Goudmijn van Pueblo Viejo in de provincie Sánchez Ramírez, Dominicaanse Republiek.
Analyse -

Het is niet al goud wat blinkt: groeiend volksverzet tegen Barrick Gold in Dominicaanse Republiek

Maatschappelijk verantwoord ondernemen met aandacht voor milieu, werkgelegenheid, jongeren en vrouwen, is zowat hét mantra van de bedrijfswereld om zich op de markt te positioneren. Het verzet van zes boerendorpen tegen het doen en laten van de Barrick Gold Corporation in de goudmijn van Pueblo Viejo in de provincie Sánchez Ramírez, geeft ons een inkijk in een realiteit die niet aan bod komt in de hippe brochures, de blinkende rapporten, de flitse promofilmpjes en de ‘good news show’ op de sociale media.

dinsdag 19 juli 2022 12:22
Spread the love

 

Met de moed der (wan)hoop

Maandag 6 november 2017: enkele vrouwen ketenen zich vast bij de ingang van de mijn van Barrick Gold in Pueblo Viejo, gemeente Cotuí, in de provincie Sánchez Ramírez. De dag is niet zomaar gekozen. Het is de verjaardag van de allereerste grondwet van het land. Zij vechten voor hun recht op leven.

De vrouwen komen uit vier boerengemeenschappen in de directe omgeving van de mijn: La Piñita, La Cera, El Naranjo en Las Lagunas. De mannen laten zich ook niet onbetuigd en sluiten zich aan. Twee maanden later beslissen de inwoners van Jurungo en Jobo Claro om ook mee te doen. Niemand die toen kon vermoeden dat het kamp twee jaar, drie maanden en drieëntwintig dagen zou bestaan.

Gaandeweg betuigen zo’n 137 sociale organisaties actief hun solidariteit. De ‘Encadenadas’, of de ‘geketenden’ zoals ze zich noemen, kunnen ook rekenen op de steun van verschillende onderzoeksgroepen aan de Autonome Universiteit van Santo Domingo (UASD), en van het Observatorio Dominicano de Políticas Públicas (ODPP) in het bijzonder. Het kamp wordt een aantrekkingspool voor studenten, professoren, journalisten, lokale en nationale politici. Soms zijn ze met meer dan honderd.

Er wordt een gaarkeuken geïnstalleerd en een beurtrol ingesteld om het kamp continu te bemannen en te bevrouwen. Het Comité Nuevo Renacer dat het verzet aanstuurt, organiseert persconferenties, seminaries en bij tijd en wijlen ook een misviering op initiatief van parochies uit de regio.

Hun eis is heel eenvoudig: relocatie in een ander deel van de provincie waar de grond vruchtbaar is en het water niet vervuild.

Zo’n zeven maanden later, op dinsdag 18 juni 2018, om 03:30u, tergend vroeg in de ochtend, verschijnen meer dan honderd militairen en agenten ten tonele die het kamp met het nodige machtsvertoon opbreken. Maar het verzet gaat gewoon door. Zo’n zeshonderd meter verderop verrijst een nieuw kampement, vlak naast de hoofdweg, met zicht op de mijn.

In januari 2019 trekken ze met tientallen op ‘kruistocht’ te voet naar de hoofdstad. Op 14 januari 2020 worden ze op het nationaal paleis ontvangen. De medewerker van het paleis die hen ontvangt, laat weten dat hij hun eis gegrond vindt en dit ook zo aan de president zal meedelen. Die eis is heel eenvoudig: relocatie in een ander deel van de provincie waar de grond vruchtbaar is en het water niet vervuild. Niet meer, niet minder, hun wettelijk recht.

In mei 2022 bezoek ik de leden van het comité na vier jaar voor een tweede keer. Ze werden ondertussen ook van hun plek aan de kant van de weg verdreven en hebben een onderkomen gevonden in de lokalen van de plaatselijke cacaoboeren.

Onderweg stop ik nog even waar het vorige kamp stond. Vroeger kon ik vanaf hier het bruine water van de Presa El Yagal zien, een enorm residubekken waar het mijnafval, opgeslagen in de vorm van slib, wordt afgedekt door miljoenen kubieke meters water. Nu kijk ik recht op een monsterachtige muur van meer dan 150m hoog, opgetrokken uit niet meer dan klei en stenen rondom rond. Het bekken is 1.832m lang en heeft een capaciteit van 25 miljoen kubieke meter. Het werd pal in de bedding van de Río El Yagal gebouwd en vormt nu het eindpunt van de rivier.

