Günter Wallraff in 2014. Foto: Michael Schilling/CC BY-SA 3:0
Interview - Yetlaneci Alcaraz, Underground Periodismo Internacional,

Günter Wallraff: ‘Je moet handelen alsof alles mogelijk is’

Het icoon van de Duitse journalistiek, Günter Wallraff, reflecteert in dit interview over het beroep van journalist, de risico's en de mogelijkheden. Volgens hem heeft de journalistiek nog steeds belangrijke taken te vervullen. Het reële gevaar schuilt echter in het gebrek aan kansen voor jonge mensen. Zij komen immers steeds terecht in de pers- en pr-bureaus van de grote consortia.

maandag 6 december 2021 10:19
Spread the love

 

‘Als ik de woordvoerder wil zijn van de stemlozen – die overigens weinig zeggen, ook al hebben ze veel te vertellen – moet ik, althans voor een tijdje, een van hen worden’. In 1977 was dat volgens Günter Wallraff de essentie van journalistiek bedrijven.

Yetlaneci Alcaraz interviewt Günter Wallraff. Foto: Michael Schroeder

Wallraff, geboren in 1942 in de Duitse stad Burscheid , gehaat door de enen, geloofd door de anderen, ontpopte zich in de tweede helft van vorige eeuw tot journalistiek icoon van zijn land. Zijn explosieve verslaggeving legde toen de donkere kant bloot van de industrieën en fabrieken die het naoorlogse West-Duitsland welvarend maakten.

De arbeidswereld van deze bedrijven werd immers geteisterd door onregelmatigheden en onrechtvaardigheden, waaronder onwettige praktijken, discriminatie en vreemdelingenhaat tegenover buitenlandse werknemers. De Duitse regering nodigde deze bedrijven nochtans gul uit om naar het land te komen. Wallraff’s gekende onderzoeksmethode van infiltratie bracht hem op plaatsen waar hij alles vanop de eerste rij kon observeren. Vervolgens bracht hij er verslag van uit.

Voor een van zijn belangrijkste reportages vermomde hij zich twee jaar lang als Turkse migrant Ali Levent Sinirlioglu. Hij werkte als arbeider en werd zelf het slachtoffer van talloze schendingen van zijn mensen- en arbeidsrechten in meerdere bedrijven die hem in dienst namen, zoals McDonald’s en de staalfabriek Thyssen.

Eigen foto

Het boek Ganz Unten (‘helemaal vanonder’) was het resultaat van dat werk. Met maar liefst vijf miljoen verkochte exemplaren werd dit het best verkochte boek ooit in de geschiedenis van de Bondsrepubliek Duitsland (BRD1). Deze ongekende bestseller werd in 38 talen vertaald, waaronder ook in het Nederlands als Ik (Ali)2.

Het belang van zijn werk en zijn – althans volgens sommigen – controversiële onderzoeksmethode hebben hun stempel gedrukt op de moderne journalistiek. Het legde zelfs een nieuwe wettelijke basis voor het waarborgen van de persvrijheid en het recht op informatie in Duitsland.

In Zweden bijvoorbeeld werd het werkwoord wallraffa officieel in het leven geroepen. Ook de encyclopedie van de Duitse journalistiek nam het begrip Rollenreportage (rolreportage) op. Het boek van Wallraff is de belangrijkste vertegenwoordiger van deze nieuwe vorm van journalistiek.

In het kader van een lang aanslepend juridisch geschil met de krant Bild en de uitgeverij Axel Springer, kon Wallraff bovendien verkrijgen dat de Duitse rechterlijke macht een uitspraak velde die het Hooggerechtshof in 1983 werd bekrachtigd. Op die uitspraak kunnen alle journalisten zich tot vandaag beroepen ter verdediging van de persvrijheid. De zogenaamde Wallraff-wet bepaalt dat de bevolking het recht heeft te worden geïnformeerd over ernstige wantoestanden. Dat recht is eveneens geldig als de informatie onder een valse identiteit werd verkregen.

Eind jaren 1970 kroop Wallraff vier maanden lang in de huid van een verslaggever voor roddelblad Bild. In die hoedanigheid werd hij vanop de eerste rij getuige van onethische en onmenselijke reportagemethodes, vervalsingen en manipulaties door het grootste en machtigste roddelblad van Duitsland. Hij presenteerde de resultaten van zijn onderzoek in het boek Der Aufmacher, Der Mann der bei ‘Bild’ Hans Esser war3, wat de krant ongeveer een miljoen lezers kostte.

