De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Nieuwe dichtbundel van Charles Ducal ‘De Koers van de Eeuw’

Nieuwe dichtbundel van Charles Ducal ‘De Koers van de Eeuw’

dinsdag 11 mei 2021 16:02
Spread the love

‘Dichter van de streek, en van de wereld’

Charles Ducal (Huldenberg, 1952) wordt op de website ‘Dichter des Vaderlands’ een van de belangrijkste Nederlandstalige dichters van het moment genoemd. Hij was de eerste landgenoot die in 2014 en 2015 deze rol vervulde. In april verscheen bij Atlas Contact een bundel met 72 gedichten, onder meer over een wereld die vierkant draait: ‘De Koers van de Eeuw’.

portret

Voor de blauwe poort van zijn geboortehuis.

– door Rein van Gisteren –

Op het omslag van De Koers van de Eeuw zien we een soort wielerpiste, symbool voor een verstoorde cirkelgang. “We razen op de afgrond af, maar voorlopig gaat alles goed”, staat er op de achterkant van het boek. Een product met een wijnrode kaft dat niet uit de Beaujolais komt, maar wel een verbinding heeft met een andere druivenstreek.
Het gesprek met de schrijver en dichter vindt plaats op zijn geboortegrond. Huldenberg is de bakermat van veel herinneringen en plaatsen die terugkomen in het werk van Charles Ducal, bevestigt ook zijn broer Bert die ons gastvrij ontvangt voor het gesprek.
Ducal  is sinds 1987 de schrijversnaam van Frans Dumortier. Een groot deel van zijn werk heeft de jeugd op het platteland als onderwerp, de verhouding tussen man en vrouw en het schrijven zelf. Hij groeide op in een boerengezin, ging naar het Sint-Jozefcollege (nu Sint-Martinus) in Overijse en studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven. Daar was hij actief in de linkse studentenbeweging. In 1988 kijkt hij daar in ‘De meesterknecht’ op terug. Hij was 37 jaar lang leraar Nederlands in het Sint-Albertuscollege van de paters Karmelieten in Haasrode.

 

  • Noem ik je Charles?

“Ja”, klinkt het kort. “Als ik schrijf ben ik Charles, Frans Dumortier schrijft geen gedichten.” We drinken koffie in een geïmproviseerd zitje in een hoge ruime landbouwschuur. Een gesprek over begrijpen, schrijven en begrepen worden, over lezen en luisteren.

“Wij zijn naar hier verhuisd toen ik veertien was. Daarvoor woonden we op de Kafmaeshoeve aan de Stroobantsstraat / Geroytstraat, waar de foto bij de blauwe houten poort is gemaakt. Het is vooral die hoeve, van de eerste veertien jaar, die de locatie is van veel gedichten.”

 

  • Sommige mensen luisteren liever naar poëzie dan dat ze die lezen, kun je daar wat op zeggen?

“Poëzie moet aangenaam zijn om naar te luisteren, het is in wezen orale kunst, daar gaat ze op terug. Dat moet je als dichter in je hoofd hebben als je schrijft. Daarom werk ik hard op muzikaliteit, op ritme en op toon. Ook in deze nieuwe bundel. Maar de meeste poëzie wordt geschreven om ook gelezen te worden. Luisteren en lezen gaan samen. Als je een gedicht maar één keer hoort, is de kans groot dat de inhoud niet tot zijn recht komt. Poëzie laat zijn betekenis vaak maar los als je het de nodige tijd en geduld geeft. Daarom ook lees ik een gedicht soms twee keer na elkaar. Poëzie is nu eenmaal een taalvorm die afwijkt van het gewone spreken. Een dichter legt niet-evidente verbanden, werkt met beelden, gebruikt suggestieve taal, laat veel over aan de verbeelding van de lezer.”

“Poëzie lezen kan je bovendien ook leren. Op school vaak met poëzie in contact komen helpt leesvaardigheid ontwikkelen. Jammer dat die oefening afneemt in het onderwijs.”

