Het
megaproject Uplace is een anachronisme dat haaks staat op de
duurzame stad van de toekomst. Meer auto’s zorgen voor meer files,
en meer autoverkeer veroorzaakt meer fijn stof (PM10) en
stikstofoxiden (NOx). Afhankelijk
van locatie en weersomstandigheden, is
vijf tot dertig procent van het fijn stof in de Vlaamse lucht
afkomstig van verkeer in Vlaanderen.
Deze
uitstoot bedreigt de volksgezondheid met een toekomstige stijging van
kankers en longaandoeningen, en met een verlies tot drie levensjaren of vijf dagen per levensjaar.
Enkele
van de voornaamste aandoeningen die de revue passeren, gekoppeld aan
partikelgrootte van fijn stof,
zijn volgens Tim
Nawrot,
hoofddocent
milieu-epidemiologie Universiteit Hasselt en KULeuven:
laag geboortegewicht, schizofrenie, tot astma en hart en- vaatziekten
bij volwassen en kinderen. De
verhoogde concentraties van stifstofoxiden (NOx) in steden (NO2)
veroorzaken
irritaties van de ogen, keel en neus, het aantal astma-aanvallen en
ziekenhuisopnames neemt toe, en ze leiden tot een verhoogde
gevoeligheid voor infecties.
In het geval van Uplace dreigen minstens
42.218 omwonenden uit Vilvoorde en Machelen een pak meer fijn stof in
te ademen door de toestroom van extra voertuigen
(DM, 12/02/2015). Ondanks
deze tegenwerpingen, besliste de Vlaamse regering vorige week door te
gaan met ‘een Uplace light-versie’ van 55.000m² retail.
Machiavelli
Voor
de
gezondheid van omwonenden, het tegengaan van nog meer verkeer en het
vernietigend effect op kleinhandel in stadskernen waarin men
investeerde, vragen zowel Hans Bonte van SP.a als Karel Van Eetvelt
van Unizo de terugtrekking van Uplace, niettegenstaande de
schadeclaims. Econoom Paul De Grauwe noemt Uplace een vorm van ‘crony
capitalism’, een vorm van kapitalistische ontwikkeling waarbij
politieke en economische elites te veel op elkaars schoot zitten (VRT
Radio 1 journaal, 14/02/2015).
‘Machiavellian
Megaprojects’ is de term die de Deensestadsonderzoeker
Bent
Flyvbjerg hanteert om de logica van machtsspelletjes tussen elites te
beschrijven en de heersende intransparantie. Zijn boek Megaprojects
and risk: an anatomy of ambition
uit 2003 was een aanklacht tegen bestuurders die met grootscheepse
infrastructurele projecten te grote financiële risico’s nemen met
publieke middelen, gebaseerd op een chronisch over-optimisme dat
rationele participatie en beslissingen op lange termijn onder druk
zet.
“Wie, behalve Bart Verhaeghe, wil Uplace eigenlijk nog? Dat is toch geen
draagvlak?”,
zei Hermes Sanctorum van Groen. Hij vraagt de onmiddellijke
stopzetting van Uolace, en dat ondanks de contractuele beloftes en
schadeclaims.
Lusten
en lasten
Een project als Uplace is geen
unicum. We zien een soortgelijk megaproject ook in Gent op The Loop.
Na Ikea en andere winkels moet daar in de nabije toekomst een
outletcenter komen van +/- 39.000 m²
retail en outlet. Het project werd
door Groen uit de negentiende-eeuwse
gordelbuurt De Muide gejaagd, maar het kwam onder Paars langs
de achterdeur terug. Het project zou zo’n extra 2 tot 3 miljoen
bezoekers per jaar aantrekken. Dat is ongeveer hetzelfde aantal
wagens als de stadsparkings in de stadskern die het aanzuigeffect
aanzwengelen.
Die
stadsparkings kwamen tot stand tijdens het “én-en”-beleid onder
Paars, waarbij ‘én’ milieu of duurzame stadsontwikkeling, ‘én’
meer autogerichte ontwikkeling de beleidsmatige package deal vormden.
Veelal leidde dat echter in de praktijk tot een overvolle stad,
waarbij zelfs de politie,
bij monde van verkeerscoördinator Dominique Van Den Eeckhaut, op
een bepaalde moment de boodschap gaf:
“Wil
Gent leefbaar blijven, dan moeten we meer gebruikmaken van fiets en
openbaar vervoer. Maar nog meer auto’s in het centrum, neen, dat gaat
niet. (…) Meer verkeer kunnen we echt niet dulden, we zitten aan de
grens van onze leefbaarheid.”
Helaas sluimert dat verleden door in deze nieuwe bestuurscoalitie in
de ontwikkeling van dit outletcenter.
De
meeste beslissingen omtrent het Outletcenter/The Loop, zoals de
goedkeuring van de RUP uit 2007, werden in het verleden genomen. Hoe
dan ook was dit project – dat ongetwijfeld in pak en zak was – deel
van de opmaak van het bestuursakkoord. En in dat bestuursakkoord zit
ook alles vast aan alles. Eén enkele draad lostrekken, en gehele
bestuursjasje ontrafelt. Los van ‘schuld en boete’,
en wie hier specifiek verantwoordelijkheid draagt (het vorige Paarse
bestuur of ‘dit’ Paars-groene bestuur), is het onloochenbaar de
bevolking die hiervoor moet ‘boeten’. De beslissingen van ‘toen’
zetten wel de toekomst van de stad en zijn bevolking onder druk. Op
piekmomenten rijden er nu reeds in heel Gent 121.794 auto’s rond,
volgens de parkeerstudie van de Stad Gent. Ondanks
het feit dat het outletcenter The Loop elk jaar miljoenen extra
auto’s naar Gent zal lokken – want de hele site is volledig afgestemd
op automobilisten – is het voortschrijdend inzicht dat er in het
nieuwe stadsbestuur aanwezig is, onvoldoende om dit project tegen te
houden.