Günter Wallraff ontving Underground Journalism International bij hem thuis in de multiculturele wijk Ehrenfeld in Keulen.

Ondanks de lockdownmaatregelen in Duitsland vond de ontmoeting met de journalist face-to-face plaats, met mondmaskers en social distancing.

Glimlachend en welwillend opent hij de toegangsdeur van het complex naar zijn huis leidt. Het is een klein gebouwencomplex dat verbonden is door smalle tuinen en ook een binnenplaats herbergt. De opvallende binnenplaats omvat overblijfselen van het oorspronkelijke 19de-eeuwse gebouw, dat toebehoorde aan zijn grootouders van moederskant. Als hij de journalist naar het kleine huisje leidt waar het interview zal plaatsvinden, laat hij trots rails zien die langs de smalle tuin lopen: ‘Deze rails droegen vroeger piano’s. Mijn grootouders hadden een werkplaats waar ze die maakten en herstelden’, legt hij uit.

Foto: Yetlaneci Alcaraz

Naast de enorme collectie boeken van zijn hand4 in een kamerbrede boekenkast, vallen een aantal stenen op (zie foto). Wallraff heeft die in de loop van zijn leven verzameld vanuit de meest afgelegen plaatsen ter wereld. Het zijn stenen van verschillende afmetingen, vormen en kleuren die lijken te zijn uitgehouwen om een esthetische vorm te verkrijgen. Hij maakt echter meteen duidelijk dat het natuurlijke vormen zijn en dat de stenen onaangetast zijn door de mens. Vandaar hun waarde.

Na een korte rondleiding door de hele collectie, begint het interview.

Je bent al ongeveer 55 jaar journalist. Wat is er veranderd in de manier waarop aan journalistiek wordt gedaan?

‘Ik kan alleen maar verwijzen naar de Duitse situatie. Ik begon te werken in een tijd waar hier (in West-Duitsland) het nationaalsocialisme nog wijdverbreid was in de samenleving en die moorddadige generatie het in vele gebieden nog voor het zeggen had. De staat bemoeide zich overigens hard met de journalistiek. Mocht ik toen naar een school voor journalistiek gegaan zijn, zou ik volgens die principes zijn opgeleid. Dat deed ik dus niet. Ik moet eigenlijk het leger bedanken voor mijn vermogen om over de werkelijkheid te schrijven.’

Eigen foto

Wallraff beschrijft in zijn gekende stijl zijn periode in het Duitse leger waar hij, ondanks zijn gewetensbezwaren, in 1963 zijn dienstplicht moest vervullen. Tien maanden lang werd hij onderworpen aan militaire methodes die er alles aan deden om zijn wil te breken. Zo weigerde hij bijvoorbeeld totaal om een geweer te dragen. Op dat moment begon hij een dagboek bij te houden dat hij later, aangemoedigd door de Duitse schrijver en Nobelprijswinnaar Heinrich Böll, eerst publiceerde in Twen, een jeugdblad uit die tijd, en vervolgens in een boek.

Maar het was niet alleen dat. Zijn persoonlijke leefomstandigheden, die ongunstig waren op vele momenten, duwden hem in de richting van de journalistiek. Zijn vader stierf toen hij 16 was en hij moest gaan werken om het gezin te onderhouden. Dat deed hij als krantenbezorger en als kassier in de supermarkt. Na zijn militaire dienst streek hij neer in de industrie. Daar publiceerde hij ook zijn eerste bericht in de vakbondskrant Metall, waarin hij de erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de Ford-assemblagefabriek aan de kaak stelde. Zijn vader had in diezelfde fabriek gewerkt. Die kreeg toen echter te kampen met gezondheidsproblemen door een gebrek aan beschermende maatregelen.

‘Dat was het begin. Beetje bij beetje begon men mijn werk in overweging te nemen. Op dat moment kwamen er ook anderen op de proppen die hetzelfde wilden doen als ik. Zo begon de Duitse journalistieke wereld zich open te stellen en werden onderwerpen die voorheen taboe waren, zoals die met betrekking tot de arbeidswereld, niet langer gemarginaliseerd.’

Een deel van je leven heb je gewijd aan het aan de kaak stellen van onrecht in de maatschappij. De onrechtvaardigheden van toen bestaan nu nog steeds. Zo is er nog steeds sprake van sociale ongelijkheid, arbeidsmisbruik, corruptie en racisme. Ben je op de een of andere manier teleurgesteld? Is het wel de moeite om dit journalistieke werk voor te zetten?