“Poëzie vraagt ook actieve inzet van de lezer. De vraag is wat hij of zij met de tekst doet, of beter: wat de tekst met hem of haar doet, hoe het gedicht in zijn of haar hoofd gaat leven. Ik krijg wel eens mailtjes van kinderen die van hun leraar een gedicht moeten bespreken en dan vragen: wat heeft u precies bedoeld? Mijn antwoord: er is niet één uitleg. Lees eerst goed wat er staat en geef er dan je eigen interpretatie aan.”

 

  • Een op zeven Vlamingen is functioneel analfabeet. Laaggeletterden kunnen er alleen naar luisteren. Maar je schrijft ook voor de “schorten en de dweilen…

“Je verwijst naar Rode Bloemen, dat ik schreef voor de Internationale Vrouwendag. Dat was op vraag van de socialistische vakbond ABVV. Om me inspiratie te geven stuurden ze me een video op met getuigenissen van poetsvrouwen over hun werk. Dat greep me zeer aan. Zo is dit gedicht ontstaan. Die vrouwen zijn verre van analfabeet, maar veelal ook geen poëzielezers, neem ik aan. Daar heb ik bij het schrijven natuurlijk rekening mee gehouden. Het is een van de toegankelijkste gedichten uit de bundel geworden.”

 

  • Hoe gaat het schrijven?

“Het is een proces van schrappen en vijlen. Het ritme en de muzikaliteit moeten helemaal goed zitten, pas dan is het af. Soms moet je een gedicht een half jaar wegleggen omdat er één woord niet goed is. Door het te vergeten komt er afstand en als je ‘t dan opnieuw bekijkt, kan je ineens de oplossing hebben.”

 

  • Met een pen of potlood en een maagdelijk wit vel?

Charles Ducal begint met tien vingers te tikken op de tuintafel. “Nee, op het scherm. Dat biedt veel meer mogelijkheden om woorden en zinnen te verplaatsen.”

 

  • Schrijf je met een speciaal publiek voor ogen, of voor een bepaald individu, heb je een ijkpersoon in gedachten?

“Behalve in het geval van gelegenheidsgedichten, vraag ik me niet af voor wie ik schrijf. Waarschijnlijk heb ik onbewust zo’n ijkpersoon onder invloed van mijn opleiding en het feit dat poëzie een kleine niche is van geïnteresseerden die gewoon zijn poëzie te lezen. Volgens dat milieu schrijf ik toegankelijke poëzie, volgens sommigen té toegankelijk zelfs.”

 

  • Houd je in je werk rekening met de respons?

“Wel bij gedichten op vraag, zoals ‘Rode bloemen’ dat voor de vakbondspers was bedoeld, dus een heel breed publiek. Maar verder is de respons toch je eigen instinct: zit het goed of rammelt het? Voor het naar de uitgever gaat, geef ik het wel nog aan enkele proeflezers van wie ik de smaak vertrouw. Als een soort laatste zeef.”

 

-x-x-x-x-x-

Ter gelegenheid van de oprichting van een nieuwe afdeling Druivenstreek van het Masereelfonds – een progressief Vlaams cultuurfonds dat in 2021 50 jaar bestaat – zal Charles Ducal op zondagmiddag 6 juni enkele gedichten voordragen uit De Koers van de Eeuw. Dat gebeurt in de buitenlucht, als één van de onderdelen van een ‘startwandeling’ die het Masereelfonds Druivenstreek organiseert door het Rodebos in Terlanen.

Bij een aantal ‘staties’ onderweg krijgen de wandelaars in dit bos en langs de velden verrassende presentaties te horen. De wandeling duurt pakweg anderhalf uur en begint om 14 uur. In verband met de coronamaatregelen is inschrijving nodig via druivenstreek@masereelfonds.be, de deelnamelimiet is 50 personen. Stevig schoeisel, paraplu of zonnebril en mondmasker zijn aangeraden. Deelname is gratis.

Dit artikel verscheen in streekblad De Serrist op 12 mei 2021.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!