Bron: Pixabay
Opinie - Basil Claeys en Martha Claeys

Laat veganisme maar hip zijn

zaterdag 18 mei 2019 01:04
Spread the love

In De Standaard van 16 mei schrijft Mia Doornaert dat veganisme big business is, maar dat veganisten zich eigenlijk schuldig maken aan elitair gedoe dat de wereld meer schaadt dan helpt. Op 17 mei verscheen er in dezelfde krant al een reactie van Tobias Leenaert dat enkele van Doornaerts misverstanden en drogredenen de wereld uit helpt. Wij voegen graag nog iets toe.

Doornaert beschrijft het veganisme in haar stuk als een modeverschijnsel, een hype, eerder dan een duurzame levenskeuze. Wij zijn blij dat veganisme hip is. Wij zijn verheugd dat de markt inspeelt op een groeiende trend. Idealiter is iedereen begaan met dierenrechten, maar als havermelk hip en lekker wordt, gaan we alvast de goede richting uit.

Vegans weten doorgaans wel dat ze hun schuld niet kunnen ‘afkopen’ door te investeren in een paar cruelty free faux-leren schoenen, of door even te kijken of hun cosmetica op dieren getest is. Het volstaat inderdaad niet om te denken: nu ik wattenstaafjes van bamboe heb gekocht kan ik verder gewoon onbeperkt met het vliegtuig reizen. Maar uit imperfectie volgt bij veganisten geen pessimisme.

Op de dag dat Doornaert haar column publiceert, schrijft Clarice Gargard in de Nederlandse krant NRC dat het Afrikaanse continent slechts vier procent van de wereldwijde uitstoot produceert. Toch zullen de Afrikanen de komende eeuw wellicht het hardst getroffen worden door de klimaatverandering. Cycloon Idai is daar een voorbode van. Wij – Belgische, Nederlandstalige opinieschrijvers – wonen in een deel van de wereld dat enerzijds veel op haar kerfstok heeft wat duurzaamheid betreft, en anderzijds ook de rijkdom en mogelijkheden heeft om dat iets of wat te compenseren (al blijft het een druppel op een hete plaat). Niet enkel voor de dieren, maar ook voor de slachtoffers van de klimaatverandering doen de meeste veganisten wat ze doen.

Dat idee staat haaks op de levenswijze van veganisten die, zoals Doornaert ze beschrijft, zich het recht toe-eigenen om naar “vegan resorts op paradijselijke eilanden” te vliegen en daar nieuwe soorten diervrije verf te gaan ontdekken. Het is net dat soort expansief consumeren dat de meeste veganisten veroordelen. We zijn het er dus over eens dat de eilandveganisten, samen met de ‘yogasnuivers’, niet het goede voorbeeld zijn, als ze al bestaan buiten de verbeelding van Vlaamse opiniemakers.

“Goede veganisten” proberen iets aan hun vlieggedrag te veranderen, net zoals ze ook het eten van vlees bekritiseren. Daar heb je het weer, zul je zeggen: dat “moreel superieur gedrag”. Maar het veganisme is geen sekte. We zitten met een prangend globaal probleem, en met het schrappen van dierlijke producten plukken we alvast het laaghangend fruit. Dat is niet de enige manier om oplossingen te vinden voor onze problemen, maar het is een zeer goed begin. Mensen zoeken actief naar een duurzamere levensstijl, binnen de grenzen van onze consumptiemaatschappij. Die zoektocht is niet voorbij wanneer je de orthodoxie van de veganistische ‘leer’ volgt.

Het is een kwestie van nadenken over wat voor mens én dier goed is. Een Aarde die vier graden opwarmt is noch voor dieren, noch voor Europeanen, noch voor Sub-Sahara-Afrikanen, noch voor Inuits goed nieuws. Maar Doornaert zegt het zelf: Inuits hebben niet de optie om alternatieven te verbouwen op ijsgrond. En ought implies can, zeggen we in de filosofie. Wat niet tot de mogelijkheden behoort kan je ook niet moeten doen. Maar bij ons behoren alternatieven wel tot de mogelijkheden. Het is aan ons om te doen wat we kunnen. Dat zijn we het menselijk intellect, de cultuur en de wetenschap verschuldigd.

Basil Claeys (21) is student geschiedenis en filosofie aan de UAntwerpen en Universität Wien en Martha Claeys (24) is doctoranda en filosofe aan de UAntwerpen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!