‘Wat het beroep zelf betreft, ben ik sceptisch. Anderzijds ben ik een berekende optimist. Dat komt er op neer dat ik me concentreer op kleine stappen en verwezenlijkingen die we kunnen bereiken. Dat merk je aan de huidige pandemie: ondanks alle problemen zie ik toenadering tussen de mensen en een ontwakend bewustzijn. Ik ben ervan overtuigd dat wij, als we willen overleven als mensheid, een nieuwe samenleving tot stand moeten brengen. Ik zie bovendien jongeren stappen zetten in die richting. Mijn dochters bijvoorbeeld zitten in de feministische beweging. Ik ben ervan overtuigd dat we een duidelijker besef krijgen van een sociaal en ecologisch rechtvaardigere wereld.’

‘Dat is natuurlijk erg optimistisch, maar we moeten wel degelijk die kant op. Zoals men vroeger zei: Je moet fluiten terwijl je in het donkere bos loopt. Pas dit op jezelf toe en geef het door aan anderen.’

Welke rol speelt journalistiek in dit scenario?

‘De journalistiek had en heeft nog steeds belangrijke taken te vervullen. Wereldwijd is er een enorme machtsconcentratie. Grote monopolies en consortia proberen steeds meer aan overheidscontrole te ontsnappen. Daarom is onderzoeksjournalistiek nodig. Het baart mij echter zorgen te moeten zien dat de serieuze media het steeds moeilijker krijgen door hun voortdurend oplageverlies.

Voordat we het hem kunnen vragen, gaat Wallraff in op het internet en zijn complexiteit.

Parodie ‘Killt’ met titel ‘Leugenblad-niet kopen’. Rechts roddelblad Bild verloor 1 miljoen lezers. Foto: Mramius/CC BY-SA 4:0

‘Aan de ene kant is het een opportuniteit. In het verleden werd van de consument gevraagd tegelijkertijd producent te zijn. Abstract gezien is dat het geval, kan iedereen (in het net) worden opgemerkt en gehoord’, maar er is het risico van de verwarring die het tegelijkertijd genereert.’

‘Ik ben altijd van mening geweest dat scholen een vak moeten voorzien dat ‘mediageletterdheid’ heet. Kinderen en jongeren moeten van jongs af aan worden voorgelicht, zodat ze weten wat (van alles op het internet) te vertrouwen is, hoeveel ervan slechts van horen zeggen is en hoe ze leugenachtige media kunnen herkennen. Helaas bestaat zoiets niet. Ik denk dat het internet een grote bron van verwarring is voor jonge mensen die juist die begeleiding nodig hebben.’

Nederlandse vertalingen van zijn boeken. Eigen foto

Wallraff is een verstokte krantenlezer die elke dag verschillende kranten doorneemt. Hij betreurt dat mensen geen ‘normale’ informatieve tv-programma’s meer bekijken. Mensen zijn meer en meer gericht op deze verwarring.’

Gebruik je sociale media?

‘Iemand doet dat voor mij.’

Tegenwoordig gebruiken jongeren ze voortdurend. Ze surfen op Twitter, Facebook, Instagram en ze voelen zich goed geïnformeerd…

‘Als ze die media gebruiken om zichzelf te informeren over relevante dingen, dan is dat prima. Maar het verkort het zicht. Ik lees elke morgen de kranten en wanneer ik ze doorblader, kom ik dingen tegen die niet per se op mijn smartphone verschijnen. Dat zorgt ervoor dat ik mijn visie verruim. Anderzijds, wie steeds naar eigenbelang zoekt, blijft bij zichzelf en vernauwt zijn visie. Het ergste is natuurlijk om op fora terecht te komen waar de overdaad aan informatie hoogtij viert die jezelf bevestigt in je mening.’

Inderdaad. Door de digitalisering van informatie en de ontwikkeling van sociale netwerken is er een te grote informatiestroom. Het lijkt erop dat niets verborgen kan blijven. Veel informatie is echter vals en oppervlakkig. Dat heb je al gezegd. Het internet is op zich is iets goeds, maar het kan ook het tegenovergestelde zijn. Hoe kunnen we de kwaliteit van de journalistiek beschermen?

‘De journalistiek heeft (met deze middelen) een taak gekregen die voorheen in deze vorm niet bestond. Ik heb het over klokkenluiders als (Julian) Assange, (Edward) Snowden, (Chelsea) Manning etc. Daarnaast zie ik eerder positieve mogelijkheden voor de journalistieke toekomst als ze journalisten in dat opzicht opleiden en trainen.’

