Tsipras-Junker
Analyse -

Tsipras terug eerste minister, maar de echte regering zit in Brussel

De overwinning van Tsipras bij de Griekse verkiezingen is veel groter dan de peilingen hadden voorspeld. Toch zijn er weinig redenen om victorie te kraaien. Eerste minister Alexis Tsipras hoopt op schuldverlichtingen eind 2015 als hij tegen dan het akkoord met de Eurogroep stipt uitvoert. Of dat laatste lukt is zeer onzeker.

dinsdag 22 september 2015 08:42
Spread the love

De peilingen beloofden een nek-aan-nekrace te worden, maar gaven meestal een lichte voorsprong aan Syriza. De conservatieve Nieuwe Democratie haalde met 28,09 procent weliswaar ook meer dan de peilingen hadden voorspeld. De partij moest echter het onderspit delven met 7,38 procent verschil tegen de 35,47 procent die Syriza behaalde.

Coalitiepartner overleeft onverwacht

Bovendien won de coalitiepartner van Syriza in de ontslagnemende regering, de extreem-rechtse partij ANEL (Onafhankelijke Grieken) nipt de kiesdrempel van 3 procent met 3,69 procent. De partij ging daarmee nog 1,11 procent achteruit tegenover zijn resultaat bij de vorige verkiezingen, amper negen maand geleden in januari 2015, maar blijft dus wel in het parlement zetelen. Een verderzetting van de coalitie wordt echter zeer krap.

Syriza behaalde 95 zetels, die worden vermeerderd met 50 dankzij de bonus van het Griekse verkiezingssysteem voor de grootste partij. Daarmee weet Tsipras voor de tweede maal op rij dit systeem in zijn voordeel te gebruiken. De twee traditionele machtspartijen hadden zich dankzij deze bonus afwisselend van de macht verzekerd sinds 1976… tot januari 2015.

Een van die beide traditionele partijen weet zich te handhaven, Nieuwe Democratie blijft de tweede partij na Syriza met 27,8 procent van de uitgebrachte stemmen. De andere traditionele machtspartij, de sociaal-democratische PASOK zakte in januari 2015 weg tot de status van een kleine partij met 5,2 procent van de stemmen in januari 2015, maar weet zich nu te bevestigen met 6,3 procent van de stemmen.

Zonder dissidenten

Tsipras heeft nu een parlementaire fractie zonder linkse dissidenten. Die hadden de partij Laïki Enótita (Volksunie) gevormd, rond 27 van de 40 parlementsleden die tegen het schuldmemorandum van de Eurogroep hadden gestemd. Met 2,86 procent bleven ze onder de kiesdrempel die nodig is om verkozenen in het parlement te hebben.

De extreem-rechtse partij Laïkos Syndesmos (Gouden Dageraad) blijft de derde grootste partij, zij het op respectabele afstand met 7 procent van de stemmen, een lichte stijging met 0,7 procent tegenover januari 2015. De nieuwe partij To Potami (De Stroom) kwam in januari 2015 op als zogenaamd nieuw rechts alternatief voor Syriza, haalde toen 6,1 procent. Nu zakken ze weg tot 4,1 procent.

De enige krachtige oppositie tegen de nieuwe regering van Tsipras zou in theorie kunnen komen van de tweede grootste partij Nieuwe Democratie. Die is echter met handen en voeten gebonden aan het politieke verleden en aan de Griekse economische oligarchie. De media van die oligarchie hebben bij de Grieken al alle geloofwaardigheid verloren sinds de verkiezingen van januari 2015. Ookal hebben ze weer volop Nieuwe democratie (en To Potami) gesteund, het mocht ook nu weer niet baten.

Tsipras zal met andere woorden niet veel binnenlandse politieke tegenstand moeten verwachten. Hij zal eerder alle handen vol hebben met het strak samenhouden van zijn regeringscoalitie met ANEL. Met 155 op 300 zetels is de afwezigheid of dissidentie van 6 parlementsleden al voldoende voor een regeringscrisis.

Democratisch deficit

Het democratische deficit van deze verkiezingen is daarentegen problematisch. Griekenland heeft in theorie stemplicht1 (zoals in België) maar desondanks verkozen 43,40 procent, ongeveer 4 miljoen Grieken, thuis te blijven. Dat is het laagste participatiecijfer sinds het herstel van de democratie in 1976. In januari 2015 brachten nog 63,60 procent van de Griekse burgers hun stem uit.

Het succes van Tsipras is dus relatief. Zijn partij vertegenwoordigt 20,08 procent van de Griekse stemgerechtigde bevolking. Die grote politieke apathie – in feite zijn de Grieken die niet gingen stemmen de grootste ‘partij’ – zal hem nog parten spelen in de komende maanden. Het zijn immers vooral deze mensen die de mokerslagen van de sociale inleveringen voelen en geen enkele loyaliteit voelen tegenover deze of gene politicus.

Werd Tsipras in januari 2015 nog verkozen als de man van de belofte, negen maand later haalde hij het als de minst gewantrouwde politicus van allen. Zijn partij behaalde ongeveer 320.000 stemmen minder dan in januari. Dat vertaalt zich in een verlies van slechts vier zetels dankzij de grote hoeveelheid kiezers die niet deelnamen en dus ook niet doorwegen op de verdeling van de zetels.

De Eurogroep regeert

De politieke speelruimte van Tsipras is zeer gering. Hij heeft het voordeel dat hij met zijn imago van onkreukbaar politicus – een aanzienlijk prestigevoordeel in de Griekse politiek – hard kan inzetten op bestrijding van corruptie en fiscale fraude. Zijn kiezers hopen dat hij die middelen zal gebruiken om de sociale miserie wat te temperen. De bestemming van eender welke fiscale meerinkomsten moet echter het voorafgaand fiat krijgen van de bureaucraten van de Eurogroep. Het verleden heeft voldoende aangetoond dat enige sociale reflex bij deze eurocraten onbestaande is.

Tsipras hoopt op een schuldverlichting2 op het einde van 2015. Hij heeft daarvoor zelfs het IMF mee, die daar openlijk voor pleit. Of dat zal lukken is maar de vraag. Er zijn al geruchten gelanceerd vanuit de Eurogroep dat daarover kan gepraat worden, maar die zijn zeer vaag. Elke toegeving op dat vlak hangt immers volledig af van diezelfde eurogroep.

Tsipras heeft gegokt en gewonnen. Voor hoelang is onzeker. Eind 2015 moet er opnieuw onderhandeld worden met de eurogroep. Een derde parlementaire verkiezing in één jaar tijd valt niet uit te sluiten. De Griekse tragedie is nog lang niet ten einde.

1 De term ‘stemplicht’ is in feite niet correct. De burger moet verplicht naar de kiesbureau’s komen met zijn stembrief, maar kan evengoed blanco of ongeldig stemmen. De juiste term is ‘opkomstplicht’ maar die wordt zelden gebruikt (en dikwijls niet begrepen).

2 Schuldverlichting mag men niet verwarren met schuldvermindering of schuldkwijtschelding. Het komt er op neer dat de schuld wel dezelfde blijft maar dat de betalingsmodaliteiten worden versoepeld, vergelijkbaar met een verkleining van de maandelijkse afbetaling van de hypotheek voor een huis, maar een verlenging van de betaling in de toekomst.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!