepa Radić was op 8 februari 1943 17 jaar en 41 dagen oud.
Respect.