‘Onrecht kan bovendien niet geheim worden gehouden. Zelfs in de meest afgelegen delen van de wereld zal het bekend worden via het internet en andere middelen. In Mexico bijvoorbeeld zijn er alternatieve radioprogramma’s die afgelegen landelijke gebieden van het land kunnen bereiken. Ik heb overigens groot respect voor de collega’s die daar werken en die ook via het internet werken.’

Günter Wallraff stelt ‘Ik (Ali)’ voor in Amsterdam (1985). Foto: Rob Croes/Public Domain

Volgens Wallraff is de economische crisis momenteel de echte bedreiging voor de journalistiek:

‘Veel mensen die voor dit beroep hebben gekozen, beseffen al snel dat kranten op sterven na dood zijn en dat daar geen mogelijkheid meer is om geld te verdienen. Ze worden dus perswoordvoerder of woordvoerder van grote bedrijven. We kunnen het hen zeker niet verwijten, maar we betreuren dat wel.’

Journalistiek vergt tijd en geld om grondig te worden gedaan. In Mexico en Latijns-Amerika heerst een permanente crisis die met de pandemie nog verergerd is. Veel journalisten verliezen hun baan, omdat er gewoon geen geld meer is om hen te betalen. Hoe kan men zich een positieve toekomst voorstellen als de realiteit dat niet is?

‘Veel jongeren komen naar me toe en stellen me dezelfde vraag, omdat de situatie hier ook moeilijk is. Ik zeg hen het volgende: ‘Kies een tweede beroep dat je een minimaal bestaan oplevert. Zo kun je een studie aanvatten of een beroep uitvoeren dat te maken heeft met journalistiek. Daarna kun je je specialiseren in een bepaalde taal en in een bepaald onderwerp om vervolgens te (gaan) onderzoeken wat je bezighoudt. Op die manier kun je mensen helpen die niet vertegenwoordigd zijn en die onrecht lijden’. Dat zeg ik altijd tegen jongeren die vol idealisme beginnen en dan mislukken bij een krant of in de media. Die nemen hen eerst kosteloos aan als vrijwilliger om ze daarna aan de deur te zetten.

Enkele jaren geleden heeft Wallraff een kleine stichting in het leven geroepen, waarmee hij telkens drie maanden financiële steun verleent aan jonge journalisten die een onderzoeksthema hebben gevonden en niet over de middelen beschikken om dat te financieren. Hij stelt voor om op grotere schaal stichtingen op te richten die de opkomst van media bevorderen. De openbare kranten in Zweden zijn daar een voorbeeld van.

‘Op plaatsen waar er in Zweden maar één krant is, ontstaat met overheidssteun een andere krant die voor de lezers een tweede alternatief vormt. Dit zijn het soort initiatieven waarover men moet nadenken.’

Zojuist noemde je de rol van de klokkenluider en de informant. Je hebt Julian Assange publiekelijk verdedigd. In een tekst die in september 2020 gepubliceerd werd, stel je dat de vervolging van Assange in feite een aanval is op de persvrijheid en dat de rechtszaken tegen hem een oorlogsverklaring zijn aan het adres van de onderzoeksjournalistiek. Welk effect zou zijn eventuele uitlevering aan de VS sorteren op de journalistiek?

‘Zijn uitlevering, levenslange gevangenisstraf of zelfs de dood zal een intimiderend effect hebben op ons allemaal. Alle journalisten en klokkenluiders die misdaden van de staat willen onderzoeken en aan de kaak stellen, zullen wel twee keer nadenken voor ze dat doen. Dat is fataal voor de democratie.’

Voor Wallraff is de zaak Assange een prioriteit, zoals alle zaken waarin volgens hem onrecht wordt gepleegd en waarin bovendien mensenrechten worden geschonden.

Foto: Yetlaneci Alcaraz

Op een van de tafels in zijn studeerkamer liggen boeken die gaan over de WikiLeaks-oprichter. Daarnaast liggen er verschillende tijdschriften en fotokopieën van artikelen van Wallraff waarin hij Assange verdedigt. Hij vindt het ongelooflijk dat in plaats van de daders van misdaden tegen de mensenrechten te vervolgen en te bestraffen, justitie nu haar woede richt op zij die dergelijke misdaden aan het licht brachten.

