Stand van Zaken
Europese landen als Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Griekenland, en sinds deze week ook Polen, handhaven een nationale ban op de teelt van ggo’s. Wallonië en Brussel verklaarden zich enkele jaren geleden ggo-vrije regio, net als tientallen andere regio’s in Europa. De Eurobarometer toont jaar na jaar aan hoe een grote meerderheid van de Europeanen niet moet weten van genetisch gemanipuleerde voeding. Het wereldwijde landbouwareaal is nog grotendeels ggovrij. Negentig procent van de ggo-gewassen groeit in slechts vier landen (VS, Canada, Brazilië en Argentinië). Het gros van al deze ggo-gewassen, zijn gepatenteerd door grote bedrijven als BASF of Monsanto, met een bedenkelijke reputatie. Door middel van genetische manipulatie hopen deze bedrijven planten met nieuwe eigenschappen op grote schaal op de markt en in de velden te brengen, en daar een flinke winst op te maken.
Onzekerheid troef
Waar biotechnologen er echter tot voor kort van uitgingen dat men DNA kan aanpassen als waren het legoblokjes, weet men nu dat de zaak complexer in elkaar zitten dan dat. Genetische manipulatie blijkt meer onvoorspelbare gevolgen te hebben dan verwacht, en vaak worden die gevolgen pas veel later zichtbaar: in het leefmilieu, of op de gezondheid van mens en dier. Enkele maanden geleden werd hierrond nog een alarmerend artikel gepubliceerd door de Franse professor Gilles E. Séralini. De conclusie is dat veel meer onderzoek nodig is vooraleer men mag beginnen nadenken over het veilig gebruiken van deze technologie op grote schaal in de landbouw.
Economische bubble?
De praktijk toont intussen aan dat vooral het economische plaatje van ggo’s steeds donkerder kleurt. GGO’s zorgen niet enkel voor een stijging in het gebruik van pesticiden, maar ook voor de natuurlijke opkomst van ultraresistente ‘super-onkruiden‘ en ‘super-insecten‘. De super-onkruiden zijn ook vandaag al een ramp voor de gangbare landbouw in de Verenigde Staten.
Daarnaast zorgen dure patenten op ggo’s voor socio-economische wantoestanden, bijvoorbeeld bij de Indische katoenboeren, die zich in de schulden steken om het dure zaad aan te kopen en vervolgens verplicht zijn om dit jaar na jaar opnieuw te doen. Dit wordt gelinkt aan een sterk toegenomen aantal zelfmoorden bij de Indische katoenboeren.
Uitgekiende mediastrategie
En toch, in het voorjaar van 2011 wordt plots met veel media-bombarie, een tweejarige veldproef aangekondigd, met genetisch gemanipuleerde consumptie-aardappelen. Pers, publiek en politici worden verteld dat deze Wetterse aardappelen zullen zorgen voor een sterke vermindering van het gifgebruik, ‘duurzamer’ en ‘veiliger’ zullen zijn dan conventioneel veredelde aardappelen, een economische zegen zijn voor de boer én gezond voor de consument. Volgens de organisatoren van de proef (Universiteit en Hogeschool Gent, ILVO en VIB) stond het al voor de proef zo rotsvast dat dit “de aardappel van de toekomst” zou worden, dat dit zelfs op een groot reclamepaneel aan het betreffende veld werd verkondigd. Mede ondertekend door…’Vlaanderen in Actie’, het ambitieuze toekomstverdrag van de Vlaamse regering. Tegelijk werd gesuggereerd dat het eigenlijk geen echte ggo’s waren en de huidige ggo-reglementering de innovatie ggo-economie in Vlaanderen in de weg staat.Wetenschappers, landbouwers en ook consumenten fronsten de wenkbrauwen.
Actie ontlokt breed debat
De veldproef kwam sterk in de aandacht toen de Field Liberation Movement een breed aangekondigde “Aardappelruil” organiseerde op 29 mei 2011. Groot was de consternatie toen een vierhonderdtal activisten, wetenschappers, boeren, imkers en bezorgde burgers een vastberaden bezoek bracht aan het intussen zwaarbewaakte veldje, en een aantal aardappelplanten onder massale mediabelangstelling vroegtijdig uit de grond verwijderden. De mediagenieke actie heropende in één klap de gesuste debatten rond de sociale en ecologische problemen van GGO toepassingen én de vermenging van onderzoek met bedrijfsbelangen.
Repressie
Een breed maatschappelijk debat was echter geen deel van de voorziene communicatiestrategie. Vlaams minister-president en minister van Landbouw Kris Peeters trok de volgende dag haastig zijn laarzen aan om ter plaatse te verklaren dat de activisten zouden worden vervolgd voor bendevorming. Collega Ingriet Lieten maakte als minister van Innovatie onmiddellijk een kwart miljoen euro vrij om de geliefde ggo-aardappels te reanimeren. De ‘veldproef’ werd na enkele weken zelfs ‘gered’ verklaard, en het ene hoera-bericht volgde de maanden erna het andere op. In 2012 werd met de moed der wanhoop een gelijkaardige ‘proef’ uitgevoerd, die moest aantonen wat reeds was aangekondigd bij het planten van de eerste.
