De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Rue La Boétie 21

‘Rue La Boétie 21’ van Anne Sinclair

vrijdag 23 november 2012 14:44
Spread the love

Over de kunsthandelaar Paul Rosenberg

Anne Sinclair doet bij iedereen hetzelfde belletje rinkelen: DSK. De Frans-Amerikaanse journaliste ging in archieven en gebouwen op zoek naar haar prilste jeugd via de levensgeschiedenis van haar grootvader: de joodse kunsthandelaar Paul Rosenberg.

Maar erg spectaculaire onthullingen blijven een beetje uit, niettegenstaande de potentiele mogelijkheden die de tijdsperiode zou kunnen bieden zowel voor als tijdens de Tweede Wereldoorlog en de bezetting van de nazi’s. Dit komt omdat Anne Sinclair zich strikt houdt aan het min of meer objectieve bronnenonderzoek en dit beperkt tot de vele brieven van de hand van Paul Rosenberg en zijn entourage.

De kunsthandelaar en de nazi’s

Van bij de opkomst van het Nazisme had Paul Rosenberg zich tegen het nazisme en hun jacht op de ontaarde kunst verzet. Zijn progressieve visie en de kunstenaars die hij promoot en tentoonstelt ( Braque, Matisse, Picasso ) brengen hem automatisch in conflict met de Duitse bezetter . Hij belandt op hun zwarte lijst.

Vele kunstwerken worden in beslag genomen,gestolen, en in de naweeën van de oorlog voert Paul een harde strijd om de kunstwerken terug te vinden en te recupereren. Het resultaat lukt aardig en is van de redenen waarom er nog zoveel moderne kunst in de Franse en Amerikaanse musea te zien is vandaag. De handelaar en de kunstenaars Paul Rosenberg was een geslepen handelaar: hij gaf via een contract een vast loon aan de kunstenaars, waardoor zij in alle rust konden werken en verwierf daarmee het recht om een aantal schilderijen uit te kiezen en te verkopen.

De relatie met de kunstenaars zoals Matisse en Picasso was tweezijdig: enerzijds waren ze vrienden met een passie voor kunst, anderzijds was hun relatie ook zeer commercieel.

Het hoofdstuk over Picasso is een beetje flets en gaat voorbij aan de context waarin Picasso Guernica schilderde of zijn politieke relatie met de communistische partij en het volksfront.

Maar de schrijfster Anne Sinclair schrijft slechts hier en daar over politiek ( Mitterand-le pen) om de achtergrond wat bij te kleuren.

Een mislukt privé-leven

Het boek onthult het grote familiegeheid van Paul Rosenberg: zijn vrouw had blijkbaar een buitenechtelijke relatie met Georges Wildenstein.  

Anne Sinclair schrijft hier over : “Mijn grootvader was nochtans geen zuurpruim of kleine middelmatige bureaucraat, maar een nieuwsgierige en vernieuwende geest. Hij had gewoon even zijn blik moeten afwenden van zijn Picasso’s om te kijken naar de mooie, charmante, sierlijke Renoir met weelderige rondingen die in zijn bed lag”.

Hij wordt als jood ook zijn nationaliteit afgenomen door het Vichyregime. Deze vernedering zorgt ervoor dat hij na de oorlog zijn galerie in Parijs niet meer heropent en er de voorkeur aan gaf om in New York te blijven. Het laatste deel van zijn leven wijdt paul Rosenberg aan een niet-aflatende strijd om de verdwenen schilderijen overal ter wereld op te zoeken en te recupereren.

take down
the paywall
steun ons nu!