De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Over Oekraïne, Spinoza en de bacterie

dinsdag 17 mei 2022 20:21
Spread the love

 

In de snede van de agressie woedt de oorlog welig verder – nu weet iedereen het – Oekraïne is een ontstoken wonde. Het politiek lichaam van Oekraïne kwam onder hoge stress met de Euromaidangolf en werd kort daarop, bij het uitbreken van de oorlog in de Donbas, ernstig ziek. Ondertussen is het lichaam opengereten en verzuurd, al wil het toch nog even voor haar leven vechten. Wat zou dat trouwens betekenen, de dood van het politiek lichaam van Oekraïne?

Wereldwijd sterven de meeste mensen nog steeds een natuurlijke dood. Dat is een dood met oorzaken intern aan het lichaam die dus een innerlijkheid van leven en dood blootlegt. Spinoza maakt in zijn theologisch-politiek traktaat (TTP is de afkorting van de oorspronkelijke Latijnse titel) een gelijkaardige opmerking met betrekking tot de staat, het voornaamste van alle politieke lichamen: “De staatsmacht heeft altijd meer gevaar gelopen van de zijde van de burgers, ook al waren ze van hun recht beroofd, dan van de zijde van de vijanden.” (TTP17.1) De burgers die een staat maken, zijn tevens de mensen die dezelfde staat kunnen vernietigen. Ieder mens bestaat immers uit een intrinsiek verlangen zichzelf door te zetten ongeacht de extrinsieke doelen van de staat. Hoewel het recht van de mens dan wel door de staat bepaald wordt, is Spinoza’s antropologie doordrongen van een verlangen tot macht, namelijk het vermogen tot denken en handelen. Wat als we dan de oorlog in Oekraïne niet van de zijde van de vijanden bekijken, maar van de zijde van de burgers?

Terwijl de particuliere mens en de publieke staat elkaar in een gespannen machtsrelatie in de gaten houden, neemt de burger nu eenmaal toegeeflijk deel aan het staatsrecht. “Om echter goed te begrijpen hoever het recht en de bevoegdheid van de staat zich uitstrekken, moeten we opmerken dat de macht van de staat niet precies daarin besloten ligt dat hij de mensen met vrees kan dwingen, maar in het algemeen in alles waardoor hij kan bewerken dat de mensen aan zijn geboden gehoorzamen. Niet immers de grond van het gehoorzamen, maar het gehoorzamen zelf maakt de onderdaan.” (TTP17.2) Voor de staat doet het er niet toe of de burger actief dan wel passief gehoorzaamt, zolang de onderdaan de welomschreven handelingen van gehoorzaamheid uitvoert die de staatsmacht legitimeren. Weliswaar leeft in het burgerschap de gespannen machtsrelatie tussen mens en staat natuurlijk verder. Deze is de uitdrukking van een affectief veld waarin de staat zich ontplooit om bijvoorbeeld gevaren met vrees te bekampen en het eigen politieke lichaam door te zetten. Eigenlijk is dit affectief veld eerder een oceaan waarvan de dieptes en de stromingen dikwijls vreemd of zelfs tegengesteld schijnen. (TTP17.2) Hoe dan ook, komt het er voor de staat op aan “alles zo in te richten, dat alle mensen, wat voor een aard zij ook hebben, het publieke recht boven hun particulier voordeel stellen.” (TTP17.4) Daarin heeft de Oekraïense staat objectief gefaald, want burgers hebben de afgelopen jaren verschillende revoluties afgekondigd en hun natuurlijk verlangen heruitgevonden in een machtsconflict tussen beschaving en barbarij, de burgeroorlog.

Bij een burgeroorlog verplaatst het toneel van het politieke conflict zich van de staat, die alle controle verliest, naar de burgerbevolking, die naar het eigen gelijk speurt. Ditmaal herkent en gehoorzaamt het volk de staat niet meer, maar zoekt het in zichzelf een kracht voor algemene emancipatie en finale overwinning, een principe van ondeelbare soevereiniteit. (TTP17.10) Het volk trekt ten strijde in naam van de natie, eindelijk een authentieke gemeenschap die de waarheid van de historische identiteit verdedigt. Dit is de naturalisatie van het volk tot een natie, waarop Spinoza antwoordt: “De natuur maakt helemaal geen naties, alleen individuen, die alleen maar in naties worden onderscheiden door verschillen in taal, wetten en algemeen aanvaarde zeden, en alleen door deze laatste twee, wetten en zeden, kan het veroorzaakt worden dat iedere natie een eigen aard, een eigen leefwijze en ook eigen vooroordelen heeft.” (TTP17.26) Inderdaad, wanneer men zich realiseert dat de natie helemaal niet bewoond wordt door een intrinsiek verlangen, blijkt het volk een multitude. Toch kan de illusie zo sterk zijn dat de zeden en de wetten een nieuw politiek lichaam leven inblazen. Het theologisch-politiek complex dat het nieuwe staatsrecht uitdraagt, vindt nu in de natiestaat een machtig affectief veld. Hierin valt op dat een neurotische bezorgdheid omtrent taal en een rabiate vreemdelingenhaat nooit ver weg zijn. Spinoza bemerkte reeds 350 jaar geleden deze personages op die zich vandaag opnieuw in het Oekraïense verhaal manifesteren.

Nu is de oorlog die de Oekraïense natie teistert uiteraard niet zo maar een burgeroorlog. Andere spelers hebben de Oekraïense burgers van het toneel geduwd, maar is het geheim van wat buiten beeld blijft niet net wat de macht van de politiek uitmaakt? Is het niet de stormachtige oceaan van affecten die de burgeroorlog tot een koude oorlog of zelfs een wereldoorlog katapulteert? Het huidige voorstel bestaat er dus in de kritieke toestand waarin het politieke lichaam van Oekraïne zich bevindt van binnenuit te denken door de vrede in verband te brengen met de burgeroorlog. Indien deze oorlog de hoogste rangen van de geopolitiek wild doet draaien en de wonde ondertussen ontstoken ettert, is dit omdat sinds enige tijd een hardnekkig bacterie zich als een epidemie verspreidt. Wat anders, dan de bacterie van het nationalisme?

 

Thomas van Binsbergen is doctoraatsstudent filosofie aan de VUB en organiseert er een maandelijks leesseminarie rond Spinoza’s theologisch-politiek traktaat.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!