Foto: Hans-Petter Fjeld, Wikimedia Commons / CC BY-SA 3.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Opinie - Zindzi Tillot

Volgt de zalm dan toch gewoon de stroom? Een steunbetuiging aan Sabrine Ingabire

dinsdag 11 augustus 2020 16:48
Spread the love

 

Het is ondertussen al even geleden dat De Morgen hun interview met Sabrine Ingabire publiceerde. Voor een krant die beweert inclusie hoog in het vaandel te dragen, maakte De Morgen wel erg gretig gebruik van schadelijke stereotypering. Koppen die naar the angry black woman refereren voor een paar clicks vallen mijns inziens niet bepaald te verenigen met het ‘tegen de stroom in gaan’ waar de krant zo graag mee te koop loopt.

Ik schrijf “maakte gebruik van schadelijke stereotypering”, maar dat is eigenlijk veel te mild gezegd. De Morgen maakte misbruik van één van hun (ex-)medewerkers en de collectieve burn-out van de zwarte gemeenschap. Ongeveer twee weken later ben ik er nog steeds niet goed van.

Je kan stellen dat dit een onhandige blunder van de redacteurs van De Morgen was, maar daar blijft het niet bij. De quotes die het artikel grotesk versierden werden totaal uit hun context gerukt. Dat zorgt er hoe dan ook voor dat een lezer met een bepaalde vooringenomenheid aan een stuk begint. Voor dit soort tactische clickbait was het stuk te complex, daar komt bij dat dit thema veel te gevoelig ligt.

Voor de zwarte gemeenschap is niet enkel de zoveelste klap uitgedeeld, voor ons heeft dit wel degelijk gevolgen. Voor ons is dit het zoveelste voorbeeld van wat er gebeurt als we onze mond opentrekken en niet alles wat eruit komt versieren met omfloersend taalgebruik en engelengeduld: we worden verraden, verduiveld en bedreigd. En dat terwijl mensen die effectief gewelddadige en veel extremere taal spreken in Vlaanderen in het parlement geraken. 

Als De Morgen en hun journalisten écht vinden dat zwarte vrouwen een stem verdienen, hoop ik dat jullie uit een interview met urenlang materiaal, nooit, maar dan ook nooit meer zinnen als “ik date geen witte mannen” en “witte mannen zijn vermoeiend, hoor” als koppen selecteren. Bart Eeckhout schreef op Twitter dat hij zijn fout inzag en eruit wilde leren, maar een zelfreflexief stuk heb ik niet zien verschijnen. 

Was, van alle punten die Ingabire aanhaalde, “ik date geen witte mannen”, het relevantst? Absoluut niet, zou ik zeggen, maar daar leken de redacteurs van De Morgen anders over te denken. Dit getuigt van ego- en eurocentrisme, maar bovenal van een teleurstellende, schadelijke vorm van misogynoir en een onbegrip voor het belang van open omkadering wanneer men problematieken rond ras behandelt. 

Veel mensen die deel uitmaken van een minderheid hebben hoe dan ook al het gevoel dat ze de verantwoordelijkheid dragen deze goed te representeren en de reputatie van die gemeenschap niet te beschadigen. Eigenlijk is dat onze verantwoordelijkheid niet, maar de berichtgeving rond en reactie op wat er gebeurd is in Blankenbergen bewijst nog maar eens dat één zo’n incident meteen een smet op die reputatie vormt.

De manier waarop de redactie Ingabire framede, is de exácte reden waarom veel zwarte mensen zich niet veilig voelen om hun ongezouten mening te uiten. Alles moet gekaderd worden in witheid, dus scherpe meningen ga je uit de weg. Je moet als minderheid lief en beleefd lachen, ongeacht wat er tegen en over je gezegd wordt, hoe moe je ook bent. Harde taal gebruiken is al helemaal uit den boze, daar word je voor gedemoniseerd. De Morgen toont hiermee eveneens aan welke stemmen ze écht platform willen geven en hoe hun framing vooral bepaalde belangen (lees: clicks) dient.  

Volgt de zalm tegenwoordig dan toch gewoon de stroom?

Bepaalde dingen die Ingabire in het artikel zegt, zijn radicaal, dat kan ik volgen. Ik verwacht dan ook niet dat mensen het daar zomaar mee eens zijn. We mogen daarover in dialoog gaan, mijns inziens doen we daar zelfs erg goed aan. Maar ik wil oproepen om de haatcampagne tegen Ingabire stop te zetten – en aan die oproep zou De Morgen beter ook bijdragen, niet enkel de hoofdredacteur, de volledige krant. Een jonge vrouw doet een interview en wordt met de dood bedreigd. Het stelt me diep teleur dat zoiets dezer tijden zomaar kan en zelfs ‘normaal’ lijkt. Ook ik kan boos worden om de uitspraken van bepaalde figuren in ons medialandschap, toch heb ik nooit de nood gevoeld iemand te bedreigen. Vurige discussies mogen bestaan, we mogen het met elkaar oneens zijn, maar laten we daar niet meteen een oorlogsverklaring van maken. 

