Opinie, Nieuws, Samenleving, België, Antwerpen, Migratie, Multiculturaliteit, Analyse, Gemeenteraadsverkiezingen, Bevolkingscijfers -

Allochtonen redden Antwerpen van ontvolking

In Antwerpen hebben allochtonen de ontvolking kunnen keren. Tussen 1919 en 2000 is de bevolking in het district Antwerpen meer dan gehalveerd. Migratie is een zegen voor de stad. Allochtonen zijn alle inwoners van vreemde afkomst (uit alle landen), zowel vreemdelingen, Belg geworden vreemdelingen als hun nageslacht. In Brussel is overigens de helft van de bevolking op 45 jaar tijd van autochtoon naar allochtoon geëvolueerd: 70% is nu 'allochtoon'.

donderdag 20 september 2012 21:27
Spread the love

Bevolkingsevolutie Antwerpen, ruimte voor 135.000 nieuwe inwoners
 
De gemeente Antwerpen, die bij de fusie in 1983 het district Antwerpen zou worden, was tussen 1919 en 2000 een langzaam uitstervende stad die voortdurend inwoners verloor, in eerste instantie door verhuis, daarna ook door een groter sterfte- dan geboortecijfer. Men zou denken dat deze neergang van het Antwerpse bevolkingsaantal opgevangen werd door een bevolkingsstijging in de andere districten, maar dat is niet zo. Ook de nieuwe fusiegemeente Antwerpen kwam in een negatieve demografische ontwikkeling terecht die zich tussen 1983 en 2000, ondanks een zich doorzettende migratie, nog versterkte.

Zeggen dat het de ‘migranten’ waren die voor een stadsvlucht zorgden is dan ook de waarheid geweld aandoen. De bevolkingsafname en de overeenkomstige leegstand hebben daarentegen de migratie mogelijk gemaakt. De wet op de communicerende vaten is ook van toepassing op migratie. En maar goed ook, want daardoor heeft Antwerpen, na decennia van neergang, kunnen aanknopen met een positieve bevolkingsdynamiek en haar perspectieven voor de toekomst kunnen veiligstellen, al staat het huidige district Antwerpen nog ver van de ‘gouden tijden’ met meer dan 300.000 inwoners. Vergeleken met het hoogste bevolkingsaantal in Antwerpen-gemeente / district (322.000, in 1919) is er nog minstens ruimte voor een bevolkingsgroei van 135.000, voortgaande op het huidige bevolkingsaantal van 187.000.

De migranten van de laatste decennia en hun nakomelingen mogen zich echt wel de ‘Redders van Antwerpen’ voelen, steunpilaren waarmee Antwerpen opnieuw gouden tijden tegemoet gaat.

Te gek voor woorden

Zeggen dat migratie tot nu toe een negatief verhaal is dat men positief dient te maken, is te gek voor woorden. Dit duidt op een depressieve vertaling van het onvermogen om de eigen stadsgeschiedenis in de geesten toe te laten. Een dergelijke denkwijze laat ook een grondige onkunde zien om de (historische) werkelijkheden en ontwikkelingen op te sporen, te aanvaarden en om te zetten in een onderbouwde beleidsvisie. Het is nochtans eenvoudig: de eigen stadsdiensten en het in Antwerpen gevestigde statistische federale bureau van de ADSEI kunnen op eenvoudige vraag al het hieronder verwerkte materiaal leveren.

De N-VA-migratiebarometer van Antwerpen heeft dan ook hoge nood aan enige historische situering van de bevolkingsevolutie, die wij graag aanbieden, in eerste instantie met aandacht voor de periode tussen 1831 en 2012, daarna toegespitst op de periode tussen 1907 en 2012. Het meest leerrijke aspect, namelijk de loop van de bevolking onderscheiden voor vreemdelingen en Belgen tussen 1989 en 2010 (het laatste jaar met bekende gegevens) behandelen we in een volgende, nog te publiceren bijdrage.

Alle evoluties worden grafisch voorgesteld onder 3 vormen (die terug te vinden zijn op BuG 169 Bevolking Antwerpen):

1. Alle Antwerpse gemeenten / districten als een aparte lijn, zodat de verhouding en evolutie van het district Antwerpen ten aanzien van de andere gemeenten duidelijk blijken.
2. De gemeenten / districten zonder het district Antwerpen, zodat meer details zichtbaar worden.
3. De bevolking van de gemeenten / districten in elk van de onderzochte jaren op elkaar gelegd, zodat de bovenste lijn het totaalbeeld geeft van Antwerpen-stad.