Vóór de komst van Barrick vormde El Yagal samen met de Río Maguaca de levensader van 37 waterlopen die nu grotendeels droog staan. Barrick heeft de loop van de Maguaca verplaatst en door de bedding loopt nog amper water. Bij de bevolking leven ook sterke vermoedens dat het water van de Maguaca vervuild is, gezien de kleur van de slibafzetting en het feit dat alle krabben en vissen zijn verdwenen.

Overal waar ik kom vertellen de bewoners hun verhaal over de mangobomen die tot vóór de komst van de mijn viermaal per jaar vruchten droegen, en nu niets meer geven.

Overal waar ik kom vertellen de bewoners hun verhaal over de mangobomen die tot vóór de komst van de mijn viermaal per jaar vruchten droegen, en nu niets meer geven, over de cacaobonen die rotten aan de bomen, over het water waarmee men zich zelfs niet meer kan wassen. Elke familie zou recht hebben op 8 gallons water per week, zo’n 150 liter, maar de levering is niet altijd even punctueel. Op de erven lopen geen kippen meer rond en het vee is gestorven.

Zo’n driehonderd families houden het voor bekeken en hebben hun dorp verlaten. Een vijfhonderdtal families houden nog steeds stand. De volkstelling is gebeurd. De plannen liggen klaar. In 2020 werd het relocatieplan goedgekeurd maar er komt geen schot in de zaak. Integendeel, intimidaties en arrestaties blijven een constante in de reacties van de overheid en van de mijnverantwoordelijken.

Het verhaal dat niet verteld wordt

Het protest strookt niet met het verhaal van maatschappelijk verantwoord ondernemen dat Barrick aan de buitenwereld wil verkopen. In zijn PR-campagne zet Barrick sterk in op de weldaden van de mijn voor de economische en sociale ontwikkeling in Cotuí, die vooral jongeren en vrouwen ten goede komt. 97% van de bijna 2.600 werkplaatsen in de mijn, worden bezet door Dominicanen en 18% door – hoofdzakelijk jonge – vrouwen.

Wat Barrick Gold er niet bij vertelt is dat dat het vaak om tijdelijke jobs gaat en dat deze jobcreatie weinig van doen heeft met de tewerkstelling van de lokale bevolking die voordien van de landbouw kon leven, maar niet over de competenties beschikt die nodig zijn in de mijnbouw. Barrick pakt ook graag uit met de bouw van een duizendtal huizen, kerken, winkels en scholen. Maar die zijn deels bedoeld om de nieuwkomers op te vangen die in Cotuí een nieuwe groeipool zien. Over het recht op relocatie van de zes dorpen rept Barrick met geen woord.

Het paradepaardje van Barrick is zonder twijfel de spectaculaire sanering van de Río Margajita en het herstel van de biodiversiteit in en rond de rivier. Volgens haar zeggen is de Margajita de enige rivier waarin nog afvalwater wordt geloosd, “nadat het eerst gezuiverd werd”, wordt er steeds nadrukkelijk bij gezegd.

Wat Barrick niet vermeldt is dat in het gebied waar de Margajita doorheen stroomt, niemand woont en dat de naburige dorpen hier dus ook geen directe baat bij hebben. Milieuexperten plaatsen ook vraagtekens bij het verhaal van Barrick over het herstel van de biodiversiteit in en rond de Margajita. Dit is “één van de grote leugens van de mijnbouw” benadrukt professor Luis Carvajal, coördinator van de Milieucommissie van de UASD.

Door het opslaan van giftig afval mbv. residubekkens is de doorsijpeling van zware metalen in de grond een latent aanwezig risico.

Bovendien stelt hij dat residubekkens misschien wel de goedkoopste oplossing zijn voor het opslaan van het giftig afval, maar niet de beste. De doorsijpeling van zware metalen in de grond is een latent aanwezig risico. Bovendien staat de Dominicaanse Republiek op de achtste plaats in de lijst van 183 landen met risico op natuurrampen. Carvajal waarschuwt dat de Dominicaanse Republiek erg onderhevig is aan tropische stormen en zware orkanen die ieder jaar over het Caraïbisch gebied trekken en bovendien vlakbij meerdere breuklijnen ligt. Hierdoor loopt het land een sterk verhoogd risico op aardbevingen, en bijgevolg op dambreuken.

