Werkzaam in de ouderenzorg kan ik deze opinie alleen maar bijtreden. Er moet in de residentiële ouderenzorg meer aandacht komen voor de rol die de mantelzorger kan opnemen! De verhuis naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende gebeurtenis voor de oudere. Misschien wel één van de belangrijkste gebeurtenissen in een mensenleven. Zo getuigen heel wat rusthuisbewoners achteraf. Maar ook voor de mantelzorger is dit een zeer grote aanpassing.
Ouderen blijven de dag van vandaag zo lang mogelijk thuis wonen. Families bekommeren zich soms de klok rond om hun geliefde. Dit gebeurt vaak tot op het moment dat de mantelzorger de zorg voor zijn geliefde niet meer alleen aankan. Wanneer de nood aan extra ondersteuning hoog is, verhuist de oudere vaak naar een woonzorgcentrum.
Van de ene dag op de andere verandert de rol van de mantelzorger. De zorg voor de oudere wordt vaak volledig overgenomen door de professionele zorgverleners. Voor familieleden voelt dit vaak aan alsof alles hen uit handen wordt genomen. In het ergste geval voelen ze zich zelfs buitengesloten.
Zoals de zoon die jarenlang iedere middag zij moeder ging helpen bij het middagmaal. Hij voelt zich sinds de verhuis van zijn moeder naar het woonzorgcentrum verloren, iedere middag weer. Hij vraagt zich af waarom hij haar niet mag gaan helpen bij de maaltijd. Het personeel van het woonzorgcentrum heeft hem dit niet gevraagd, omdat ze hem niet wilden belasten …
Mantelzorgers moeten op zoek naar een nieuwe invulling van hun taak binnen de zorg voor hun geliefde. Worden ze gewoon een bezoeker die af en toe eens langskomt of worden ze mee in de zorg betrokken?
Alles hangt natuurlijk van de wens van de mantelzorger zelf af. In welke mate wil hij betrokken worden bij de zorg? Dit moet steeds het uitganspunt zijn bij de start van de relatie tussen de residentie en de mantelzorger bij een verhuis. Studies leren ons dat de meeste familieleden ervoor kiezen om betrokken partij te zijn in de zorg en inspraak te hebben bij beslissingen.
Een verhuis naar een woonzorgcentrum zou niet het einde van mantelzorg mogen zijn. De mantelzorg moet indien gewenst kunnen blijven doorgaan, maar nu met een betere omkadering en ondersteuning binnen de muren van de zorgvoorziening.
Een goede samenwerking tussen familie, bewoner en het woonzorgcentrum kunnen voor alle partijen een win-winsituatie zijn. Een goede verstandhouding en samenwerking zorgen ervoor dat het welbevinden van de bewoner vergroot. De expertise van de mantelzorger kan worden aangewend om de kwaliteit van leven van de oudere te vergroten. Familieleden kennen immers als geen ander de wensen en behoeften van de bewoners.
Heel wat misverstanden, problemen of klachten ontstaan vanuit het gevoel bij de familie niet gehoord te worden. Wanneer ze het gevoel hebben niet als evenwaardige partner gezien te worden ontaardt dit ongenoegen soms en ontpopt de familie zich soms tot “lastige familie”.
Een duidelijk aanspreekpunt voor de familie, iemand bij wie ze terecht kunnen met vragen, problemen en klachten zou een oplossing kunnen zijn. Een brugfiguur tussen familie, bewoner en woonzorgcentrum die ervoor zorgt dat de mantelzorger en bewoner zich gewaardeerd voelt, om zo samen met het woonzorgcentrum echte partners in de zorg te worden. Een bemiddelaar, specifiek opgeleid in deze materie kan veel extra levenskwaliteit opleveren. Waar wachten we nog op?
Nele Laureys is student banaba Ouderencoaching Thomas More Geel, begeleider wonen en leven.