Voor sommige (oorlogs)jaren waren de gegevens niet altijd beschikbaar, wat door extrapolatie is opgevangen. Tevens werd voor 1941 tot 1944 de stadsvlucht uit Antwerpen en de deportatie van de joden uit Antwerpen indicatief ingebracht, gezien hierover nog altijd onderzoek lopende is. Tot 1907 waren bevolkingsaantallen per gemeente aanwezig dankzij de volkstellingen, die om de 10 jaar gehouden werden. Door extrapolatie in de tussenliggende jaren komt het totaalbeeld tot stand.

1. 1831-2012 (District Antwerpen, Berendrecht, Zandvliet en Lillo worden in dit overzicht samen genomen)

In 1830, bij het ontstaan van België, was de oude gemeente Antwerpen een kleine enclave aan de Schelde. De globale evolutie laat reeds zien dat vooral de gemeente / district Antwerpen op het einde van de 19e eeuw gegroeid is, en in haar spoor andere gemeenten / districten. Vanaf 1966 is het bevolkingsaantal van het district Antwerpen ingestort, met een vertraging vanaf 1984 doordat migranten het leegkomend Antwerpen herbevolkten. Vanaf 2001 zorgden migranten voor een ommekeer in de bevolkingsevolutie.

   Grafiek 1 en 2 (zie boven)
 
In 1983, bij de fusie, werd een gedeelte van Ekeren bij Kapellen gevoegd. Na Antwerpen zijn Borgerhout en Berchem de oudste gemeenten, met relatief hoge bevolkingsaantallen in de 19e eeuw. De exponentiële groei van Deurne sinds 1920 tot de tweede grootste gemeente (na Antwerpen) valt meteen op, al ontkwam ook Deurne niet aan een bevolkingsafname na 1970.

Om de evolutie van wat later de stad Antwerpen zou worden in beeld te brengen, leggen we de bevolkingscijfers van alle gemeenten op elkaar: de bovenste lijn geeft dan een beeld van Antwerpen-stad, met het aandeel van elke andere gemeente als een laag in de grafiek.

   Grafiek 3 (zie boven)

De initiële groei, de terugval na 1970 en de herneming van de bevolkingsgroei in 2001 worden in een langetermijnbeeld op een kleurrijke wijze in beeld gebracht.

2. 1907-2012 (Bezali wordt hier apart genomen)

Inzoomen op de bevolkingsevolutie vanaf 1907 laat ons toe een gedetailleerder beeld te geven van de diverse Antwerpse gemeenten en districten. Sinds 1907 zijn ook gegevens beschikbaar over de in- en uitwijking (zowel uit andere gemeenten als uit het buitenland samen), alsmede over het natuurlijk saldo in elke gemeente / district. Deze gegevens zijn evenwel niet altijd consistent. Ze geven wel aan dat vooral de stadsvlucht, versterkt door een laag of negatief natuurlijk saldo, het district Antwerpen bijna een hele eeuw lang parten heeft gespeeld. Voor een verdere analyse van de loop van de bevolking in Antwerpen-stad verwijzen we naar een volgend artikel.

   Grafiek 4 (zie boven)

In 1919 telde het latere district Antwerpen 322.000 inwoners. In 2000 was dit inwonersaantal gedaald tot 155.317, minder dan de helft. Tussen 1919 en 1970 is een gedeelte van de stadsvlucht opgevangen, in eerste instantie door Borgerhout, daarna ook door de andere gemeenten / districten. Borgerhout volgt evenwel van 1931 tot 2000 de negatieve trend van Antwerpen (we constateren een daling van 56.570 inwoners in 1931 tot 39.298 in 2000, waarna het inwonersaantal weer stijgt). Dat de migratie vooral een plaats gevonden heeft in de zich ontvolkende gemeenten, wordt hiermee ook duidelijk. Een vergelijking met de Brusselse demografische evolutie is in dit verband leerrijk. In 1960 was in Brussel 7 procent van de inwoners van vreemde afkomst (allochtoon). In 2005 was dit 60 procent geworden en in 2012 70 procent. Het leert dat een grootstad op nog geen 50 jaar tijd een transformatie kan ondergaan van meer dan de helft van haar bevolking van autochtoon naar allochtoon, met inbegrip van de culturele, economische en sociale overdracht van het verleden in een groter wordende diversiteit en met een perspectiefvolle toekomst.