Ondertussen zitten elf ‘veldbevrijders’ op de beklaagdenbank. Hun proces komt voor op dinsdag 15 januari 2013, voor de correctionele rechtbank van Dendermonde. De hoofdaanklacht luidt, u raadt het al: criminele bendevorming. De schadeclaim: zo’n tienduizend euro per uitgetrokken aardappel, bijna tweehonderdduizend euro in totaal. Soit.
Brede solidariteit
Maar intussen regent het nog steeds debatten en opiniestukken, en woedt het debat in de media, het middenveld en ja, de maatschappij. De veldbevrijders kregen in de zomer van 2011 dan ook de Prijs Jaap Kruithof voor ‘de bijdrage die ze levert aan de democratische samenleving, door actie te voeren om wantoestanden aan te klagen’. De repressieve reacties worden op verontwaardiging onthaald door het overgrote deel van het sociale en ecologische middenveld, en een indrukwekkend aantal vooraanstaande intellectuelen. Naar aanleiding van de aanklacht verklaarden een kleine honderd academici, ngo’ers, politici, boeren, burgers en kunstenaars zich prompt medeplichtig en vragen mee op de beklaagdenbank te mogen zitten, een ongezien juridisch precedent.
Controverse
Maar ook de ‘veldproef’ zelf zit wettelijk én wetenschappelijk in nauwe schoentjes.
Het Gentse gerecht verklaarde in de zomer van 2012 het aardappelveld formeel onwettelijk, en ook binnen de officiële Bioveiligheidsraad woedden er felle discussies over de veiligheid van de veldproef, en het al dan niet respecteren van het voorzorgsprincipe. Wetenschappers wijzen intussen ook op de zware ontoereikendheid van de proef. De universiteit Gent beschikt blijkbaar niet over aardappelexperts, en leek vooral haar faciliteiten ter beschikking te stellen voor het testen van de
Nederlandse aardappelen. Geen toxicologisch onderzoek dus, geen omgevingsonderzoek, geen analyse van socio-economische of landbouweffecten.
Het leek wel alsof het communicatie-budget rond de aardappel van de toekomst ten koste was gegaan van het wetenschappelijke budget.
Niemand wil synthetische aardappelen
Ook de “aardappel van de toekomst” zelf heeft het lastig met zijn eervolle titel.
Na het eerste veldproefjaar kondigde BASF (mede-eigenaar van de aardappel van de toekomst, en grootste wetenschappelijke partner van de UGent) weliswaar trots aan dat de in Wetteren “geteste” Fortuna-aardappelen binnenkort de Europese velden zouden sieren, het liefst al in 2014, als het Europese Voedselveiligheids Agentschap (EFSA) wat wilde meewerken.
Maar de Nederlandse aardappelsector heeft zich intussen helemaal afgekeerd van deze aardappel van de toekomst, en bij ons verklaarde de Boerenbond in een interview met De Morgen (9/1/13) dat “de tijd nog niet rijp is voor ggo-teelten, omdat het maatschappelijk draagvlak echt te klein is.”
Toeval?
Maar nu, precies één week voor het ggo-aardappelproces van start gaat, verschijnen opnieuw euforische berichten over GGO’s en de aardappel van de toekomst. Zelfs al is het onduidelijk op welke wetenschappelijke resultaten men zich plots baseert om in de media uit te roepen dat “het werkt”. Vlaanderen, nu al de productiefste aardappelregio (per vierkante meter) ter wereld, zal nog meer Bintjes kunnen produceren, zo luidt de boodschap. Maar er kwam onmiddellijk kritiek hierop. “Dat er momenteel zoveel druk is om de publieke opinie ggo-aardappelen te laten omarmen, lijkt dan ook eerder een kwestie van industriële belangen”, verklaarde de directeur van VELT als repliek in de media.
‘Superschimmel’
Verschillende landbouwexperts verwijzen onder meer naar het onbedoeld creëren van een ‘superschimmel’, wanneer dergelijke schimmelresistente aardappelen op grote schaal worden geteeld. Meer zelfs, de Engelse biotechnologen van the Sainsbury Laboratory in Engeland zien het gevaarlijke muteren van deze schimmel zelfs als een ‘business opportunity’ voor investeerders.
Klanten zullen immers steeds nieuwe ‘updates’ nodig hebben om de superschimmel een stapje voor te blijven. Nodeloos te zeggen dat het provoceren van dergelijke schimmel door onvoldoende onderzochte biotechnologie een ramp kan betekenen voor boeren en consumenten, en wellicht gauw zal nopen tot nog intensiever gifgebruik, naar analogie van de eens zo gelauwerd herbicide-tolerante gentech-gewassen.
