Vooreerst onze gelukwensen voor jullie ‘anti-armoedeproject’ in De Morgen van de voorbije dagen. Alle lof voor de degelijke artikelenreeks met getuigenissen van mensen in kansarmoede en commentaar door medestanders en ‘experts’ ter zake.
Wij zijn één van de organisaties die uitgenodigd waren om deel te nemen aan de nieuwjaarslunch in Antwerpen, aangeboden door Innocenti. We zijn er echter niet op ingegaan. Waarom niet?
Alle goede bedoelingen ten spijt, draagt deze nieuwjaarslunch niets bij aan de bestrijding van armoede, integendeel hij houdt deze mee in stand.
De armen worden even in de spotlights gezet en opgevoerd met het oog op Innocenti, te kijk voor heel Vlaanderen. Als ze, na de feestelijke maaltijd, naar huis trekken, vallen ze terug in hun isolement, nog eenzamer dan tevoren, nog meer bewust van hun pijnlijke leefomstandigheden en hun afhankelijke levensstijl, waar ze al heel hun leven mee kampen.
Aansluitend hierbij willen we aanhalen wat Danielle Dierckx (Universiteit Antwerpen) schreef in haar bijdrage van 29 december: “Generatiearmen kunnen beter om met hun situatie omdat ze bepaalde overlevingsstrategieën ontwikkeld hebben.” Inderdaad, ze hebben al 20 jaar geleerd om van voedselbedelingspunt naar voedselbedelingspunt te trekken, van kledingbedeling naar kledingbedeling.
Ze hebben geleerd om in de rij te staan met opgeheven hand. Ze hebben hun schaamtegevoel leren opzijzetten en zich neergelegd bij hun status van ‘bedelaar’ en zijn dat normaal beginnen vinden.
Ook hoogleraar Jan Vrancken zegt al sinds het begin van de voedselbedelingen, ongeveer 20 jaar geleden, dat dit geen armoedebestrijding is. “Het helpt niet fundamenteel, het is als een uitslaande brand trachten te blussen met emmertjes water”.
Net zoals die welwillende voedselbedelers zorgen ook welwillende hulpverleners van OCMW, CAW e.a., die de taken van deze armen overnemen, ervoor dat hun capaciteiten ondergesneeuwd geraken.
Sociologe Kristel Driessens begrijpt dat “tot op zekere hoogte het regelen van tal van administratieve dingen sneller gaat als de maatschappelijk werker het zelf doet. Alleen creëer je zo een relatie van afhankelijkheid die later nog moeilijk te herbekijken valt. Daardoor geloven deze mensen niet meer dat ze zelf dingen voor elkaar kunnen krijgen, hun zelfbeeld is zo laag dat ze er niet langer van overtuigd zijn dat ze zich nuttig kunnen maken in de maatschappij.”
Deze bedeltoestanden en de gevolgen ervan stellen we dagelijks vast ook in ons Ontmoetingshuis. Het is zo ontmoedigend met kansarmen een stuk weg te gaan, te proberen hen weer wat zelfrespect en zelfvertrouwen bij te brengen, maar ze dan om de hoek, bij een andere vereniging, die zich inzet voor diezelfde mensen, in de rij te zien staan voor een voedselpakket.
Ook jullie, als krant, hebben zich mee achter het project van de feestmaaltijd van Innocenti geschaard. Waarom sponsering vragen voor een initiatief dat armoede bestendigt? Waarom niet alle middelen en mensen mobiliseren voor echte ontvoogding van de armen?
Wij trekken als vzw en als cel ‘waar armen het woord leren nemen’ al 26 jaar, zonder subsidie en zonder betaalde kracht, op met mensen in kansarmoede in de Seefhoek, een kansarme buurt in Antwerpen Noord. Wij zien dat armoedebestrijding een totaalaanpak vereist en moet vertrekken bij de kracht van de armen zelf.
Wij feesten ook met Kerstmis en Nieuwjaar samen met hen, maar dan is er een verbondenheid en een samenwerking voelbaar, waaraan een heel jaar gewerkt wordt van mens tot mens. Door met hen mee te leven, proberen we hun leefwereld te begrijpen om, vandaaruit, iets met hen op te bouwen.
“Het is confronterend als armoede een gezicht krijgt, als je de mensen achter de statistieken ziet”, zegt ook Kris Peeters (CD&V), terwijl hij alleen maar dessertjes uitdeelt. Op zich kan dit een begin zijn, maar waarom die confronterende ervaring niet meer kansen geven heel het jaar door?
Waarom doen mensen, die alle kansen en de middelen hebben, zoals bijvoorbeeld Innocenti, niet aan armoedebestrijding vanuit het zelfrespect en de kracht van de armen zelf? Waarom niet eerst lang en veel luisteren naar de armen zelf of naar hun medestanders? Waarom niet, het hele jaar door, initiatieven ondersteunen die meer van de armen of hun leefwereld uitgaan?
Waarom niet onze politici op hun verantwoordelijkheid wijzen om meer middelen vrij te maken, zodat beter kan worden gezorgd voor gezonde huisvesting, degelijk onderwijs en vooral sociale ondersteuning voor de armen, door bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen, basiseducatie e.d.?
Waarom niet aansluiten bij een lokaal project, waar mensen dag in dag uit, vrijwillig en meestal onbezoldigd, hun tijd en talenten ter beschikking stellen om mensen, geconfronteerd met een berg van problemen, rechtop te helpen in het leven?
Deze medestanders hebben de schijnwerpers niet nodig, maar kunnen wel veel ondersteuning gebruiken heel het jaar door, met het oog op echte emancipatie van mensen in kansarmoede.
Ten slotte kan iedereen meewerken aan armoedebestrijding, want het gaat niet alleen om materiële tekorten bij de armen, het gaat vooral over uitsluiting. Of je nu minister bent of arbeider, in een bank werkt of als loodgieter of kruidenier, iedereen kan er voor kiezen mensen niet langer uit te sluiten, omdat ze er sjofel gekleed bijlopen, niet zo fris ruiken of niet zo snel van begrip lijken.
“Behandel ons als gelijkwaardige mensen, met respect voor wie we zijn en geloof in ons dat we ook iets kunnen”, dat is wat ze ons, zonder woorden, altijd weer laten verstaan.
Mogen wij voor deze manier van armoedebestrijding ook op onze krant rekenen? En niet alleen tijdens de ’donkere of mooie’ dagen van Kerstmis en Nieuwjaar? Met dank bij voorbaat!
Ulrik en Jaklien De Meersman-Van Olmen
Namens de vrijwilligersploeg van Ontmoetinghuis Welzijn Stuivenberg te Antwerpen.