   Grafiek 5 (zie boven)

Na 1970 is het de beurt aan Deurne, Berchem en Wilrijk om een dalende trend in te zetten die, behalve voor Wilrijk, in 2000 gekeerd wordt. Enkel de bevolkingscijfers in Hoboken en Merksem blijven enigszins stabiel na 1970 en stijgen na 2001.

De alarmkreet van de uitstervende Vlaamse Antwerpenaar op Zwarte Zondag

Wat Zwarte Zondag genoemd wordt (1991), is in feite de alarmkreet van de uitstervende Antwerpse Vlaming. De leegstand in Antwerpen, manifest in het grootste district sinds 1919, nam na 1970 ook in enkele andere gemeenten toe. Drie vierde van Antwerpen-stad was na 1970 op de sukkel, wat ruimte gemaakt heeft voor migratie vanuit het buitenland en van vreemdelingen uit andere gemeenten van het land. Het is in deze context wel betekenisvol dat Zwarte Zondag, dé uiting van een anti-migratiestandpunt, volgde op het decennium met de laagste migratie na de Tweede Wereldoorlog: de jaren 80.

In 1991 werd geen werk gemaakt van een nieuw Antwerpen met plaats voor de migranten. Integendeel: het Vlaams Blok immobiliseerde (op nationalistische, racistische en op uitsluiting gerichte wijze) het politiek potentieel van meer dan 40 procent van de stemgerechtigde bevolking in het district Antwerpen en van meer dan een derde van de kiezers in Antwerpen-stad. Nergens in Europa heeft het (extreem)rechtse gedachtegoed zo om zich heen gebeten en zo’n draagvlak gekregen als in Antwerpen. En of dit gedachtegoed verdwenen (of ‘verzacht’) zou zijn bij de transgressie van Vlaams Blok / Belang naar N-VA, is nog maar de vraag.

Antwerpen en de Antwerpse autochtoon zijn blijkbaar nog lang niet klaar met hun eigen deficit. De exclusieven die gesteld worden aan de eigen (allochtone) bevolking en aan de migratie, net als de selectieve restrictiviteit die men politiek wil aanwenden om de ‘eigen’ samenleving te zuiveren van ‘volksvreemde’ of ‘cultureel niet passende elementen’, laten niet veel goeds voorspellen voor de komende verkiezingen.

Het onvermogen van politiek Antwerpen om de transformatie van haar eigen samenleving van ‘autochtoon’ naar ‘allochtoon’ te onderkennen, te valoriseren en aan te wenden, hangt als een zwaard van Damocles boven de stad. Waarschijnlijk zal pas een volgende generatie politici, na 2018, Antwerpen kunnen verzoenen met haar eigen (‘autochtone’ zowel als ‘allochtone’) identiteit.

Het is verwonderlijk dat geen enkele Antwerpenaar, Antwerpse dienst, vereniging of partij, maar ook geen enkele universiteit of onderzoeksinstituut, deze elementaire (demografische) vaststellingen heeft kunnen of willen maken.

De evolutie van Antwerpen-stad en haar verschillende gemeenten / districten

De bevolkingsevolutie van de verschillende gemeenten op elkaar gelegd geeft een interessant beeld, met in een tweede grafiek de evolutie van het bevolkingsaantal in de andere Antwerpse gemeenten / districten, zonder het district Antwerpen:

   Grafiek 6 en 7 (zie boven)

3. Extrapolatie van de evolutie van Antwerpen na 2000 zonder de migratie

Wat zou Antwerpen zonder migratie zijn? Een extrapolatie van de negatieve bevolkingstrend. Het aantal inwoners van Antwerpen-district zou niet terug richting 200.000 evolueren, maar onder de grens van de 150.000 gezakt zijn.

   Grafiek 8 en 9 (zie boven)

En Antwerpen-stad zou zonder migratie naar een aantal van 400.000 inwoners evolueren, terwijl zij nu de kaap van de 500.000 inwoners heeft gerond.
  
Uitsmijters

Nu Sarah Smeyers, Theo Francken en Filip Dewinter hun doctoraat in de migratie bijna behaald hebben, kunnen zij bovenstaand steuntje wel gebruiken. En ook Bob Pleysier kan ermee verder, als hij plannen in die richting zou hebben. Hier volgen om hen bij te staan nog enkele uitsmijters over het stof van Borgerhout, en over de allochtonen die het weer eens verkorven hebben, nu ook als ‘begrip’ – voor de redactie van De Morgen toch.

