Ouderen, vluchtelingen, vrouwen en etnische minderheden worden door al bestaande ongelijkheden het hardst geraakt door de coronapandemie. Zorgpersoneel, personeel in de informele sector en arbeidsmigranten stonden vaak in de frontlijn van de pandemie, maar werden in de steek gelaten door verwaarloosde gezondheidszorgsystemen en gebrek aan steunmaatregelen. Bovendien misbruiken regeringsleiders de pandemie voor een nieuwe aanval op mensenrechten en legt de crisis bloot hoe nationale belangen primeren boven internationale samenwerking.
“We hebben veel reacties van regeringsleiders op de coronapandemie gezien die mensenrechten schaden”, zegt de nieuwe secretaris-generaal van Amnesty International Agnès Callamard. “Dat varieert van ontoereikende beschermingsmaatregelen tot het verspreiden van regelrechte leugens en misleiding. Sommigen proberen verstrekkende noodmaatregelen ter bestrijding van covid-19 te normaliseren, terwijl een groep kwaadwillige machthebbers nog een stap verder gaat: in plaats van mensen te beschermen, grijpen zij de gelegenheid aan om hun machtspositie te versterken ten koste van de rechten en vrijheden van burgers.”
“Van bij de start van de pandemie was duidelijk dat de coronacrisis ook een mensenrechtencrisis is en dat mensenrechten het kompas moeten zijn om door de crisis te geraken én om de post-covid toekomst vorm te geven”, zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International Vlaanderen.
Rechten en vrijheden buitensporig beknot in pandemie
Tal van regeringen voerden wetten in die kritiek op de aanpak van de pandemie criminaliseren. Zo heeft de regering van premier Viktor Orbán in Hongarije een gevangenisstraf van vijf jaar ingevoerd voor het ‘verspreiden van valse informatie’ over corona.
In de Golfstaten Bahrein, Koeweit, Oman, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten gebruikten de autoriteiten corona als een voorwendsel om de vrijheid van meningsuiting verder te onderdrukken. Mensen die via sociale media commentaar hadden op de aanpak van corona werden vervolgd wegens het verspreiden van ‘nepnieuws.’
In China verdwenen artsen en bloggers die in een vroeg stadium alarm sloegen over de corona-uitbraak of ze werden gevangengezet. Cruciale informatie werd zo te laat met de rest van de wereld gedeeld.
In de Filipijnen gaf president Duterte de politie opdracht mensen die protesteerden of ‘voor problemen zorgden’ tijdens quarantaines dood te schieten. Buitensporig politiegeweld leidde in Nigeria tot het doden van burgers die de straat opgingen om de regering ter verantwoording te roepen. Onder het beleid van president Bolsonaro in Brazilië escaleerde het politiegeweld tijdens de coronapandemie. Zo werden in het land minstens 3.181 mensen gedood door de politie in de eerste zes maanden van 2020. Dat is een gemiddelde van 17 doden per dag.
Terwijl de internationale media zich volop richtten op de pandemie gebruikten sommige landen de crisis om burgerrechten nog verder te beknotten. Zo voerde Rusland in december 2020 een reeks wetten in die leidde tot nieuwe, vergaande inperkingen van de rechten op vrijheid van vergadering, vereniging, meningsuiting en van de toegang tot online informatie. Deze restricties dreigen het maatschappelijk middenveld steeds verder te verlammen.
In China legitimeerde president Xi Jinping politiek gemotiveerde onderdrukking in Hong Kong met een nieuwe, verstrekkende nationale veiligheidswet. Ook volhardde hij in de meedogenloze vervolging van Oeigoeren in Xinjiang.
In India werden onafhankelijke mensenrechten- en ontwikkelingsorganisaties zodanig gedwarsboomd dat ze het werk moesten stopzetten. Amnesty International India moest het werk in september 2020 neerleggen nadat de autoriteiten de banktegoeden van de organisatie zonder gegronde reden en onaangekondigd bevroren. Mensenrechtenverdedigers werden willekeurig gearresteerd en vaak zonder aanklacht of rechtszaak opgesloten.