Lokale
democratie en mistige instituties
Terugkomend
op de intransparantie.De
intransparantie heerst op The Loop, waar de
NV Grondontwikkeling Handelsbeurssite het beheer doet. Die NV bestaat
uit het semipublieke stadsontwikkelingsbedrijf (AGSOB), dat een zeventigtal procent van de gronden in handen heeft en de private actoren
NV Schoonmeers-Bugten/Bannimo Real Estate NV, Euro Crossroads
Property Developers (EPCD) en Artexis, die samen zo’n 30 procent
van de gronden bezitten. Dit soort institutionele
bestuurlijke bedrijfssoep is geen uitzondering in Gent. De
privatisering van het bestuur, waar het credo ‘efficiënt en vlug’
klinkt om beslissingen door te drukken, leidt al te vaak tot
intransparantie, het heersen van een bedrijfslogica waar winstcreatie
het hoogste doel vormt, en zwaar democratisch deficit. De
privatisering van besluitvorming leidt tot de privatisering van
democratie waar enkelingen ‘via via’ nog inzicht hebben in het
hoe en wat van beslissingen. Het is niet anders bij de ontwikkeling
van het Station Gent Sint-Pieters of andere projecten onder
dergelijke ‘publiek’-private vehikels.
Daarom
vroeg het Gents
MilieuFront (GMF) in 2014 al een aantal keren de overeenkomsten op
tussen de stad en de projectontwikkelaars. De verzoeken werden
afgewezen omdat er ‘vertrouwelijke’ informatie in staat. De
overheid investeert ook hier ten voordele van private ontwikkelaars.
De E40
krijgt over enkele jaren een extra rijstrook tussen Zwijnaarde en
Sint-Denijs-Westrem om het toenemende verkeer op te vangen. Het stadsbestuur investeert zelfs 20 miljoen euro vanuit het
Mobiliteitsbedrijf Gent om de 2846 parkeerplaatsen te mogen
exploiteren voor
projectontwikkelaar Banimmo en Mc ArthurGlen, zo
meldden onderzoeksjournalisten van de nieuwssite Apache. En
die grote ondergrondse parking zal nog meer verkeer aantrekken.
De
keuze voor dit outletcenter zet zware druk op het sociaalecologische
bestuursakkoord waarbij de nieuwe bestuurscoalitie zich profileert
als duurzame stad met klimaat-neutrale ambities tegen 2030, een sterk
parkeerplan en een broodnodig mobiliteitsplan.
Verkeer zorgt voor 30% van alle emissies. Bovendien
roepen de publieke investeringen via allerlei constructies in tijden
van besparingen vragen op. En dan zwijgen we nog van de publieke
investeringen in het winkelapparaat en de publieke ruimte van de
stadskern gedurende vele legislaturen.
Rip
the Loop
Het
verzet tegen het Gentse Uplace aan de Leie komt te laat, maar dit
gevecht moet niettemin gevoerd worden om het RUP terug open te
breken. Er werd een petitie gelanceerd
en de juridische strijd is gestart. Vreemd genoeg is dit
tegelijkertijd een strijd tegen een Paars-Groen bestuur met
sociaalecologische ambities. Het
Gents MilieuFront (GMF) zegt al beroep aan te tekenen bij de raad
voor vergunningsbetwistingen. Er zijn bezwaren op vlak van
mobiliteitseffecten op grote schaal, maar ook op het vlak van de
interne verkeersafwikkeling en de ambities van de stad inzake
klimaatneutraliteit.
Het
wordt tijd dat onze overheden duidelijk kiezen voor de toekomst van
de steden en zijn bewoners. Laat het duidelijk zijn, contra Jonathan
Holslag, dat de ontwikkeling van grootschalige autoprojecten geen
“Vlaams-nationalistische
kwestie”
alleen is. De winkelcentra en logistieke hubs bij uitbreiding worden
overal uit de grond gestampt. Laat ons een andere toekomstdroom voor
de stad koesteren en verdedigen. Daarbij staat de gezondheid van
stadsbewoners en de leefbaarheid van de stad centraal, de
gebruikswaarde voor bewoners, en niet de winst voor
projectontwikkelaars of een bestuurlijke logica die gestut wordt door
ruilwaarde en privatisering. Yves Desmet raakt in De Morgen een
cruciaal punt aan, wanneer hij stelt dat dit ‘anti-stedelijkheid’
in de praktijk is.
De
schadeclaims die Hermes Sanctorum in vraag stelt op Vlaams niveau,
zouden ook in Gent in vraag moeten gesteld worden. De publieke kosten
en toekomstige ‘externe’ kosten en lasten die niet geïntegreerd
zijn in dit project, zorgen ervoor dat dit project veel duurder
uitvalt op lange termijn dan de PR-retoriek die het moet verkopen.
“Uplace
is not my place”,
klinkt het groene devies. Wel, het outletcenter op The Loop
evenmin. De schrijver Italo Calvino zei ooit “De stad
ademt in wat
wij uitademen, laat het in hemelsnaam liefde zijn.”
Of laat het in elk geval aub niet de uitstoot van projecten als The
Loop zijn.
Pascal
Debruyne is postdoctoraal stadsonderzoeker aan de UGent. Zie verder: http://www.rip-the-loop.be/