1. Stagiairs – Gaat het in Borgerhout misschien om de wat uit de hand gelopen stage van enkele van de honderd observatoren / informanten die recent, zoals aangekondigd door de heer Winants, door de Staatsveiligheid aangenomen zouden worden? De informanten van de Staatsveiligheid tegen de infiltranten van de federale politie, allemaal samen op de foto van de ‘slaags geraakte partijen’, is het dat wat de laatste dagen het stof (alweer) heeft doen opwaaien in Borgerhout?

2. ‘t Stad is niet van iedereen – Nog zo’n uitspraak en de N-VA mag het vergeten in Antwerpen. Of voorziet de partij nu al haar verlies en dekt ze zich uit koudwatervrees nog vóór de verkiezingen in? De puberale angst om uiteindelijk verantwoordelijkheid te moeten dragen is niet enkel eigen aan ‘Marokkaantjes’.

3. Over de flutprognoses voor Antwerpen – Een journalist vroeg waarom de verschillende prognoses voor de Antwerpse verkiezingen zo van elkaar verschillen. 1. Er moet rekening gehouden worden met de grote foutmarges van elk van de onderzoeken. 2. Deze foutmarges zijn eigenlijk enkel van toepassing wanneer de verrichte steekproef representatief is, wat voor geen enkel onderzoek het geval is. Men werkt met ‘panels’, telefoononderzoek, enzovoort. 3. Deze fragmentaire en niet-representatieve resultaten worden ‘gewogen’ tegenover de ‘realiteit’ (hoeveel kiezers zijn van vreemde afkomst, zijn ouderen, enzovoort…). De commerciële ondernemingen die deze prognoses opstellen, kunnen deze factoren onmogelijk op betrouwbare wijze in rekening brengen.

4. Zwart Antwerpen of Antwerpen met de PVDA. Mij interesseert het hoeveel procent van de stemmen N-VA en Vlaams Belang samen behalen, zo probeerde ik de journalist duidelijk te maken, want dat zal erover beslissen of er een zwart Antwerpen komt of niet. Als N-VA en VB samen een meerderheid aan zetels halen, dan zal dat de coalitie zijn. Of omgekeerd, als de ‘anderen’ meer dan 50 procent van de zetels halen, bijvoorbeeld met inbegrip van 1 zetel van de PVDA, dan zal de PVDA deel uitmaken van de komende coalitie in Antwerpen. Voor een Antwerpenaar is dat blijkbaar onvoorstelbaar en onmogelijk. Maar misschien komt men toch tot een ‘Belgische’ oplossing.

5. De imaginaire multiculturaliteit van Bart Brinckman (DS) – Voortbordurend op de interessante analyse in De Standaard van 18/09/2012, een korte overweging over multiculturaliteit. Als alle mensen naar hetzelfde café, hetzelfde theehuis, dezelfde club zouden trekken, als er maar één gemengde vormingsbeweging was (voor mannen, vrouwen, katholieken, socialisten én moslims), als er maar één jeugdhuis bestond waar Marokkanen, autochtone Belgen en alle andere bevolkingsgroepen samen een pintje of een thee konden drinken, als nergens deelgroepen zich nog apart manifesteerden, als iedereen (rijk, arm, bruin, wit) in eenzelfde buurt zou wonen, zou dan het summum van multiculturaliteit, van pluricultuur bereikt zijn? Of krijg je dan net non-cultuur en aculturaliteit, en is het misschien zelfs onproductief om te denken dat dit soort fictie het samenleven op welke wijze dan ook vooruit zou helpen?

6. De “eerste barsten in de multiculturele samenleving” die Wouter Verschelden in zijn stuk van 19/09/2012 in De Morgen beschrijft, duiden er dan weer op dat er iets als een imaginaire multiculturaliteit bestond, die nu aangetast wordt door enkele heethoofden. Deze heethoofden worden blijkbaar ook niet ouder: zijn hun voorgangers uit vorige, gelijkaardige opstootjes definitief bij de veiligheidsdiensten ingelijfd? De instructie van De Morgen om het niet meer over ‘allochtonen’ te hebben is op een verkeerde denkwijze gebaseerd. Men doet alsof de schrapping van een woord de werkelijkheid zou kunnen beïnvloeden (en beter maken), wat fout is. Elk woord dat iets over de werkelijkheid kan verduidelijken en misvattingen kan corrigeren, is meegenomen en welgekomen. Tot nader order behoren ook ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ tot deze categorie. En dat er geen Frans- of Engelstalig equivalent voor het woord ‘allochtoon’ bestaat, duidt misschien net op de meerwaarde van deze term in de unieke, Belgische context.

Jan Hertogen, socioloog,
gespecialiseerd in allochtonen
 

take down
the paywall
steun ons nu!