Lieven Miguel Kandolo en Moussa Don Pandzou zijn bekend van hun column in De Standaard. Deze werden nu te boek gesteld door EPO. Ze komen ook regelmatig op tv en verschillen behoorlijk van mening. Lieven gelooft in de benaming Afro-Belgen en Don Pandzou gelooft dat we nog verder moeten zoeken naar een naam. Is de toekomst aan de terugkeerders naar het moederland of is de strijd hier te voeren voor dekolonisering?
Moussa Don Pandzou is geboren in Brazzaville. Hij werkt op het kabinet van staatssecretaris Pascal Smet. Hij zat vroeger in de jeugdsector en stond aan de wieg van de WakaWaka Generation. Hij bekeerde zich een tijdje geleden tot de Islam.
Lieven Miguel Kandolo is activist met Congolese en Angolese roots. In 2014 richtte hij Kolamela op om jongeren van verschillende achtergronden uit dezelfde buurt samen te brengen. Hij werd gepest door zijn Afrikaanse broers omdat hij ASO deed.
Al sinds 1975 speelt uitgeverij EPO een rol als gangmaker in het debat in België. EPO behoort niet tot een uitgeversgroep en kiest voor een onafhankelijke koers. Hun baseline luidt ‘voor wie niet alles slikt’.
Wat dit boek duidelijk maakt is dat er binnen ‘de Afrikaanse diaspora’ geen eengemaakte stem is. De term Afro-Belgen, wordt door de ene aanvaard en door de andere niet omwille van de eenzijdige Amerikaanse kijk.
We zien duidelijk dat Kandolo in ‘de Afrikaanse diaspora’ steeds meer naar de VS kijkt voor zijn antwoorden. Het gaat in dit boek dan meermaals over de ‘Black Lives Matters’-betoging op 30 juni aan het Justitiepaleis in Brussel. Waar Kandolo gevonden heeft, is Don Panzou nog steeds op zoek naar andere landen zoals bv Afro-Latijns Amerika, alhoewel dit komt niet zo onder de aandacht in dit boek. Kandolo gelooft dat de Euroafrikanen de brug kunnen vormen tussen Black Lives Matter en het Pan-Afrikanisme.
Don Panzou wijst steeds op de diversiteit binnen hun gemeenschap, terwijl hij gewag maakt van diversiteitsmoeheid. Kandolo zou liefst ook tot actie overgaan en gelooft niet in het delen van je mening als daar geen concrete maatschappelijke verandering tegenover staan.
De roep van het moederland is nog steeds te horen bij Moussa Don Panzou, hij zou liever zo snel mogelijk terugkeren naar zijn land om het mee te helpen opbouwen. Hij zegt dat hij dankbaar is voor de kansen die hij heeft gekregen in België. Terwijl Kandolo het verhaal vertelt dat hij niet met de Congolese identiteit geboren is, en het een lange zoektocht was voor hem.
De briefwisseling is een interessante methode van het sociaal-wetenschappelijke onderzoek en de gekruiste methode leidt naar veel interessante inzichten. Toch is het allemaal nog een beetje oppervlakkig. Ik had persoonlijk gehoopt op een diepgaander boek, het zit hem nog veel binnen het journalistieke.
Toch leest dit als een trein, het is goed leesvoer en didactisch voor de debatten die woeden binnen Afrikaanse diaspora. Het is een boek dat de jeugd goed op weg kan zetten, we kunnen het een soort leidraad noemen. Zeker, omdat boeken van de Afrikaanse diaspora geen stevige erkenning genieten binnen de Belgische boekensector.
Natuurlijk met deze Hegeliaanse presentatie is iedereen nog verplicht om een synthese te maken, terwijl je voor beide heren veel respect kunt opbrengen.
Beste Don en beste Lieven, goed bezig en bedankt voor de inzichten, maar ik denk dat ik voor de lezer mag spreken en zeggen dat we een beetje op onze honger blijven zitten, want in de literatuur zijn de klassieke briefwisselingen wat diepgaander en zijn wat meer intellectueel onderbouwd. Natuurlijk zijn jullie nog jong en vol talent.
Uitgeverij EPO — 2021 — 136p. — prijs 15 euro