Wallraff uit zelfs kritiek op de grote wereldmedia, zoals Der Spiegel, Newsweek en The Guardian, die volgens hem hebben geprofiteerd van de onthullingen van WikiLeaks en vervolgens de oprichter de rug hebben toegekeerd.

‘Ik vind dat verkeerd, schadelijk en zelfs laf. En in plaats daarvan waardeer ik het dat elke journalist die afstand neemt van dit soort journalistiek, verantwoordelijkheid neemt en bewust wordt (van dit soort kwesties)’.

Een Britse rechtbank zal naar verwachting op 4 januari 2021 beslissen of Assange al dan niet wordt uitgeleverd aan de VS. Ik zou je willen vragen naar de grens tussen journalistiek en activisme. Deel je de opvatting dat het als journalist ook de moeite waard is om zich in te zetten voor maatschappelijke doelen?

‘Dat is iets wat je niet kunt eisen. Het is een individuele beslissing. In mijn geval zijn de twee niet gescheiden. Voor mij komen mensenrechteninitiatieven, verslaggeving en vaak ook activisme samen. Na het publiceren over een thema, probeer ik mensen te helpen om tot een goed einde te komen door uit de rol van journalist te treden. Op dit moment bestaat de helft van mijn werk, van mijn activiteit, uit het helpen van mensen, zonder zelf te publiceren.

‘Ik krijg veel telefoontjes voor hulp. Daarmee ga ik aan de slag. Ik ga daarmee naar de arbeidsrechtbank. Zo bereik ik dat een ontslagen vrouwelijke adviseur van bedrijf X steun krijgt van de overheid. Soms lukt het mij zelfs om ervoor te zorgen dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Ik contacteer ze en zeg: ‘Ik ben hier niet als journalist, maar ik wil gerechtigheid in deze zaak’. Ik ga dan door tot het einde.’

Maar dat heeft te maken met humanistische waarden. Als je echter aan journalistiek doet…

‘Ja, maar waar plaatsen we die term ‘activisme’? Voor mij is het alsof ik op het randje van beide begrippen loop. Iedereen neemt dat risico voor zichzelf, want dit is een persoonlijke beslissing.’

Vrees je niet dat activisme de journalistiek schaadt?

‘De journalistiek schaadt zichzelf wanneer ze afwegingen maakt met adverteerders en politieke compromissen sluit.’

Bijna twee uur lang praat Wallraff non-stop. Altijd kalm, glimlachend, geduldig en zonder zich te haasten om af te sluiten. Steeds leiden zijn ideeën tot het project van een betere wereld, met de middelen die hij ter beschikking heeft: journalistiek en zijn humanistisch gedachtengoed.

‘Ik ben een berekende optimist. We moeten handelen alsof alles mogelijk is. Pas dan is meer mogelijk dan we dachten. Zo zijn alle verbeteringen in de wereld begonnen.’

 

‘Hay que actuar como si todo fuera posible’ van Yetlaneci Alcazar verscheen in Underground – Periodismo Internacional en werd vertaald door Roebi Block. Voor overname van deze vertaling, vraag toestemming aan redaccion@undergroundperiodismo.com.

Introductievideo van Underground (1:52 – Spaans) (voetnoten onder deze video):

Notes:

1   In 1949 werd de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) opgericht door de geallieerde overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog, terwijl het door de Russische veroverde deel van Duitsland de Duitse Democratische Republiek (DDR) werd, in de volksmond West-Duitsland en Oost-Duitsland. In 1990 werd Duitsland terug één land. Angela Merkel was van 2005 tot 2021 de eerste bondskanselier (de eerste minister in het Duitse systeem) uit voormalig Oost-Duitsland (en tevens de langst zetelende sinds 1949).

2   Günther Wallraff. Ik (Ali). Van Gennep, Amsterdam, 1985, 224 pp. ISBN 90-6012-667-X (niet meer te verkrijgen), heruitgegeven door Ambo, Amsterdam, 2010, 363 pp. ISBN 978 9026 3226 31.

3   Günter Wallraff. Verslaggever van Bild. Van Gennep, Amsterdam, 1977, 185 pp. ISBN 90 6012 368 9 (niet meer te verkrijgen).

4   Daarvan werden er zeven in het Nederlands vertaald: Ongewenste reportages (1976), ‘t Gewone Kapitalisme (1977), Verslaggever van Bild (1977), Beeld van Bild (1980), Ik (Ali) (1985), Opening van zaken (1987), Heerlijke Nieuwe Wereld (2009).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!