Diepzeevis. Foto: Benson Kua / CC BY-SA 2.0
FairFin vzw

DEME zorgt met Belgisch geld voor onomkeerbare schade in de diepzee

Nieuw onderzoek van FairFin toont aan dat de Belgische financiële sector nauw verbonden is met de multinational DEME. Via haar dochteronderneming Global Sea Mineral Resources (DEME-GSR) zet dit Belgisch baggerbedrijf de eerste stappen naar diepzeemijnbouw in de Stille Oceaan. Maar niet zonder kritiek.

donderdag 22 december 2022 14:17
Spread the love

 

“We weten nog ontzettend weinig over de diepzee en dus ook over de impact van diepzeemijnbouw”, zegt Naomi Van den Broeck, inhoudelijk medewerker bij FairFin. “Het wetenschappelijk onderzoek dat wel al gebeurde, wijst erop dat die impact groot kan zijn voor het milieu, het klimaat, de lokale bevolking en het Globale Zuiden. Financiële instellingen dragen hierbij een grote verantwoordelijkheid, want momenteel kiezen ze ervoor om bedrijven zoals DEME en hun diepzeemijnactiviteiten zonder voorwaarden te financieren.”

Via België als ‘sponsorstaat’, kreeg DEME-GSR een contract van de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) voor een stuk zeebodem in internationale wateren. Het gaat voorlopig enkel om exploratie: DEME-GSR test verschillende technologieën en strategieën om kostbare mineralen te mijnen uit de oceaanbodem.

Maar diepzeemijnbouw staat op een kantelpunt: door een juridisch achterpoortje in de wetgeving van de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) kan commerciële diepzeemijnbouw in 2023 realiteit worden, mogelijks zonder aangepast wetgevend kader. Zo hoopt ook DEME-GSR in 2029 te starten met commerciële activiteiten op de diepzeebodem.

Het bedrijf wil hier zo snel mogelijk werk van maken omdat op de bodem van de oceaan kostbare mineralen zoals kobalt, lithium en mangaan verzameld liggen in knollen en korsten. Deze mineralen spelen een grote rol in de huidige aanpak van de klimaattransitie: ze zijn noodzakelijk bij de productie van onder andere windmolens en elektrische wagens.

Daarom kiest DEME er resoluut voor om diepzeemijnbouw op een succesvolle, duurzame en groene manier voor te stellen. Maar wetenschappers, ngo’s en bewoners van de eilanden in de Stille Oceaan trokken al meermaals aan de alarmbel over de schadelijke gevolgen van diepzeemijnbouw.

Impact op mens en planeet

Bij dit mijnproces komt een laag van zo’n 15 tot 40 cm van de zeebodem los, waardoor er stofwolken ontstaan in het water. Hierdoor wordt het zeeleven verstoord en verhongeren of migreren vissen zoals tonijn, zwaardvis en marlijn. Dat heeft grote gevolgen voor de lokale vissers, die sterk afhankelijk zijn van deze visvangst als voedsel en inkomen.

Daarnaast speelt die bovenste laag van de zeebodem ook een grote rol bij de opname van CO2: wanneer deze laag dus verstoord wordt, kan de oceaan haar rol als ‘blauwe long’ minder goed spelen en wordt er minder CO2 uit de lucht opgenomen. Diepzeemijnbouw kan dus de klimaatopwarming net versterken.

Zelfs na tientallen jaren, is de schade van de ‘verkennende’ diepzeemijnbouw nog steeds duidelijk te merken: de diepzee herstelt zich enorm traag. De impact van intensievere en industriële diepzeemijnbouw zal dus nog vele malen hoger liggen.

Verantwoordelijkheid van financiële instellingen

Ook financiële instellingen spelen hierbij een grote rol. Zij kiezen ervoor om diepzeemijnbouwbedrijven zoals DEME zonder voorwaarden te financieren. Zo springt Ackermans & van Haaren in het oog als de grootste aandeelhouder van DEME: deze holding bezit 62% van de aandelen van DEME, dat was op het moment van ons onderzoek (juli 2022) zo’n 1,6 miljard euro waard. Ook BNP Paribas en de Nationale Bank van België (NBB) zijn aandeelhouders. Zij bezaten op het moment van ons onderzoek  een aandelenpakket van zo’n 6,9 miljoen euro (BNP) en 4,2 miljoen euro (NBB).

Bron: FairFin vzw

Daarnaast weten we door een persbericht van KBC dat KBC, ING, Belfius en BNP Paribas leningen geven aan DEME. Maar zelfs via gespecialiseerde databases kon FairFin niet terugvinden hoeveel de leningen bedragen die DEME aangaat en hoeveel obligaties DEME op de markt brengt.

Voorzorgsprincipe

“Banken mogen niet zomaar, zonder voorwaarden, diepzeemijnbouw(bedrijven) financieren”, zegt Naomi Van den Broeck, inhoudelijk medewerker bij FairFin. “Wij pleiten voor een toepassing van een voorzorgsprincipe bij de financiering van diepzeemijnbouw. Het is beter om te voorkomen dan te herstellen, en dus we mogen niet investeren in een activiteit waarvan we nog niet weten hoe schadelijk die zal zijn voor mens, milieu en klimaat.”

FairFin zet druk op de banken: zij moeten hun beleid tegenover diepzeemijnbouw duidelijk formuleren en een tijdelijke stop op diepzeemijnbouw ondersteunen tot we meer weten over de gevolgen ervan.

Een moratorium

Zo’n tijdelijke stop of moratorium werd al ondersteund door het Europees Parlement en Europese landen (o.a. Frankrijk en Duitsland die ook exploratiecontracten bezitten), industrie (o.a. Google, Microsoft, BMW en Volvo), landen in het Globale Zuiden (o.a.  Samoa, Fiji, Micronesia, Palau, Chili…), middenveldorganisaties (o.a. WWF, Greenpeace, Friends of the Earth Europe…) en financiële instellingen (o.a. Triodos, ABN Amro, Lloyds Banking Group). Ook de Europese Investeringsbank sloot investeringen in diepzeemijnbouw uit.

“Banken actief in België mogen niet achterblijven: zij kunnen een tijdelijk verbod op de financiering van diepzeemijnbouw in hun leningsprincipes vastleggen”, aldus Naomi Van den Broeck van FairFin.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!