Tijdens een controle bij de adviserend geneesheer van het ziekenfonds liet ik duidelijk merken dat ik als 27-jarige niet klaar was voor de invaliditeit, maar dat het als pijnpatiënt heel moeilijk solliciteren is.
Je chronische, ongeneeslijke, maar veelal onzichtbare aandoening verzwijgen, of transparant zijn en keihard tegen een muur van onbegrip aanlopen. Het leken lange tijd de enige opties te zijn, tot ik te horen kreeg dat je vanaf 66 procent invaliditeit ook mag gaan ondernemen in bijberoep, mits groen licht van de ziekenkas. En dat kreeg ik. Deels. Tot nader order mag ik maximaal twintig uur per week aan de slag. Misschien niet slecht, zo’n rustige start.
Averechts
Begin mei gaf ik leven aan mijn eenvrouwszaak Averechts, een schrijfbedrijf met een hoekje af. Het mooie aan schrijven is dat het overal kan. Gebonden aan je zetel of lekker sociaal in een coworking space: een stopcontact, wifi en werklust is all you need. Laat dat laatste nu net iets zijn wat ik in overvloed heb, hoe hard mijn eigen lichaam me dat ook probeert af te leren.
Medicijn
Sinds mijn diagnose (spondylartropathie in combinatie met fibromyalgie – Google, uw vriend) anderhalf jaar geleden, onderging ik al acht verschillende behandelingen. Allemaal tevergeefs. Ik beleefde telkens meer bijwerkingen dan beterschap.
Nu ik ruim anderhalve maand volledig medicatievrij ben, besef ik dat me engageren veel meer soelaas brengt dan de vele pilletjes en injecties.
Niet dat de pijn verdwijnt, maar mijn tolerantie ervoor lijkt samen met mijn onderneming te groeien. Ondanks het permanente slaaptekort, bruis ik nu toch weer van positieve energie.