De Franse politica Ségolène Royal heeft kritiek geuit op “de ontsporingen van de vrijheid van meningsuiting” in Frankrijk, en dat lokte veel en ook heftige reacties uit. Royal heeft al verschillende ambten bekleed, is ex-minister en was presidentskandidaat tegenover Sarkozy in 2007. Zij is de echtgenote van de gewezen president van Frankrijk François Hollande en is naar alle waarschijnlijkheid opnieuw kandidaat bij de volgende presidentsverkiezingen, waarbij zij een koers wil varen tussen die van Macron en die van Marine Le Pen in.
Royal viel de reactie van Macron op de moord op Samuel Paty aan: “Een staatshoofd gaat niet door met die karikaturen, het gaat door met de vrijheid van meningsuiting. De karikaturen kwetsen miljoenen mensen over heel de wereld.” Volgens haar moet er een scheiding zijn tussen die karikaturen en de vrije meningsuiting, die “ingeperkt is door het verbod op publieke smaad”. En bovendien: “De broederlijkheid is het verbod om te schokken, te vernederen, te beledigen en het rekening houden met het leed van de anderen.”
Je kan dat allemaal moeilijk los zien van electorale bedoelingen – wil zij stemmen halen bij de moslimpopulatie in Frankrijk? Maar het is ook interessant op zich. Royal is een juriste, en zij geeft een manier aan waarop de Franse ontsporingen van de vrije meningsuiting zouden kunnen worden ingeperkt, enerzijds via het smaadverbod en anderzijds via een beroep op de “fraternité” die als een centrale waarde van de Republiek geldt, ook al is dat in de praktijk vaak niet te merken. Het kan niet via het delict van blasfemie, dat sinds 1791 uit de Franse wetgeving geschrapt is.
Haar stellingname werd haar niet in dank afgenomen. Zij werd o.a. beschuldigd van lafheid, het afwijken van de Republikeinse waarden, het opnieuw willen invoeren van de blasfemiewet, het overhellen naar links. Maar op zich gaat het om een kwestie van staatsbestuur en recht, niet om links of rechts.
Met haar uitspraken positioneert Royal zich duidelijk tegenover Macron, die na de moord op Samuel Paty verklaard had te strijden voor de vrijheid van blasfemie. Maar zij zegt niet dat de blasfemie, godslastering, strafbaar moet worden gesteld, wat in een seculiere staat moeilijk in te passen is, maar argumenteert vanuit het samenleven en de nood aan maatschappelijke orde, die in de wetgeving gehanteerd wordt. Als afbeeldingen kunnen worden gezien als smaad aan personen of groepen of aansporing tot haat of geweld tegen personen of groepen is er een juridische weg om bepaalde zaken te verbieden en strafbaar te stellen. Maar die weg zal niet zo geapprecieerd worden door mensen die zich vervolgd weten om godsdienstige redenen (fatwa’s…) of geweld of bedreigingen ondergaan vanuit godsdienstige hoek of menen dat de islam of zijn islamistische variant de Franse en de Westerse cultuur bedreigt.
Sommige reacties op Valeurs Actuelles, een zeer conservatief, rechts en katholiek gericht medium, reduceren bijvoorbeeld alles tot electorale berekening (die op zich niets zegt over de kwaliteit van een standpunt) of tot onderwerping aan de islam:
- Niet goed, mevrouw, proberen kiezers af te snoepen van Mélenchon!!!
- Nog een toekomstige dhimmi (als dat bestaat voor een vrouw in de islam).
De schok door en de afkeer van het geweld door moslims spelen, begrijpelijkerwijze, ook een rol:
- Ik wil niet onnodig schokken, maar het feit dat iemand gedood wordt die schokt vind ik totaal onverdraaglijk.
Toch is Royals betoog een interessante wending in het debat over de vrije meningsuiting. Er is ook een precedent in de mediarechtspraak, waarbij de voorstelling van de paus gezien werd als een voorstelling van de groep van de katholieke gelovigen en gesanctioneerd werd. (Asif Araf, Outils pour maîtriser la laïcité, Parijs, 2017, p. 222.)