Carvajal windt er geen doekjes om. Volledige dorpen die geen toegang meer hebben tot veilig water en de toenemende armoede in de streek maken het hoe langer hoe moeilijker om Barrick op haar woord te geloven. Bovendien doen de vele schandalen in andere landen ter wereld, zoals Chili, Tanzania, Papoea-Nieuw-Guinea en Alaska, de geloofwaardigheid van de mijn geen goed. In plaats van ‘verantwoorde mijnbouw’ moeten we hier spreken van ‘schuldige mijnbouw’, besluit professor Carvajal.

Hoog spel

Goudontginning in de Dominicaanse Republiek is niet nieuw. Dat er goud was, wisten de Taino al, de oorspronkelijke bewoners, lang voordat Christoffel Colombus er voet aan grond zette. In 1969 ontdekte de Noord-Amerikaanse Rosario Mining Company een interessante goudreserve in Pueblo Viejo. In 1975 werd meer dan 155 ton goud uit de grond gehaald, waarmee Pueblo Viejo zich op de lijst zetten van de belangrijkste goudmijnen in Noord- en Zuid-Amerika.

Tien jaar later koopt de Centrale Bank van de Dominicaanse Republiek zich in als hoofdaandeelhouder en krijgt de overheid 54% van de aandelen in handen. De goudreserves beginnen te slinken en in 1993 wordt de mijn definitief gesloten.

Wanneer de mijn haar activiteiten stillegt, stoppen ook de zuiveringsinstallaties die gebouwd werden voor de residubekkens op de rivieren Margajita en Mejita.

Wanneer de mijn haar activiteiten stillegt, stoppen ook de zuiveringsinstallaties die gebouwd werden voor de residubekkens op de rivieren Margajita en Mejita. Niemand die zich nog bekommert om de bekkens die regelmatig overstromen, het gif dat doorsijpelt in de ondergrond en de vervuiling van het volledige watergebied in de zone van Bajo Yuna, één van de vruchtbaarste regio’s in het land.

Maar de honger naar goud is groot en de zoektocht naar nieuwe reserves loopt verder. In juli 2001 schrijft de Dominicaanse overheid een openbare aanbesteding uit. Het Noord-Amerikaanse Placer Dome America Holding Corporation wint het contract. In 2002 worden de concessierechten voor Pueblo Viejo toegekend aan Placer Dome Dominicana. Het gaat om een Speciaal Huurcontract voor de Mijnrechten (Contrato Especial de Arrendamiento de Derechos Mineros).

De ondergrond in Pueblo Viejo is rijk aan goudsulfide en om het risico op de uitstoot van zwaveldioxide en zure neerslag te vermijden, is het roosten van het erts voor de extractie van goud niet toegelaten. In de overeenkomst worden ook de nodige financiële schikkingen getroffen, rekening houdend met de investeringskosten, de (fluctuerende) goudkoers en de inkomsten voor de staat bestaande uit belastingen en een deelname in de winst. In 2006 koopt Barrick Gold 81% van de globale aandelen van Placer Dome en verwerft alzo de rechten in Pueblo Viejo.

Barrick Gold schat de aanwezige reserves aan edele metalen op zo’n 700 ton goud, 3.826 ton zilver en 15.645 ton koper. De totale waarde wordt geschat op 38.558 miljoen US dollar. In 2009 verwerft een joint venture van het Barrick Gold Corporation (60%) en Goldcorp (40%) de exploitatierechten. Pueblo Viejo Dominicana Corporation, of Barrick Pueblo Viejo, wordt opgericht om de mijn uit te baten.

Barrick Gold is het niet eens met de eerder afgesproken participatie van de overheid met 25% in de nettowinst en onderhandelt een herziening van het contract. De overheid ziet af van haar participatierecht zolang Barrick de totale investeringskost niet volledig gerecupereerd heeft en de interne opbrengstvoet minder dan 10% bedraagt. In 2012 start Barrick met de productie in Pueblo Viejo. Om het goud te onttrekken aan het gesteente worden enorme hoeveelheden water en cyanide gebruikt.

Na een grondige analyse van de contractbepalingen komt de Academie der Wetenschappen van de Dominicaanse Republiek tot de vaststelling de overheid de facto voor altijd aan haar participatierechten verzaakt heeft. De Academie heeft ook zo haar bedenkingen bij het feit dat de nieuwe overeenkomst op geen enkele manier verwijst naar de wettelijke verplichting om 5% van de mijnopbrengst te besteden aan het verbeteren van de woon- en werkomstandigheden van de dorpen in de directe nabijheid van de mijn.