Overigens maak ik me ernstig zorgen als we op het punt zijn gekomen waar we het interview van Ingabire gelijkstellen aan de gewelddadige haatzaaierij van extreemrechts. Dat is gevaarlijk en gewoonweg niet correct. Niet correct omdat zij de macht noch het platform van parlementsleden bezit, niet correct omdat zij met haar ene interview onmogelijk aan de stemmingsmakerij kan doen van bepaalde politici, niet correct omdat Ingabire nergens heeft opgeroepen tot geweld of segregatie. Ze zei slechts dat ze geen witte mannen wilde daten omdat ze liever een partner heeft die de pijnlijke realiteit van dagelijks racisme kan begrijpen zonder dat ze die telkens moet uitleggen.

De dubbele standaard waaraan Ingabire gehouden wordt is ongelooflijk. Het is bovendien demotiverend om te zien hoe mensen die onze belangen proberen te representeren door onbedachtzaamheden van de media aan de schandpaal genageld worden en zodoende doodsbedreigingen naar hun hoofd geslingerd krijgen. Verder is dit nog maar eens verse olie in de motor van extreemrechts, maar laat mij duidelijk zijn, dat heeft veel minder te maken met de inhoud van het interview dan met de kadering ervan. Misschien reageert men ditmaal meer verontwaardigd omdat we de ranzige retoriek van extreemrechts – die nog steeds wekelijks in de media verschijnt – intussen gewend zijn. 

Ik ben er vrij zeker van dat een groot aandeel daarvan eruit bestaat dat men het dan weer niet gewend is dat een zwarte vrouw haar mening uit zonder er doekjes om te winden. Desondanks blijft men verwachten dat we onze stem laten horen en onze handen uitreiken.

De conclusie van de Ingabire-affaire blijkt te zijn dat zwarte mensen beter doodgezwegen worden dan dat ze hun oprechte frustraties uiten. Met als tragikomische kers op de taart dat de redacteurs nadat Ingabire in het interview zelf nog zegt “gebruik dat nu niet als grote kop boven jullie artikel hè”, besluiten om een nog sensationelere kop te plaatsen.

Dat terwijl er over witte extreemrechtse mensen gezegd wordt dat ze de ‘onderbuik van het volk’ representeren. Naar hen luisteren moeten we wel, anders worden ze nóg radicaler. Maar als dat is hoe men er tegenover staat, is het méér dan hypocriet te trachten Ingabire de mond te snoeren. Ik verwacht dan eigenlijk dat zij nu en dan eens in de Afspraak of op Terzake verschijnt om haar mening te komen verkondigen. 

Als ik al een negatieve ondertoon moet lezen in Ingabire’s woorden, is dat er geen van haat, maar een van – voor mij erg herkenbare – uitputting, gekwetstheid en verslagenheid. Ook ik voel mij elke dag uitgeputter, gekwetster en verslagener als ik zie welke tour het politiek discours over minderheden op gaat. Dit zou een positief, verbindend discours moeten zijn. En zulke fragiele thema’s kan je niet met sensatie omkaderen. 

Ik hoop dat jullie als krant iets uit dit fiasco leren, De Morgen is immers een verdomd goede journalist kwijt. Bij het kaderen van de issues van minderheden dient men niet enkel na te denken over het artikel in kwestie, maar ook de gevoeligheid van het thema en de gevolgen voor de spreker en diens gemeenschap. Het is niet eerlijk dat wij als minderheden de verantwoordelijkheid voor volledige gemeenschappen moeten dragen, maar dat is onze realiteit nu eenmaal. Als De Morgen – en dit geldt evengoed voor andere kranten – artikels over onze gemeenschappen wil schrijven zullen ook zij met die verdomd oneerlijke realiteit moeten leren leven.

Ik spreek jullie daarom direct aan: jullie zullen net zoals wij moeten leren reageren op situaties die zo’n oneerlijke realiteit tot stand brengen. Achteraf een tweetje plaatsen en de situatie verder stilzwijgen is niet genoeg. Jullie beschadigden een conversatie die al zo moeilijk te voeren is, wees dan ook deel van het heropstarten daarvan. Help ons verbinden en geef ons een stem. En doe dat de volgende keer met dezelfde waakzaamheid die velen van ons al van kinds af aan al aangeleerd kregen.

 

Foto: Hans-Petter Fjeld, Wikimedia Commons / CC BY-SA 3.0 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!