“Internationale instellingen zoals het Internationale Strafhof en mensenrechtenmechanismen van de VN bestaan om staten en individuele daders ter verantwoording te kunnen roepen. Helaas laat het voorbije jaar zien dat die instellingen in een politieke impasse zijn geraakt doordat leiders proberen gemeenschappelijke reacties op mensenrechtenschendingen te ondermijnen”, aldus Agnès Callamard.
Pandemie legt ongenadig bestaande ongelijkheid bloot
Door de ongelijkheid die zich binnen en tussen staten heeft opgebouwd in de voorbije decennia, werden etnische minderheden, vluchtelingen, oudere mensen, en vrouwen buiten proportie getroffen door de pandemie.
Corona heeft de toch al precaire situatie van vluchtelingen, asielzoekers en migranten in veel landen verslechterd. Velen zitten vast in erbarmelijke omstandigheden, zonder levensnoodzakelijke hulp in kampen of aan de grenzen. Zo sloot Oeganda, dat met 1,4 miljoen vluchtelingen de meeste ontheemden in Afrika opvangt, aan het begin van de pandemie de grenzen. Zo’n 10.000 mensen strandden daardoor aan de grens met de Democratische Republiek Congo (DRC).
Amnesty’s jaarrapport toont ook een toename van gendergerelateerd en huiselijk geweld. Door de vrijheidsbeperkingen voor het indijken van de pandemie, hebben met name vrouwen en LGBTI mensen moeilijker toegang tot bescherming en steun, is er een gebrek aan vertrouwelijke rapporteringsmechanismen en zijn veel diensten terug geschroefd of opgeschort.
De mensen in de frontlinie van de pandemie, onder wie zorgpersoneel en werknemers in de informele sector, werden geconfronteerd met structureel verwaarloosde gezondheidszorgsystemen en gebrek aan steunmaatregelen. In Bangladesh bleven veel arbeiders in de informele economie achter zonder inkomen of sociale bescherming door lockdowns en andere beperkende maatregelen. In Nicaragua werden 16 gezondheidswerkers ontslagen nadat ze zorgen hadden geuit over gebrek aan PPE-maskers.
“We plukken de bittere vruchten van jarenlange verwaarlozing door regeringsleiders. Onder druk van de pandemie is de gezondheidszorg voor een ultieme test geplaatst en zijn mensen in een financiële vrije val terechtgekomen”, zegt Agnès Callamard. “De helden van het voorbije jaar waren de mensen in de gezondheidszorg die levens probeerden te redden en degenen die onderaan de loonladder essentiële diensten gaande hielden. Wreed genoeg werden de mensen die het meeste gaven in deze crisis, zelf het minst beschermd.”
Gebrek aan internationale solidariteit
Wereldleiders richten in deze coronacrisis ook grote schade aan door internationale samenwerking te blokkeren of te ondermijnen.
Zo kochten rijke landen, zoals de VS onder voormalig president Trump, het grootste deel van het vaccinaanbod op en slaagden er niet in om farmaceutische bedrijven ertoe aan te zetten hun kennis en technologie te delen zodat het wereldwijde aanbod van corona-vaccins sneller kon worden uitgebreid.
Om de impact van de crisis te temperen, schort de G20 dan wel schuldbetalingen van de armste landen op, maar eist wel dat het geld later met rente wordt terugbetaald.
“De pandemie heeft pijnlijk blootgelegd hoe slecht regeringsleiders samenwerken in tijden van wereldwijde nood”, aldus Agnès Callamard. “De enige uitweg uit deze puinhoop is via internationale samenwerking. Staten moeten ervoor zorgen dat vaccins snel, gratis en overal beschikbaar zijn. Farmaceutische bedrijven moeten hun kennis en technologie delen, zodat iedereen beschermd wordt. G20-leden en internationale financiële instellingen moeten schuldverlichting bieden aan de armste 77 landen zodat die de pandemie en de gevolgen ervan kunnen aanpakken.”