Ongemakkelijke vragen
Dit alles roep natuurlijk vragen op. Waarom investeert de Vlaamse regering zo’n 100 miljoen euro per jaar in het commercialiseren van een hoogst twijfelachtige technologie? Wiens belangen worden hier gediend? Waarom wordt zo licht omgegaan met de zware kritieken op de toepassingen van de biotechnologie?
It’s the economy, stupid!
Misschien omdat Vlaanderen, die mee aan de wieg stond van de biotechnologie, intussen al een bescheiden biotech-imperium heeft uitgebouwd. De gentech-lobby, met als voornaamste spreekbuizen het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en Flanders Bio, slaagde er de laatste jaren in om vele Vlaamse beleidsmakers ervan te overtuigen dat er goed geld te verdienen was met deze ‘innovatieve’ economie, ondanks de gevraagde peperdure investeringen, en dat deze innovatie Vlaanderen op de kaart zou zetten als duurzame, groene economie, met een uiterst competitief landbouwmodel, geheel in de lijn van het Vlaanderen 2020-pact van Vlaanderen in Actie.
De realiteit
Tijd voor een reality-check. De mythe van de ‘duurzame’ biotechnologie loopt intussen op haar laatste pootjes. Ook enkele recente financiële debacles in de biotechsector doen steeds meer investeerders terugschrikken. De boeren, die ondanks een record-aardappeloogst in 2011 op verlies draaiden door de gekelderde prijzen, verliezen het vertrouwen in een landbouwbeleid dat ervoor zorgt dat op amper tien jaar tijd één derde (!) van de boerenbedrijven verdwenen is, en de rest onder zware druk staat om of aan riskante schaalvergroting te doen of er ook maar mee op te houden. Meer oogst betekent niet langer meer winst…
“Put your money where your mouth is”
Gelukkig is er ook goed nieuws. Kris Peeters introduceert het verschijnen van het recente Vlaamse Landbouwrapport, dat de teloorgang van de boerenstiel in Vlaanderen staalhard aantoont, als volgt: “Het Landbouwrapport 2012 geeft een mooi beeld van een sector in volle ontwikkeling naar duurzaamheid.”
Misschien is dit, en in tegenstelling tot ‘de aardappel van de toekomst’, wel een self fulfilling prophecy. Een landbouw die werkgelegenheid verschaft, eerlijke prijzen garandeert aan haar boeren, en een goede, betaalbare kwaliteit aan haar afnemers, met minder of zelfs geen gif, meer diversiteit aan teelten en technieken, en een harmonieuzer samengaan met het leefmilieu. In handen van de boeren, en niet van agro-multinationals of speculanten.
Utopisch?
Wie is hier eigenlijk utopisch bezig? Het agro-ecologische landbouwmodel biedt een echt antwoord op de sociale, ecologische en voedseluitdagingen die ons te wachten staan in de volgende decennia, in Vlaanderen en in de wereld. Zowel het onderzoek aan onze eigen universiteiten, als in de praktijk van honderden lokale initiatieven, demonstreren het potentieel van deze oplossingsrichting. Zo liet Velt onlangs nog optekenen dat bio-boeren in het natte jaar 2012 een mooie aardappeloogst konden binnenhalen, in tegenstelling tot hun conventionele collega’s. Met de biosector gaat het trouwens heel goed, economisch gezien.
Toegegeven, het science-fiction gehalte van agro-ecologie is niet zo hoog, en het kanaliseren ervan in enkele spin-offs is waarschijnlijk niet mogelijk, maar sinds wanneer is er wat mis met wat nuchter boerenverstand?
Reconversie
Het is hopelijk maar een kwestie van maanden meer voor de Vlaamse regering inziet dat puur commercieel gericht GGO onderzoek geen verstandige investering van publieke middelen is. Zowel wat betreft de verhoopte return-on-investment als de beloofde duurzaamheid en eerlijkheid van de resultaten naar de praktijk. Onze voedselvoorziening is te kostbaar en te complex om enkel met laboratoriumwetenschap aan te pakken. Het draagvlak voor agro-ecologie groeit zeer snel, zonder dure communicatiestrategieën.
Vlaanderen In Actie
Vlaanderen hoeft de boot niet te missen, en kan ervoor kiezen om veel meer te investeren in dergelijke initiatieven, en de klemtoon in haar landbouwbeleid geleidelijk te verleggen van ‘efficiëntie’ naar ‘sufficiëntie’. Enkel zo kan ze de boeren (in Noord en Zuid), de consumenten, het klimaat en de biodiversiteit daadwerkelijk vooruit helpen. En dat willen we toch allemaal?
Steven Desanghere
beklaagde in het GGO Aardappelproces