In de voorbije jaren is de goudprijs spectaculair gestegen. Toch houdt Barrick vol dat de mijn in Pueblo Viejo nog steeds niet rendabel is.

Het rapport is ook erg kritisch over het verdwijnen van het verbod op roosten en het uitblijven van een onafhankelijk en wettelijk verplicht milieueffectenrapport. Eenmaal dat de mijn gesloten wordt, is het de verantwoordelijkheid van de staat om toe te zien op het onderhoud en de veiligheid van het residubekken en de sanering van het milieu. Barrick zal weliswaar voor 50% tussenkomen in de kosten, maar slechts tot een maximumbedrag van 37,5 miljoen dollar. Over hoe die 50% berekend en geverifieerd zal worden, werden geen duidelijke afspraken gemaakt.

In 2019 fusioneert Goldcorp met Newmont Mining Corporation, dat hiermee de allergrootste mijnbouwmaatschappij ter wereld wordt. Barrick is de tweede grootste. Barrick Pueblo Viejo is momenteel de vijfde grootste goudmijn ter wereld. In de voorbije jaren is de goudprijs spectaculair gestegen. Toch houdt Barrick vol dat de mijn in Pueblo Viejo nog steeds niet rendabel is.

De Dominicaanse Republiek heeft zich inmiddels aangesloten bij het Extractives Industries Transparency Initiative (EITI), dat de internationale standaarden voor de maatschappelijk verantwoorde ontginning van natuurlijke grondstoffen bepaalt en monitort.

Zowel Barrick Pueblo Viejo als de overheid laten zich voorstaan op het indienen van de tweejaarlijkse voortgangsrapporten, maar laten na om die rapporten vooraf te laten valideren door EITI-RD, de nationale commissie van de EITI in de Dominicaanse Republiek waarin ook de civiele maatschappij is vertegenwoordigd. Die civiele maatschappij heeft tegen deze gang van zaken al formeel protest aangetekend bij het centraal bureau van het EITI.

Wordt vervolgd

Op 18 maart 2017 dient de UASD in naam van het Observatorio Dominicano de Política Públicas (ODPP-UASD), de Fundación Justicia y Transparencia (FJT), de Fundación Guayacán de Energía y Medio Ambiente (GEMA) als vertegenwoordiger van het Espacio Nacional por la Transparencia de la Industria Extractiva (ENTRE) een dossier in bij het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten (CIDH).

Inmiddels heeft Barrick laten verstaan dat er een extra residubekken nodig is, wil de mijn rendabel worden. Na massaal protest komt het nieuwe bekken er – voorlopig – niet.

Zij stellen vragen bij het ontbreken van tal van wettelijke verplichtingen in het contract van de overheid met Barrick Gold, het gebrek aan enige vorm van financiële transparantie, de talrijke aanwijzingen inzake corruptie en cliëntelisme en de nefaste gevolgen van de mijnactiviteiten voor de naburige dorpen. Zij dringen er bij het CIDH op aan om een onafhankelijke studie- en verificatiecommissie te sturen, maar de procedure loopt tergend traag. Na vijf jaar is het nog altijd wachten op een eerste officiële reactie.

Inmiddels heeft Barrick laten verstaan dat er een extra residubekken nodig is, wil de mijn rendabel worden. Ze laat haar oog vallen op Pueblo Grande, Monte Plata, in de provincie Yamasá. Voorlopig is het onheil bezworen. Na massaal protest komt het nieuwe bekken er – voorlopig – niet. Een tweede bekken in Pueblo Viejo staat nu op de kaart en Barrick onderzoekt ook nog een twintigtal andere mogelijkheden.

De goudkoorts in de Dominicaanse Republiek is nog lang niet gestild.

Maar de goudkoorts in de Dominicaanse Republiek is nog lang niet gestild. In de provincies Monseñor Nouel, San Juan en Dajabón werden commercieel interessante goudreserves gedetecteerd en volgens de laatste gegevens van het Ministerie van Energie en Mijnen zijn er 51 aanvragen voor exploratie hangende. De lobbymachines van de grote bedrijven draaien wellicht op volle toeren terwijl de 500 families uit de zes dorpen nog steeds wachten op hun toekomst: een relocatie naar een veilige plek.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!