Burgers staan op tegen onderdrukking en ongelijkheid
Beleid van machthebbers die mensenrechten verder ondermijnen, zette mensen op vele plekken in de wereld ertoe aan op te staan tegen structurele problemen, discriminatie en onderdrukking. Denk aan de Black Lives Matter-beweging in de VS en de #EndSARS protesten tegen politiegeweld in Nigeria.
“Leiderschap kwam het voorbije jaar niet van de machthebbers, maar van de ontelbare burgers die wereldwijd de straat opgingen om verandering te eisen. Mensen demonstreerden in Polen, Hong Kong, Belarus, Irak, Chili en vele andere landen, vaak met gevaar voor eigen leven”, zegt Agnès Callamard. “We staan op een kruispunt. We moeten lessen trekken uit deze pandemie en beter samenwerken. Laten we de wereld na corona beter inrichten dan hij was: op basis van gelijkheid, mensenrechten en menselijke waardigheid.”
Ook in België zet coronacrisis mensenrechten onder druk
Covid-19 trof België het voorbije jaar bijzonder zwaar en de impact op mensenrechten in ons land was aanzienlijk. “Van bij de start van de pandemie was duidelijk dat de coronacrisis ook in ons land een mensenrechtencrisis is en dat mensenrechten het kompas moeten zijn om door de crisis te geraken,” zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International Vlaanderen.
België schoot bij het begin van de pandemie te kort bij het garanderen van onder meer het recht op leven en gezondheid. “Mensen die voordien in een maatschappelijk, juridisch, medisch of fysiek kwetsbare positie zaten, kregen ook nu de zwaarste klappen”, zegt Wies De Graeve. “Denk aan de woonzorgcentra waar bewoners én personeel aanvankelijk aan hun lot overgelaten werden. Maar denk ook aan de impact op gedetineerden in de overvolle en verouderde gevangenissen. Of aan asielzoekers die door een tijdelijke sluiting van het aanmeldingsloket naar de rechter moesten om opvang af te dwingen.”
Ook bij het inperken van rechten en vrijheden om de crisis te lijf te gaan, liet België steken vallen. “Grondwetsspecialisten waren het snel eens dat ministeriële besluiten geen geschikte wettelijke basis zijn voor de zeer verregaande vrijheidsbeperkingen die worden doorgevoerd”, zegt Wies De Graeve. “Het is goed dat nu gewerkt wordt aan een wet maar die had er eigenlijk al lang moeten zijn. De regering heeft ook nog flink wat schaafwerk aan het voorontwerp om onze rechten optimaal te garanderen.” Daarnaast uitte Amnesty vorige zomer ook al zijn bezorgdheid over uitwassen bij de handhaving van de maatregelen door de politie, zoals disproportioneel geweld en etnisch profileren. “De politie staat in deze pandemie mee in de frontlinie en verdient, net zoals het zorgpersoneel, al ons respect voor hun moeilijke taak.” zegt De Graeve, “maar die erkenning mag ons niet blind maken voor problematisch optreden van de ordediensten.”
Ondanks de ongeziene crisis bracht het voorbije jaar ook positief nieuws voor de mensenrechten in België, zoals het opvoeren van de strijd tegen seksueel geweld en de oprichting van een federaal Mensenrechteninstituut. Maar bovenal is de coronacrisis een wake-up call voor het belang van mensenrechten, ook in België. “Veel Belgen hebben het afgelopen jaar mensenrechten terug leren kennen als cruciaal en centraal voor elke burger. Na vorig jaar mag niemand nog twijfelen aan hoezeer we onze mensenrechten nodig hebben én hoezeer het in ieders belang is ze te beschermen en te vrijwaren”, besluit Wies De Graeve.