Yerba Maté is een drank die voor de ‘conquista’ door de inheemse stam ‘los Guaraníes’ werd gedronken. Tegenwoordig is de provincie ‘Missiones’ in het noord-oosten van Argentinië de belangrijkste producent van maté met de coöperatieve producent ‘Taragui’ als authentieke maté producent. Echter tijdens de Syrische burgeroorlog zag je vaak dat de rebellen steeds maté dronken, hoe kwam dat de drank van de zuidelijke kegel van Latijns-Amerika in Syrië opduikt.
Tijdens de Syrische burgeroorlog kwamen er steeds meer beelden van Syrische rebellen van de ‘Free Syrian Army’ die maté dronken’. Ze drinken maté in een klein glas met de ‘bombilla’ of ijzeren rietje zoals in Zuid-Amerika. De portie van yerba (stukjes blaren van de ‘Ilex paraguariensis’) is ook kleiner en het kan met suiker, cardamon, gember, salie of andere toevoegingen gedronken worden in Syrië. Maté wordt echter in Syrië individueel gedronken, in Argentinië is dit een collectieve activiteit.
Het thee potje, waarin de drank wordt gedronken, is van organische oorsprong. Dat is gemaakt uit een ‘calabas’, waarin de Guaraníes vroeger hun basismiddelen bewaarden. Het is een gedroogde pompoen-achtige met afgesneden top. Deze ‘Calabas’ is tot boven gevuld met yerba, er kan suiker aan toegevoegd worden. In de zomer maanden wordt er ook ‘téréré’ gedronken met ijskoud water en limonade in de plaats van heet water.
De reden waarom Syriërs maté drinken heeft alles te maken met de migratie van Syriërs op het einde van de 19de eeuw naar Latijns-Amerika. Door het Suez-Kanaal was ‘de Zijde Route’ afgesloten, het conflict op de Mount Libanon, midden einde 19de eeuw, hierdoor kwam de overlevingslandbouw in gedrang en na de ‘Tanzimaat’ in het Ottomaanse rijk begon Istanbul troepen en belastingen te eisen van haar onderdanen.
Hierdoor vertrok een belangrijk deel van de bevolking naar Latijns-Amerika, eerst echter vertrokken ze naar de uithoeken van het Ottomaanse rijk. Vandaar probeerden ze naar de Mediterraanse havens te geraken zoals Marseille om vanaf daar met de Transatlantiekers de oceaan over te steken.
In die periode waren Argentinië, Brazilië en VS belangrijke immigratie landen, ze hadden mensen nodig voor de landbouw en de industrie. De Europeanen werden ontvangen met open armen, maar de Ottomaanse onderdanen moesten op eigen kracht daar geraken en werden gezien als een kaste apart.
Hieruit ontstond de ‘Mascate’, ambulante verkopers van katoenwaren en winkelhouders die zich richten op de verkoop van goederen. Hierdoor kon een kapitaal accumulatie ontstaan. Toch kreeg de goed geordende gemeenschap een slag door de grote depressie in 28, hierdoor verloren veel Syriërs hun baan en ontstond er een ‘precariaat’. Deze kozen om terug te gaan naar hun land, dat ondertussen het Franse protectoraat was geworden. Ook de consulaten waren toen in Franse handen.
Dus rond de jaren dertig van de twintigste eeuw maakten veel Syriërs weer de oversteek naar hun oude regio en brachten toen de maté met zich mee. In 2009 toen Bashar al-Assad in Buenos Aires was, exporteerde Argentinië 70% van haar Maté naar Syrië. Er is ook sprake van een remigratie in de jaren zestig, maar hiervoor moet nog onderzoek gebeuren. In mei zal een nieuw boek uitkomen over de relaties tussen Argentinië en de ‘Global Middle East’ van Prof. Lilly Ballofet UC Davis, University of California
In Brussel kan je de Syrische maté uitproberen bij Langrange Points, een Midden-oosters cultureel centrum, Huidevettersstraat 114, 1000 Brussel.
In Cones Brussels kan je maté ijs eten, Hippodroomlaan 59, 1050 Elsene, open van woensdag tot maandag.
Willemjan Vandenplas is auteur van het boek ‘Dagboek van een Wereldburger’ te verkrijgen in Brussel bij les yeux gourmands en Poëtini in Saint-Gilles en Pépites Blues, la Petite Portuguaise, Tulibris of Libre Books in de Matongé.